GARANTIE MET KLEINE LETTERTJES
Beleggingsfondsen met een kapitaalbescherming worden weleens het veilige alternatief voor een spaarrekening genoemd. Dat zijn ze niet.
Geld dat op een spaarrekening staat, brengt nauwelijks nog intrest op. Door het lagerentebeleid van de Europese Centrale Bank bedraagt de basisrente op een klassiek spaarboekje bij een grootbank een schamele 0,5 procent. Als u uw geld meer dan twaalf maanden op zo’n rekening laat staan, ontvangt u daarbovenop een getrouwheidspremie van 0,1 procent. Een kapitaal van 25.000 euro brengt daardoor een rendement van 150 euro per jaar op, wat niet eens voldoende is om het verlies aan koopkracht door de inflatie te compenseren.
Het is dus een goed idee om op zoek te gaan naar alternatieven die een hoger rendement opleveren. Maar daarbij is voorzichtigheid geboden.
Zorg voor een noodfonds
Aangezien de spaarrente het koopkrachtverlies door de inflatie niet of nauwelijks compenseert, mag u geld dat u op een spaarrekening zet niet beschouwen als een belegging. Dat spaargeld is een reserve die u direct kunt aanspreken in noodgevallen. Als u een deel van uw spaargeld nodig hebt, kunt u naar de bank stappen en dat bedrag onmiddellijk opvragen. Een belegging — zoals een aandeel, een obligatie of een beleggingsfonds — moet u eerst verkopen voordat u over het geld kunt beschikken. Aan die verkoop zijn transactiekosten verbonden, en mogelijk verliest u een deel van uw investering.
Beleggen doet u dus met geld dat u de komende jaren niet nodig hebt. Het heeft geen zin een groot deel van uw spaargeld in beleggingsfondsen te stoppen, als u binnen de twee jaar een huis wilt kopen. De kans op verliezen op die korte termijn is te groot. De basisregel is dat u over een reservefonds moet beschikken waarmee u acht à twaalf maanden lang uw dagelijkse uitgaven kunt dekken. Dat is voldoende om bijvoorbeeld een periode van werkloosheid of ziekte te overbruggen. Als u dat noodfonds aanspreekt, moet u het zo snel mogelijk weer aanvullen, zodra uw financiële situatie genormaliseerd is.
Daarnaast moet u op een rijtje zetten of u de komende vijf jaar grote uitgaven wilt doen, zoals een nieuwe wagen kopen of uw woning renoveren. Ook dat geld laat u het beste op een spaarrekening staan. Pas als u een reservefonds hebt opgebouwd en u die grote uitgaven kunt financieren, kunt u met zekerheid zeggen dat u geld hebt om te beleggen.
De hypothecaire lening aflossen
Nu moet u de vraag beantwoorden hoe u uw geld wilt beleggen. Uw bankier kan u voorstellen om in een of meer kapitaalgegarandeerde fondsen te stappen, of misschien denkt u eraan zelf beleggingsfondsen of individuele aandelen te kopen. Maar er zijn nog alternatieven mogelijk. Enkele kleinere banken bieden hogere spaarrentes, al moet u goed letten op de kredietwaardigheid van die spelers. Of u kunt een deel van uw hypotheek afbetalen. U moet dan wel een wederbeleggingsvergoeding voldoen aan de bank — meestal drie maanden intresten op de som die u wilt aflossen — maar u draagt dan op de resterende looptijd minder intresten af of u laat de looptijd van het krediet inkorten. Let erop dat u blijft profiteren van de maximale belastingaftrek voor uw hypothecaire lening.
U kunt uw bank daarvoor een simulatie laten uitvoeren. Hebt u een hypothecair krediet waarbij u vooral kapitaal aflost en maar weinig intresten betaalt, dan is het minder interessant die lening vervroegd terug te betalen dan wanneer u een hypotheek zou hebben die nog ver van de eindvervaldag verwijderd is.
Een alternatief kan zijn om te beleggen in een appartement of een studio, om later met het geïndexeerde huurinkomen uw wettelijke pensioen aan te vullen.
Expliciete kapitaalbescherming
Als u het niet ziet zitten om verhuurder te worden — al kunt u daar tegen betaling iemand voor in de arm nemen — of als u het kapitaal niet hebt om vastgoed te kopen, dan zijn beleggingsfondsen een mogelijkheid. Beleggingsfondsen met een kapitaalbescherming — de zogenoemde gestructureerde beleggingsfondsen en producten — worden weleens het veilige alternatief voor een spaarrekening genoemd. Maar dat zijn ze niet.
U moet goed opletten met die kapitaalbescherming. Spaarrekeningen vallen onder de overheidswaarborg voor spaardeposito’s tot 100.000 euro per persoon, maar dat is niet het geval voor beleggingsfondsen. De kapitaalbescherming kan expliciet of impliciet zijn. Bij een expliciete kapitaalbescherming — een echte kapitaalgarantie — verplicht de uitgever van het beleggingsproduct zich ertoe het kapitaal op de eindvervaldag terug te betalen. Die structuur kunt u vergelijken met een gewone obligatie. De uitgever kan altijd failliet gaan en zijn verplichting niet nakomen, wat in de meeste gevallen leidt tot een verlies van minstens een deel van uw kapitaal. Zo’n situatie was het faillissement van Lehman Brothers in 2008. Tijdens de looptijd van het product geldt de garantie niet, waardoor u verlies kunt lijden als u het voor de eindvervaldag verkoopt.
Het gestructureerde product BNP Paribas Fortis Funding (LU) SRI Lock Note 2021 geeft bijvoorbeeld een expliciete kapitaalgarantie. In de informatiefiche staat dat het kapitaal op de eindvervaldag wordt gegarandeerd door de emittent BNP Paribas Fortis Funding en het moederhuis BNP Paribas Fortis. “Door in te tekenen, leent u geld aan de emittent die zich ertoe verbindt om het terug te betalen op de eindvervaldag. In geval van faillissement of wanbetaling van de emittent en de garant loopt u dus het risico dat u de bedragen waarop u recht hebt, niet recupereert en het belegde kapitaal verliest op de eindvervaldag.”
Impliciete kapitaalbescherming
Bij een impliciete kapitaalbescherming stelt de uitgever een portefeuille van obligaties samen om het kapitaal in stand te houden. Duiken er tijdens de looptijd problemen op met een of meer van die obligaties, dan kan een deel van het kapitaal tegen de eindvervaldag verloren gaan. Zo stelt de informatiefiche van het gestructureerde beleggingsfonds KBC Equisafe Global Selection 7 dat er geen formele kapitaalgarantie wordt gegeven, maar dat het fonds als doelstelling heeft het kapitaal te beschermen. De fiche legt uit dat die bescherming wordt gerealiseerd via een breed gespreide portefeuille van rentedragende beleggingen (zoals obligaties) van meer dan honderd uitgevers. Alle uitgevers moeten over een uitstekende kredietwaardigheid beschikken (een kredietrating van minstens A- volgens Standard & Poor’s).
Risico spreiden
Als u belegt, is het cruciaal dat u uw risico spreidt. Zorg er dus voor dat uw kapitaal over verscheidene emittenten verdeeld is. Kapitaalgegarandeerde beleggingsfondsen kunnen u het gevoel geven dat uw kapitaal veilig is. Maar dat is niet het geval als uw beleggingen worden gegarandeerd door één uitgever.
Door de inspanningen van de Belgische toezichthouder op de financiële markten, de FSMA, zijn de informatiefiches van die producten de voorbije jaren er fors op vooruitgegaan. Ze wijzen beleggers op de belangrijkste risico’s die ze lopen met hun inleg. Het is raadzaam dat u die informatiefiches goed leest voordat u een beleggingsfonds koopt. Ze zijn altijd beschikbaar op de website van de betrokken bank.
Afgetopt rendement
Het is niet alleen verstandig dat u uw kapitaal spreidt over meerdere uitgevers, het is ook raadzaam om uw beleggingen te spreiden over meerdere beleggingsstrategieën. Vaak duiken dezelfde mechanismen op die het rendement van gestructureerde beleggingsproducten bepalen.
Veel Belgische banken bieden kapitaalgegarandeerde beleggingsproducten aan die een jaarlijkse coupon betalen, afhankelijk van de prestatie van een korf aandelen. Soms worden de coupons pas uitbetaald op de eindvervaldag. Die producten lijken een mooie manier om te beleggen op de aandelenmarkten, zonder risico’s te nemen met uw kapitaal. Maar minder mooi is de berekening van het jaarlijkse rendement van de aandelenportefeuille. Alle aandelen die zijn gestegen, krijgen een vast rendement van bijvoorbeeld +9 procent, ongeacht of het aandeel met 1 of 50 procent is gestegen. Het maximale rendement van het product bedraagt dus 9 procent, tenminste als alle aandelen in waarde zijn toegenomen.
De aandelen die in waarde zijn gedaald, worden wel integraal meegenomen in de berekening. Soms wordt de daling beperkt tot bijvoorbeeld 25 procent. Als een aandeel fors daalt en alle stijgingen beperkt zijn tot een bepaald percentage, beïnvloedt dat onmiddellijk de prestatie van de portefeuille. Stel dat de portefeuille van zo’n fonds bestaat uit twintig aandelen, waarvan de helft is gedaald (tussen -50 en +50%), zodat het gemiddelde rendement 0 procent is. Als diezelfde positieve koersprestaties automatisch worden vastgeklikt op +9 procent, terwijl de verliezen kunnen oplopen tot -25 procent, bedraagt het gemiddelde rendement van de portefeuille echter -6 procent. De kans dat zo’n product meer opbrengt dan een spaarboekje, is beperkt.
Indexen volgen
Er bestaan ook gestructureerde producten die indexen volgen, zoals de EuroStoxx50 of de S&P-500. We geven daar de voorkeur aan, omdat ze breder en objectiever zijn samengesteld dan een aandelenkorf. Die worden vaak zo samengesteld dat de volatiliteit hoog is. Hoe hoger de volatiliteit, hoe kleiner de kans op hoge coupons. Dat is goedkoper voor de uitgever, aangezien hij de coupons moet betalen. Bij producten die indexen volgen, ontvangt u vaak op de eindvervaldag de prestatie van de index. Dat rendement is naar boven begrensd in ruil voor de kapitaalbescherming.
MATHIAS NUTTIN
Kapitaalgegarandeerde beleggingsfondsen geven het gevoel dat uw kapitaal veilig is. Dat is niet het geval als uw beleggingen worden gegarandeerd door één uitgever.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier