Frank Vranken over China’s grootste economische steunpakket sinds de pandemie: ‘Er is nood aan een radicale omslag van het economische model’

Pan Gongsheng, gouverneur van de Chinese centrale bank. © WANG ZHAO/AFP via Getty Images
Sebastien Marien
Sebastien Marien Redacteur bij Trends

De Chinese centrale bank heeft een resem maatregelen aangekondigd die de vastgoed- en aandelenmarkten moeten helpen. Het is een ongeziene combinatie van onder meer aankomende renteverlagingen, een cashinjectie van omgerekend meer dan 100 miljard euro voor de aandelenmarkt, en lagere verplichte kasreserves voor de banken. Beursanalist Frank Vranken, die gespecialiseerd is in de Aziatische markten, kijkt het met argusogen aan.    

De Chinese economie gaat gebukt onder een vastgoedcrisis, een lage consumentenvraag en een reëel risico op deflatie. De CSI 300-index, met de grootste Chinese aandelen, verloor sinds zijn piek in 2021 al 40 procent van zijn waarde. De Chinese economie dreigt daardoor haar groeidoelstelling van 5 procent dit jaar te missen, zo klonk het begin deze maand bij Bloomberg. De Chinese centrale bank lijkt nu een ultieme poging te ondernemen om de verwachte groei van het bruto binnenlands product (bbp) dit jaar alsnog veilig te stellen.

Allereerst maakte gouverneur Pan Gongsheng dinsdag bekend dat de kasreserveverplichtingen voor banken worden verminderd met 50 basispunten, waardoor omgerekend 127 miljard euro vrijkomt in de economie. Een verdere verlaging met 25 tot 50 basispunten kan later dit jaar volgen. Lenen kan ook goedkoper worden, want later dit jaar wil de centrale bank de beleidsrente met 0,2 tot 0,25 procentpunten verminderen. Goedkoper lenen moet samen met een verlaagde belasting op tweede verblijven de gekwelde vastgoedmarkt helpen. Volgens Gongsheng komt er tot slot extra ondersteuning voor bedrijven: een liquiditeitsinjectie van 102 miljard euro voor de aandelenmarkt en een steunfonds dat bedrijven helpt om goedkoop geld te lenen en eigen aandelen terug te kopen.

China komt daarmee met het grootste steunpakket sinds de coronapandemie, en de markten reageerden dinsdag positief. De CSI 300 noteert ruim 4 procent hoger. Analisten van Bloomberg verwachten dat de nieuwe maatregelen de economische groei van China dit jaar nog met 0,2 procentpunten zullen verhogen. Of dat genoeg is om China’s beoogde groei van het bpp te verwezenlijken, is onduidelijk. Frank Vranken, chief strategist bij Edmond de Rothschild, is sceptisch.

‘Geef de Chinese burgers een sociale zekerheid die naam waardig’

Frank Vranken, Edmond de Rotshschild

“Het is nog zeer de vraag of dit grote pakket ook echt is wat de Chinese economie nodig heeft. Komt er een herstel, of zitten we in een scenario dat vergelijkbaar is met de crisis van Japan in de jaren tachtig? Er zijn namelijk veel overeenkomsten. De Chinese consument heeft geld verloren door zijn investeringen in vastgoed, en bedrijven zitten met een hoge schuldenlast. Dat is in mijn ogen de kern van de economische problemen in het land. De maatregelen die China nu aankondigt, maken leningen en vastgoed wel interessanter, maar als dit een Japan-scenario is, zal dat niet voor een grote structurele groei zorgen. Er is namelijk te weinig vraag naar vastgoed en leningen bij consumenten. Je kunt het paard wel naar het water leiden, maar je kunt het niet dwingen te drinken.”

Pijnpunten van het marxisme

Volgens Vranken slaagt China er niet in een oplossing te vinden voor de zwakke consumptie, en dat heeft volgens hem te maken met ideologie. “Je moet naar China kijken met een Chinese bril. Het economische beleid van de overheid is sterk gebaseerd op het marxisme, en de klemtoon ligt altijd bij de aanbodzijde, de productie. China wil meer exporteren en zo marktaandeel veroveren in sectoren wereldwijd, maar zijn export en technologische ontwikkeling worden afgeremd in de huidige geopolitieke context. Verder kijkt de overheid nauwelijks naar de vraagzijde. Die wordt zelden gestimuleerd.”

Vranken verwijst naar recent nieuws over de Chinese pensioenen. Voor het eerst sinds 1978 is de wettelijke pensioenleeftijd in China opgetrokken. Voor mannen van 60 naar 63 jaar en voor vrouwen van 55 naar 58 jaar. Maar de realiteit is dat de gemiddelde Chinees pas op zijn 66ste stopt met werken. “Geef de Chinese burgers een sociale zekerheid die die naam waardig is. Dat kan hen vertrouwen geven, waardoor de vraag kan stijgen. Het probleem van elk communistisch beleid komt altijd neer op een verkeerde allocatie van middelen”, beklemtoont de analist.

Aan de kant van de bedrijven ziet Vranken de situatie ook nog altijd somber in, ondanks de groei van de CSI 300-index van dinsdag. “We zien dat de Chinese aandelen zijn gestegen, evenals bepaalde Europese aandelen die sterk afhankelijk zijn van de Chinese markt. Dat is met name in de luxekleding en -accessoires“, merkt Vranken op. “Het optimisme rond deze maatregelen kan inderdaad leiden tot een paar dagen van groei op de aandelenmarkten, maar structurele groei is alleen mogelijk als de winst per aandeel van de bedrijven stijgt. Dat is niet mogelijk in een markt waarin de groei vertraagt. Ik verwacht dat we pas een heropleving zullen zien als China een reeks maatregelen neemt waarmee de overheid in feite schulden van de bedrijven overneemt. Er is nood aan een radicale omslag van zijn economische model, zoals het land in het verleden al eerder heeft gerealiseerd”, besluit hij.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content