Geel aan de bron
De intercommunale Cipal, die in januari de inning van het Kijk- en Luistergeld in Vlaanderen wist te verankeren, werd 20 jaar geleden opgericht onder impuls van NCMV-voorman Petrus Thys. De Geelse intercommunale wil vandaag ook het Internet naar de gemeenten brengen. Een portret.
Mocht de naam Cipal u weinig zeggen, begin oktober is hij een begrip. Dan start een nieuwe campagne om zwartkijkend Vlaanderen meer burgerzin bij te brengen. De abonneelijsten van de kabelmaatschappijen zullen tegen dan eindelijk systematisch worden vergeleken met de lijsten van tv-taksbetalers, zodat de geschatte 150.000 zwartkijkers onverbiddelijk naar het licht zullen worden gehaald. De wettelijke basis voor die controle dateert uit 1987, maar tot nog toe leverden de kabelmaatschappijen veelal hun abonnees op papier af bij de voormalige verwerker, Belgacom. De zuivere intercommunale Cipal won in januari 1997 het contract voor de inning van het Kijk- en Luistergeld en gaat dat werkje voortaan in detail en automatisch verzorgen. Voor de gelegenheid heeft de intercommunale haar al indrukwekkende informatica-uitrusting op de drie hectaren van het Wetenschapspark in Geel nog versterkt.
Bezoekers van de nog nieuwe hoofdzetel worden graag langs de beveiligde computerzaal geleid met haar twee R24 Parallel Sysplex IBM mainframes met 2 gigabyte centraal geheugen, langs de twee StorageTek Iceberg disk arrays met hun 240 gigabyte opslagcapaciteit en langs de StorageTek 4411 “Nearline” tape-robot die onafgebroken computercassettes ophaalt en klasseert. “Onze beschikbaarheid is 99,96 percent. We liggen niet meer dan 53 minuten per jaar stil,” preciseert productiedirecteur Jos Verhaert.
Met de overname van de Dienst Kijk- en Luistergeld in Aalst verhoogt het Centrum voor Informatica van de Provincies Antwerpen en Limburg, zoals Cipal voluit heet, zijn omzet van 1,6 tot 2 miljard frank op jaarbasis en krijgt het er na Hasselt, Geel en Antwerpen een vierde werkingszetel bij. Als de overgangsregeling tegen 1999 is afgelopen, zal de groep, bovenop de huidige 350, 114 personeelsleden extra overhouden aan de outsourcingdeal. “Vanaf 1 september zal de dienst op onze systemen draaien. In oktober vertrekt hier de eerste grote productierun,” glundert bestuurder-directeur-generaal Arthur Philips van Cipal in Geel.
Wat is Cipal ? Drie elementen helpen het bedrijf begrijpen : de katholieke herkomst, de technologische evolutie en daar doorheen, de factor Antwerpen.
Van katholieke huize
Cipal is onder impuls van de Antwerpse bestendige deputatie en vooral van de latere NCMV-voorzitter Petrus Thys opgericht naar het voorbeeld van andere subregionale informaticacentra, het Limburgse Liric (’70), Cevi (’71) en Vlabric (’73). Eerst als vzw, in ’79 als intercommunale. Doel : het automatiseren van de gemeentelijke en provinciale besturen, met toepassingen als loon- en belastingverwerking, kiezerslijsten, financieel beheer enzovoort. Hoewel gegroeid vanuit de activiteiten voor derden van het rekencentrum van de Antwerpse drinkwatermaatschappij Pidpa, koos de intercommunale het Stadhuis van Turnhout als maatschappelijke zetel en gebruikte vanaf 1981 de mainframe-infrastructuur van het Mekanografisch Instituut der Kempen (MIK) in de Technische Schoolstraat in Geel, waar de feitelijke vestiging was. Het MIK was verbonden met het katholieke Hoger Instituut der Kempen. Cipal ontkent dat politieke verwantschap bij de keuze van MIK als vestigingsplaats een rol speelde : “Dat was nog de tijd van de timesharing. Zo’n computer was te duur voor afzonderlijke gebruikers, men ging samen één mainframe gebruiken,” verklaart Arthur Philips (52 j.), die van Pidpa overkwam en met directiesecretaresse Viviane Cnaepkens de eerste personeelsbezetting uitmaakte. De twee zijn nog altijd op post. Het oorspronkelijke Cipa begon met 36 vennoten uit de provincie Antwerpen. In 1984 gingen de Kempenaren samenwerken met het Limburgse Reken- en Informatiecentrum Liric. De nood aan schaalgrootte van een mainframe-exploitatie en van een softwarebedrijf in het algemeen was toen al de drijvende factor. Om onder het beperkende statuut van intercommunale uit te komen, werd in 1985 naast de coöperatieve intercommunale Cipal ook een vzw Cipal opgericht en in 1986 ook nog een opleidingsinstituut vzw Cipal Institute. Zo kon de groep ook voor andere dan de openbare besturen werken en bovendien met een soepeler personeelsstatuut dan dat van vastbenoemde ambtenaren. Na twee jaar, in 1987, werkten 20 van de 90 werknemers voor de vzw’s. In ’90 werd ook nog een Resa nv opgericht, in ’96 omgedoopt tot Cipal nv (49 miljoen omzet in 1996, 44,7 miljoen frank personeelskosten). Al deze entiteiten putten uit dezelfde bestuurders, met eerst Petrus Thys en vanaf 1987 bestendig afgevaardigde Ludo Helsen (CVP) als voorzitter. Operationeel staan ze onder leiding van Arthur Philips.
De mainframecomputers
verloren al snel terrein. Halverwege de jaren ’80 begon Cipal zelf, parallel met zijn mainframe-aanbod, minicomputers onder Unix te installeren. De stad Antwerpen richtte al in 1985 een actieve bureauticacel op die de introductie van de pc begeleidde. Zowel de Stad als het OCMW Antwerpen exploiteerden echter ook een mainframe, waarvan de toekomst almaar onduidelijker en de kosten ondraaglijker werden. De Stad nam in 1985 consultant Coopers & Lybrand onder de arm, die een samenwerking met Cipal adviseerde, dat toen al het leeuwendeel van de Antwerpse gemeenten automatiseerde. Eind 1987 werd een meerjarencompromis uitgewerkt dat in grote lijnen nog altijd standhoudt : het Kempense Cipal nam het personeel en de systemen over, maar stelde ze ter beschikking van de Stad en het OCMW, die via een Informaticacentrum Antwerpen (ICA) het informaticabeleid gingen bepalen. In ruil betaalden Stad en OCMW “werkingskosten” en een administratievergoeding aan Cipal. Niet dat het systeem meteen vlot liep. Na een periode van strubbelingen en persoonlijke conflicten, werd het compromis eind ’89 geherformuleerd door een akkoord tussen Cipal en een nieuw opgerichte vzw, Cipal-ICA, waarvan het bestuur evenredig was samengesteld uit OCMW-, Stads- en Cipal-vertegenwoordigers. In 1993 nam Cipal op vergelijkbare basis ook het Informatica Centrum van de Haven (ICH) over, zij het zonder aparte juridische structuur. Zoals bekend (zie Trends, 12 juni 1997) heet de Antwerpse tak die qua omzet en personeel ongeveer de helft van de Cipal Groep uitmaakt tegenwoordig Telepolis Antwerpen.
Cipal bleef zijn mainframe-activiteiten handhaven en uitbouwen. Het voegde de verwerkingscentra van Stad en OCMW samen en verhuisde ze in 1994 naar zijn nieuwe gebouw in Geel. In twee tijden kocht het in ’94-’95 eerst de mainframe zelf van vzw MIK en daarna de exploitatie en de klanten ervan (die bij Solid Automation nv, ook al in de Technische Schoolstraat 43A, waren ondergebracht). Dat leverde Cipal klanten op als Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, de Europese scholen of de Bond van Grote en Jonge Gezinnen, waarvoor het de leden- en abonnementenadministratie doet en de 320.000 lidkaarten drukt. De drie Xerox-printers van Cipal, met hun capaciteit van 50 bladzijden/minuut elk, worden onder meer gebruikt voor de marketing van een ontwikkelingsorganisatie, waarvoor Cipal elk jaar 10 miljoen adressen wereldwijd aanschrijft. Ook een MIK-klant.
Vandaag komt ongeveer een derde van de omzet meer dan een half miljard frank uit de mainframe-activiteiten. Niet te verwonderen dat de Cipal-ploeg (die overigens bij ex-Cipal-bestuurder minister Wivina Demeester (CVP) het contract mocht gaan tekenen) keihard aan de offerte heeft gewerkt. Gezien de trend naar downsizing in de informatica, moet Cipal immers aldoor nieuwe activiteiten weten aan te trekken voor zijn computercentrum, om de dalende prijzen te compenseren.
Een moeilijke klus
Maar keren we terug naar de kernactiviteit van Cipal het automatiseren van gemeentelijke en provinciale administraties. De intercommunale, die evident een lange lijst van politieke mandatarissen in zijn bestuurs- en adviesorganen heeft, telde in mei 141 vennoten : gemeenten, OCMW’s, de provinciebesturen van Limburg en Antwerpen, 8 zuivere intercommunale verenigingen en het Gemeentekrediet. Het is een zeer heterogene groep, waarbij zwaargewicht Antwerpen, met zijn 500.000 inwoners, even goed moet worden bediend als bijvoorbeeld Balen, met zijn 20.000. Geografisch is er een nette nabuurschap met Cevi vzw (Oost- en West-Vlaanderen), maar in het huidige klimaat van liberalisering heeft Cipal wel zijn oog laten vallen op het werkterrein van Vlabric vzw uit Haasrode. Na een statutenwijziging twee jaar geleden, heeft Cipal zijn eerste Vlaams-Brabantse vennoten (Halle, St-Pieters-Leeuw…) al ingeschreven. Vennoten brengen bij toetreding 10 frank kapitaal per inwoner in.
Cipal gaat daarbij over alle aspecten van het management van publieke administraties : van tekstverwerking en documentbeheer tot toepassingen als bevolking en burgerlijke stand, begraafplaatsen, bibliotheken, financieel beheer, gemeentebelastingen (zo’n 150 types), personeelsbeheer, loonadministratie, milieubelasting- en vergunningen, ruimtelijke ordening (straten- en percelenbeheer, BPA’s, stedenbouwkundige attesten, bouwvergunningen, aanbestedingen, planning van werken…), beheer van culturele centra en sportcentra, bibliotheken, politiediensten, kinderopvang, zieken- en rusthuizen en dan zijn we niet volledig. Het levert hardware in verschillende koop- of huurformules. Reken daarbij de snelle technische evolutie van mainframetoepassingen over mini’s onder Unix tot pc-netwerken onder Novell en Windows NT vandaag en het beheersen van Cipal wordt complex en moeilijk.
Zo kon de oppositie in Kortessem (8000 inwoners) onlangs nog uitpakken met het rapport van een gemeenteambtenaar die zich, volgens Het Belang van Limburg, beklaagde over een gebrekkig onderhoud en dito personeelsondersteuning door Cipal en over het feit dat de intercommunale eertijds een “hopeloos verouderde installatie” had verkocht aan de gemeente, die nu nog maar moeilijk up te graden viel (Het Belang van Limburg van 11 juli 1997).
Klachten waarvoor Arthur Philips, die zich op de hoge “knuffelfactor” van Cipal voor lokale besturen beroemt (opleiding, helplijn, gebruikersgroepen, Week van de Gebruiker…), gevoelig is. “Er zijn enorme verschillen tussen grote en kleine gemeentes, in aanpak en in programma’s. Daar moeten we eigenlijk wel een beetje aan werken, dat dat verschil goed opgevangen wordt,” zet hij (in mei, voor het betrokken artikeltje verscheen) als één van de belangrijke lopende programmapunten van Cipal uiteen.
Om de complexiteit te verkleinen en te genieten van het schaaleffect probeert Cipal zijn klanten zoveel mogelijk te standaardiseren op één versie van zijn programma’s daarbij af en toe geholpen door belangrijke wetswijzigingen, zoals de invoering van de nieuwe gemeentelijke boekhouding en de nieuwe OCMW-boekhouding. Maar dat blijft moeilijk. “Als een bepaalde gemeente een lastenboek verspreidt, is dat natuurlijk op basis van de nieuwste technologie. U kan dan 100 gemeenten hebben die bij het oude willen blijven, er zal altijd een 101ste zijn, die iets nieuws wil,” zegt Philips.
Toppers
onder Cipals programma’s zijn het “financieel management systeem” Zeus met 144 besturen-gebruikers, de “gemeentelijke belastingen” Plutus (70) of het Parnassus-notulenbeheer (73). Eind ’96 waren er ook nog 102 gemeenten die hun loonberekening aan Cipal toevertrouwden.
Concurrentie
“Wij hebben 85 % van de markt, dus zitten we goed. Maar we hebben geen monopolie,” zegt Philips. Hij haalt slides tevoorschijn met daarop de score per toepassing en per gemeente. Concurrenten zijn bijvoorbeeld Bestuursdrukkerij Schaubroeck nv uit Nazareth (zie kader : Drukkers), Remmicom (Groep Michiels, ook een drukkerij) uit Hulshout, IN2 Benelux uit Brussel, Geac uit Strombeek-Bever en ICL.
In juni verloor Cipal de provinciale Centrale Openbare Bibliotheek in Hasselt aan de multinational Geac, die in bibliotheeksoftware in België, volgens directeur Ann Melaerts, met 220 Vubis-installaties aan de top staat. Maar eigenlijk zijn verschuivingen zeldzaam. De leveranciers puren een vast inkomen uit onderhoudscontracten (gewoonlijk 10 % tot 12 % van de verkoopprijs), en groeien verder vooral wanneer nieuwe regelgeving vernieuwde of geheel nieuwe toepassingen vergt : de nieuwe OCMW-boekhouding, de milieu-administratie, het nieuwe gemeentelijke personeelsbeheer, de PWA-diensten enzovoort.
Cipal probeert ook het beste te maken van zijn uitgebreide netwerkinfrastructuur. Via zijn (oorspronkelijk mainframe-georiënteerde) C-Net staat het in verbinding met het overgrote deel van zijn vennoten, met de regionale en federale overheden en met dienstenleveranciers als het Rijksregister en het Gemeentekrediet. Dat stelt de intercommunale in staat om allerlei beheerstaken bij de vennoten vanop afstand uit te voeren.
Ook nieuwe technologieën
openen perspectieven en Cipal heeft geen schrik om aan de kar te duwen. “Wij betalen geen dividenden, maar doen onze vennoten elk jaar toch wel een cadeauke. Vorig jaar was dat een (digitale) Tele Atlas-kaart. Dit jaar een Internet-pakket van 50.000 frank, 5 MB home page, twee volle dagen opleiding voor het personeel en een avond voor het schepencollege. Gratis. We willen Internet promoten.” Cipal heeft een Digitale Regio Vlaanderen opgezet en brengt onder meer bibliotheekcatalogi op het Net. Het resultaat kan u live bekijken op http://www2.cipal.be/drv/.
Cipal wil ook een rol spelen in de streekontwikkeling en praat zowel met Telenet Vlaanderen als met Belgacom over breedbandverbindingen. Philips : “Ze hebben ons dat allebei tegen het einde van dit jaar beloofd. We zijn wel benieuwd naar de prijs.”
“Met Antwerpen hebben we al een intelligent city. Nu willen we een intelligent region. Wij gaan zelf geen kabels leggen, wij willen wel diensten aanbieden en die zo dicht mogelijk verspreiden naar de burger en naar de lokale besturen toe. De lokale besturen op het Internet brengen. En via het Internet op de tv thuis, dat is ons doel.”
BRUNO LEIJNSE
http://www.cipal.be
ARTHUR PHILIPS (CIPAL) Behoeften van grote en kleine gemeenten verzoenen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier