Geef germanium de ruimte
Iedereen associeert Union Minière met Congo en koper. Verborgen in de plooien van de non-ferrogroep zit nochtans een veelbelovende divisie voor geavanceerde materialen. Vooral in Amerika wil de Belgisch-Franse groep deze kaart uitspelen.
Boston (VS).
U nion Minière (UM) is niet langer de logge koloniale mastodont die het ooit was, zo blijkt uit een gesprek met Ignace De Ruijter. Het non-ferrobedrijf is geëvolueerd van een productgerichte naar een marktgerichte organisatie. Nu zoeken ze waar ze met hun producten en knowhow een toegevoegde waarde kunnen leveren.
De Ruijter is algemeen directeur van UM Electro-Optic Materials in de Verenigde Staten. Zijn kantoor met uitzicht op de Boston skyline ligt op een steenworp van de oceaan. Het gebouw, een wat verkommerde toren in de haven, huisvest een allegaartje van dienstenondernemingen en productiebedrijfjes.
De zevende verdieping behoort helemaal toe aan Semiconductor Processing. In 1996 kocht UM deze producent van zogenaamde wafers of substraten. Dat zijn dunne schijfjes in silicium of germanium die voor de aanmaak van halfgeleidercomponenten worden gebruikt. In Lowell, vlakbij Boston, kocht Union Minière in 1998 ook Phase 4, waar zinkselenide voor lasers met een hoog vermogen wordt gefabriceerd. Beide bedrijven – met circa 50 werknemers – spelen een rol in de uitbouw van de divisie advanced materials of nieuwe materialen.
De huidige structuur van UM telt eigenlijk drie divisies of business groups: zink, koper en edele metalen, en advanced materials. Dat nieuwe organigram dateert van ruim een jaar geleden. Toen probeerde het concern zijn vele productgerichte business units op een logische manier te groeperen. In die tijd al beschouwde UM de nieuwe materialen als een verborgen waarde die het cyclische karakter van de zink- en koperactiviteiten moest opvangen. In 1997 en 1998 bleef deze strategische optie in de schaduw van de problemen met de smeltoven in Hoboken, die zwaar op de winst drukten. Ook toen de groep twee weken geleden opnieuw gunstige jaarresultaten aan de pers presenteerde, kwam de waarde van de afdeling nieuwe materialen niet echt boven drijven. Sterker nog: het management noemde de resultaten van de divisie teleurstellend.
Binnen de drie businessgroepen van Union Minière nemen de nieuwe materialen van de totale omzet (128,2 miljard frank) circa 15% voor hun rekening. De divisie telt op haar beurt twee business units: Electro-Optic Materials en Cobalt & Energy Products. De units bestaan uit zeven business lines, waaronder infrared optics and detectors, substrates en batteries. De voornaamste elektro-optische materialen die UM produceert, zijn germanium, silicium, zinkselenide, selenium en tellurium. Met een jaarlijkse capaciteit van 65 ton is Union Minière de belangrijkste germaniumproducent in de wereld.
Van de meer dan 8000 werknemers die Union Minière wereldwijd telt, zijn er ongeveer 1000 actief in de divisie nieuwe materialen. Vestigingen staan onder meer België (Olen, Hoboken en Overpelt), Zuid-Afrika, China, Canada en de VS.
De afgelopen jaren zijn beide business units relatief sterk gegroeid. Over de unit elektro-optische materialen zegt De Ruijter: “Germanium zonk in de jaren zeventig tot een dieptepunt en in 1989, toen het IJzeren Gordijn openging, hadden we tijdelijk een overaanbod. In de jaren negentig volgde opnieuw een sterke groei. De vraag vanuit de telecom- en technologiesector stijgt. We zagen de omzet vervijfvoudigen over een periode van vijf jaar.”
Vaak zijn de toepassingen
van silicium en germanium gelijkaardig. Omdat silicium makkelijker beschikbaar is, wordt germanium meestal gereserveerd voor de hoogwaardige en duurdere varianten. Beide materialen worden bijvoorbeeld aangewend in zonnepanelen, maar germanium alleen in panelen die voor de ruimtevaart zijn bestemd.
De unit Cobalt & Energy Products is gevoelig voor prijsschommelingen in de kobaltafzetmarkt en is onderhevig aan agressieve concurrentie. Kobalt vindt zijn belangrijkste toepassingen als kleurstof en als grondstof voor batterijen. De jongste jaren zorgt vooral de groeiende vraag naar herlaadbare batterijen voor groeiperspectieven. Daar heeft het toenemende gebruik van draagbare computers en telefoons natuurlijk iets mee te maken. Daarom bouwt Union Minière een nieuwe fabriek voor deze toepassing in Zuid-Korea.
Hoewel de nieuwe materialen een groeiende omzet kennen en op het eerste gezicht hun rol waarmaken, schommelt het rendement van de divisie nogal. Aanvankelijk steeg de bijdrage aan het bedrijfsresultaat van 1,3 miljard frank in 1995 naar 1,7 miljard in 1997. In 1998 nam het resultaat een duik naar 1,1 miljard. UM haalde toen de volatiele kobaltprijzen als boosdoener aan. In 1999 kon de divisie opnieuw niet aan de verwachtingen voldoen. De bijdrage in het bedrijfsresultaat daalde tot 371 miljoen frank. De belangrijkste schuldige is volgens UM de business unit Electro-Optic Materials. Daar vielen de resultaten in 1999 tegen door de besparingsdrang in de ruimtevaartindustrie. De vraag naar zonnepanelen viel nagenoeg stil. Alle andere afzetmarkten deden het beter. De groep voorspelt een verbetering omdat naar verwachting tegen 2001 de vraag naar zonnecellen voor telecommunicatiesatellieten opnieuw zal toenemen.
Ondanks een daling
van het rendement op het aangewend kapitaal van 13% tot 4% blijft de groep erin geloven. “Er groeit een dynamiek,” zegt De Ruijter. “Wij zijn bezig ons te positioneren in dit hightechsegment. Dat is belangrijk, maar de concurrentie is hard.”
De groep rekent niet alleen op een heroplevende vraag, maar gaat ook de afzetmarkten uitbreiden. Zinkselenide bijvoorbeeld wordt gebruikt bij infrarood- en laseroptica. De lenzen van thermische nachtkijkers bevatten zinkselenide en germanium. “Momenteel is dat alleen een militaire aangelegenheid, maar de automobielindustrie staat op het punt de technologie op grote schaal te gaan inbouwen. General Motors biedt deze kijkers al op zijn wagens in de VS en voert hierrond een reclamecampagne,” aldus de Ruijter.
In de toekomst is organische groei nog mogelijk. Het komt erop aan de toepassingsmogelijkheden te verbreden. Maar Union Minière is ook op zoek naar acquisities, vooral in het domein van de substraten. De Ruijter: “We zoeken voortdurend naar nieuwe opportuniteiten. Natuurlijk moet elke aanvulling strategisch zinvol zijn voor onze huidige positie. We willen niet groeien tegen elke prijs.”
Semiconductor Processing en Phase 4 spelen een belangrijke rol in de strategie van de groep op het vlak van elektro-optische materialen. De drijvende kracht voor de groeimogelijkheden van de divisie is de hoge vlucht die informatietechnologie en telecommunicatie nemen. Op dat vlak heeft Noord-Amerika een voorsprong. Daarom wil Union Minière zijn productieapparaat ook dichtbij de markten.
“Wij zijn wel wereldwijd actief, maar kiezen ervoor om in dit segment eveneens in de VS een positie uit te bouwen,” zegt De Ruijter. “We streven in onze nieuwe (klantgerichte) aanpak naar partnerships. Als je met succes wilt aansluiten op de clusters die de klanten vormen, moet je fysiek in de buurt zijn. Omdat bijna 90% van de klanten in Noord-Amerika zit, wordt de substratenactiviteit dus niet in Olen maar in Boston geleid.”
roeland byl
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier