Frankrijk is socialistisch. Nietes. Welles.
De ene kiest voor Ségolène Royal als president, de andere wil Nicolas Sarkozy aan het roer. Martine Reynaers en Sylvie Henquin debatteren over entrepreneurship in Frankrijk, de 35-urenweek, het wilde stakingsgedrag van de Belgen en de hogedrukreiniger van Sarkozy.
In het weekend vertoeft Martine Reynaers in Parijs bij haar vier kinderen en haar echtgenoot. Tijdens de week werkt de Manager van het Jaar 2003 in het hoofdkantoor van Rey-naers Aluminium in Duffel. Tenminste, als ze niet in het vliegtuig zit voor een bezoek aan een van de filialen, die verspreid liggen over 27 landen. “Ik volg de Franse actualiteit meer dan de Belgische,” zegt ze.
Sylvie Henquin kocht in 2003 de Waalse trots Cristallerie du Val Saint-Lambert. De Française uit de buurt van Nancy voelt zich kiplekker in België. Als voorzitter van de Chambre Française de Commerce et d’Industrie des Provinces de Liège et de Luxembourg timmert ze aan een Frans zakennetwerk in België. En toch ging ze voor de eerste ronde stemmen in haar geboortedorp Hierges. “Ik ben gehecht aan die plek. Een dorp met negentig kiezers in de Franse Ardennen. Dertig jaar geleden ben ik zelf nog opgekomen voor de gemeenteraadsverkiezingen. Op de lijst van de Parti Socialiste. Maar ik werd niet verkozen.”
TRENDS. U hebt dus voor Ségolène Royal gekozen?
SYLVIE HENQUIN (VAL SAINT-LAMBERT). “Inderdaad. Zij staat meer open voor onderhandelingen, de dialoog. Maar het feit dat je een vrouw bent, vergemakkelijkt de zaken niet.”
En dan nog een vrouw in Frankrijk.
HENQUIN. “( lacht) Inderdaad, een vrouw in Frankrijk. Er zijn toch nogal wat verrassingen geweest. Iedereen was wel verbaasd dat een vrouw die toppositie kon bereiken bij de Parti Socialiste.”
Er blijft een bepaald machogedrag?
HENQUIN. “Zeker, maar in België heb je dat ook. Hier heb je wel wat meer vrouwen die in de politiek actief zijn.”
MARTINE REYNAERS (REY- NAERS ALUMINIUM). “Ik heb veel respect voor Ségolène Royal. Maar ik zou niet willen dat ze president wordt. Ik was geschokt toen Lionel Jospin, de PS-kandidaat die in 2002 de tweede ronde niet haalde, de handdoek in de ring gooide. Voor wie een verantwoordelijkheid heeft, is dat onaanvaardbaar. En eigenlijk doet Royal hetzelfde. Ze zegt dat ze een vrije vrouw is en dat ze de partij niet nodig heeft. Maar ze heeft een basis nodig.”
HENQUIN. “Ze wil zich positioneren tegenover de oude olifanten. Ook Nicolas Sarkozy heeft dat gedaan tegenover Chirac.”
REYNAERS. “Chirac heeft de voorbije tien jaar niets gedaan. Misschien zorgt Sarkozy voor de verandering. Maar de veranderingen die nodig zijn, zullen niet populair zijn.”
Zou u niet graag twee vrouwen aan het hoofd hebben van de twee machtigste landen in Europa, Duitsland en Frankrijk?
REYNAERS. “Ik sta dichter bij bondskanselier Angela Merkel dan bij Royal. Maar dat heeft misschien te maken met het verschil in temperament.”
HENQUIN. “Royal en Sarkozy zijn een nieuwe generatie. Sommige beslissingen kunnen ze niet nemen omdat die op Europees niveau genomen worden.”
Toch merkwaardig dat een zakenvrouw socialist is?
HENQUIN. “Ik denk het niet. Dat is een cliché.”
Dus u bent voor de 35-urenweek?
HENQUIN. “Ach, weet u, bij Val Saint-Lambert hebben we een gelijkaardig regime. De mensen werken weliswaar 38 uur, maar ze hebben zes extra vakantiedagen in ruil. Die regeling bestond al toen ik het bedrijf overnam. In Frankrijk leidde ik voordien een dienstverlenend informaticabedrijf, Ariane Group. De 35-urenregeling kwam neer op twaalf extra vakantiedagen. We hadden 800 werknemers, maal twaalf dagen. Maak de rekening maar. De mensen werkten minder, dus verdienden wij ook minder. Maar werkt iemand beter omdat hij minder werkt? Ik weet het niet.”
REYNAERS. “Ons management in Frankrijk heeft goed ge- reageerd op de 35-urenweek. We hebben een systeem met variabele werkweken ingevoerd. Als er minder werk is, wordt er minder gewerkt. Als er veel werk is, werken we meer. De 35-urenregeling geldt trouwens alleen voor werknemers in de productie of met uitvoerende administratieve taken. Maar eigenlijk is het Belgische systeem nog rianter. De viervijfdewerkweek wordt gesubsidieerd door de overheid. Dat is bijna vergelijkbaar met de 35-urenweek, ook al is dat systeem uiteraard niet globaal ingevoerd. Als iemand minder wil werken, is dat geen probleem. Maar de overheid moet hem daar niet voor betalen.”
In Duitsland zie je de tegenovergestelde beweging. Langer wer-ken voor hetzelfde loon.
REYNAERS. “Ik denk niet dat de Fransen die 35-urenweek zullen afschaffen. Royal noch Sarkozy is dat van plan. Het enige wat Sarkozy voorstelt, is een 25 % hoger loon voor overuren. Dan willen de werknemers best werken, want ze worden dan goed betaald. Maar ik weet niet of de bedrijven dat willen betalen.”
In Duitsland zijn grondige sociale hervormingen doorgevoerd. Waar blijven de Fransen?
REYNAERS. “De situatie in Duitsland was acuter dan in Frankrijk. Het klopt dat de groei in Frankrijk vorig jaar onder 2 % is gevallen, maar Duitsland heeft een tijdlang een negatieve groei gekend.”
Maar er bestaat in Duitsland toch minder weerstand tegen veranderingen?
HENQUIN. “Er zijn inderdaad minder wilde stakingen.”
REYNAERS. “Frankrijk is een socialistisch land. Zelfs de mensen die rechts zijn, zijn socialisten. Sarkozy zei na de resultaten van de eerste ronde niets over een nieuwe bedrijfsdynamiek. Evenmin riep hij iedereen op zijn verantwoordelijkheid op te nemen. Hij sprak over de armen, hij wou iedereen gelukkig maken.”
Dus is Sarkozy een socialist?
REYNAERS. “De Fransen zijn profondément socialiste.”
HENQUIN. “Voor mij is Frankrijk niet socialistisch, maar eerder profondément de droite. Er bestaat wel degelijk een noodzaak een antwoord te geven op die sociale vragen.”
REYNAERS. “Kijk naar het CPE ( contrat premier embauche). Jongeren konden daardoor makkelijker ontslagen worden. Er brak een golf van protest los.”
HENQUIN. “Het probleem werd in dit geval wel naar later verschoven. Jongeren konden via het CPE een job krijgen, maar daarna ging het terug naar af.”
Wat vindt u van het economische programma van de presidentskandidaten?
REYNAERS. “( haalt een artikel uit Le Figaro te voorschijn) Mevrouw Royal heeft één belangrijk economisch programmapunt: het minimumloon moet omhoog tot 1500 euro bruto. Over de ondernemingen zegt ze niets. Sarkozy zegt evenmin veel over zijn economische programma. De enige, en dat is toch wel erg, die de fundamentele problemen aanpakt, is Jean-Marie Le Pen. Een maximumtarief van 20 % in de personenbelasting. Afschaffing van de 35-urenweek. Dat is een duidelijk standpunt. Je kan het ermee eens zijn of niet, maar het is wél duidelijk. Hij pleit ook voor een gericht protectionisme. Zowel voor Frankrijk als voor de Europese Unie.”
Hoe verklaart u het gebrek aan duidelijke economische standpunten?
REYNAERS. “Al wat de economie aanbelangt, levert geen stemmen op. Kiezers verwachten wel dat een president een duidelijk economisch programma heeft.”
HENQUIN. “Het is allemaal te ingewikkeld. Maar dat is uiteraard onzin. Er wordt wat veranderd in de marge. Er is een gebrek aan verbeelding voor een nieuwe economische dynamiek. Maar zowel voor socialisten als rechts is de bewegingsruimte erg beperkt. Wat kunnen ze doen voor de staatsfinanciën? Ze kunnen aan de ene kant wat meer belastingen heffen, maar dat betekent dat ze elders iets zullen geven.”
REYNAERS. “De beurs in Parijs heeft nauwelijks gereageerd op de verkiezingsuitslag. De wereld van de economie opereert mondiaal. De politieke wereld blijft binnen de eigen landsgrenzen. Ze hebben ook niet veel bewegingsruimte. Ze botsen meteen op Europese regelgeving. Subsidies.”
Heeft Frankrijk een Thatcher nodig, zoals The Economist een aantal maanden geleden stelde?
HENQUIN. “Ik denk niet dat het in Frankrijk zo slecht gaat. Als we toch de vergelijking maken met Thatcher, zou men beter de link leggen naar Royal, die niet zo’n harde tante is.”
REYNAERS. “Thatcher was de juiste persoon in het Groot-Brittannië van de jaren tachtig. Groot-Brittannië en Frankrijk zijn intussen veranderd. Frankrijk heeft vandaag drie prioriteiten: flexibeler arbeidsmarkt, minder bedrijfslasten en het immigratiedossier. Het is toch erg dat er voorsteden zijn waar wetteloosheid heerst. Of scholen waar het onderwijs onmogelijk is. Daar moet iets aan veranderen en het is verbonden met de Franse identiteit. Het was ook een onderwerp tijdens de verkiezingscampagne. Wat Sarkozy wil zeggen, is dat het onaanvaardbaar is dat nieuwelingen zich niet willen conformeren aan de bestaande wetten. Al waren de uitspraken van Sarkozy over het gebruik van een hogedrukreiniger om de voorsteden op te ruimen niet gepast. Men kiest beter voor de dialoog.”
HENQUIN. “Er blijven veel getto’s bestaan. In Brussel heb je belangrijke allochtone gemeenschappen in bijvoorbeeld Sint-Gillis en Schaarbeek, maar in die gemeenten zijn alle lagen van de bevolking vertegenwoordigd. Ik blijf voorstander van een mixité sociale.”
Het strakke ontslagrecht is een van de redenen voor de enorme jongerenwerkloosheid in Frankrijk: bijna 30 %.
REYNAERS. “Het is ook een onderwijsprobleem. Praat met een leraar uit lycea in de banlieues en je weet dat die mensen het moeilijk hebben om hun job naar behoren uit te oefenen. Ze slagen er maar niet in de nodige discipline aan te kweken bij de scholieren. Het integratieprobleem is daaraan gekoppeld. Ik vergelijk het een beetje met de situatie in Brussel. Ook daar is er hoge jongerenwerkloosheid. Maar het strakke ontslagrecht is uiteraard een probleem. Wil je iemand ontslaan, dan moet je als werkgever een duidelijke motivatie geven. Wij hebben verschillende gevallen gekend waarbij we een solide dossier hadden aangelegd, maar uiteindelijk werd het ontslag niet aanvaard. Wat dus betekent dat je de persoon in kwestie opnieuw moet aannemen of erg zware vergoedingen betalen. In België betaal je bij een ontslag en de medewerker vertrekt. Daarmee is de kous af.”
HENQUIN. “In Frankrijk zal de som die de werkgever bij een ontslag moet betalen, lager liggen. Maar het zorgt voor een administratieve rompslomp, en een ontslagdossier komt zeer snel in de juridische sfeer terecht. Ik had daar weinig problemen mee, maar ik was actief in de informatica. Er was een tekort aan informaticapersoneel. We waren al blij als we mensen konden vinden. De informatici kozen gewoon voor de best betalende bedrijven. Natuurlijk is het een last voor de bedrijven als ze iemand willen ontslaan die niet aan hun profiel beantwoordt. Maar in België heb je ook problemen, met de formule-Claeys.”
Een paradox eigenlijk: er is veel werkloosheid, maar een bedrijf blijft terughoudend om mensen aan te werven.
REYNAERS. “De Franse en Belgische situaties zijn op dat vlak vergelijkbaar.”
HENQUIN. “Inderdaad. Ik ben op zoek gegaan naar laaggeschoolde jongeren en ik wou ze opleiden. Wel, ik vond ze niet. Het blijft voor velen moeilijk om de stap naar de arbeidsmarkt te doen.”
REYNAERS. “Vergeet ook niet dat de fiscale druk op de bedrijven in Frankrijk hoog ligt. De vennootschapsbelasting behoort er tot de hoogste van Europa. Er zijn verschillende indirecte bedrijfstaksen zoals de taxe professionelle. Maar als je die vermindert, moeten de uitgaven omlaag en dat is niet evident.”
Zijn de Fransen bang voor verandering? Bij de minste wijziging dreigen ze met betogingen en stakingen…
REYNAERS. “( onderbreekt) … Stakingen? Op vrijdag 13 april trokken we voor een vakantie naar Italië. In de auto op weg naar de luchthaven hoorden we op de radio dat de luchtvaartcontroleurs op de luchthaven van Parijs het werk neerlegden. Er zijn namelijk plannen voor een samenvoeging van de diensten op Roissy en Charles de Gaulle. Maar gelukkig hadden we nauwelijks een probleem. Diezelfde vrijdag legt de brandweer in Zaventem de boel plat. Maandag kom ik met de Thalys uit Parijs. Ik wil mijn treinverbinding nemen naar Mechelen. En ook daar werd er gestaakt. Dus we spreken wel over Frankrijk, maar op hetzelfde moment waren er twee stakingen in België.”
Waait er dan toch een nieuwe wind in Frankrijk? Zelfs de socialisten zijn niet langer vies van de markteconomie?
HENQUIN. “Er is nogal wat veranderd, ook door het beleid van decentralisering. Dat leidde tot de ontwikkeling van competitiviteitsassen. Die veroorzaakten op hun beurt een bepaalde dynamiek in sommige regio’s. Fransen creëren verhoudingsgewijs meer nieuwe bedrijven dan de Belgen. Vooral dienstverlenende bedrijven. Veertig procent van die nieuwe bedrijfsleiders zijn vrouwen. Nogal wat werklozen starten een nieuw bedrijf. Het karige vervangingsinkomen leidt tot die dynamiek. Ze willen hun materiële situatie verbeteren.”
REYNAERS. “De gemiddelde levensstandaard in Frankrijk is inderdaad lager dan in België. De rijkdom is ook veel minder evenwichtig verspreid. De levenskwaliteit in België is beter. Maar Frankrijk is een heel mooi land. De zee, de bergen, de ruimte. Toch zouden 350.000 jonge Fransen in Groot-Brittannië werken, hoofdzakelijk in Londen. De jonge, goed opgeleide Fransman is wel verplicht om naar het buitenland te trekken. Hij kan elders veel beter verdienen en een hogere levenstandaard bereiken. Een land met een talentenvlucht is geen goed land. Onze kaderleden in België verdienen goed geld. Kaderleden in Frankrijk verdienen minder.”
HENQUIN. “Wij hadden dat ook met ons informaticabedrijf in Brussel. Nogal wat grensarbeiders kwamen uit het noorden van Frankrijk. Ze verdienden beter en het was fiscaal aantrekkelijker. Heel wat Fransen pendelen met de hst.”
Alain Mouton Wolfgang Riepl
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier