Flower power in de ruimte
Eind deze maand wordt Frank De Winne de tweede Belgische astronaut in de ruimte. Zijn bezigheden gingen hem alvast vooruit: vorige week werd alvast een reeks experimenten naar het International Space Station (ISS) omhoog gestuurd. Vier daarvan zijn afkomstig van de Kruibeekse onderneming Verhaert.
Het is verre van een primeur voor chief executive officer Paul Verhaert (56). Tweemaal per dag, rond 10 uur ‘s morgens en 10 uur ‘s avonds, vliegt de Proba-satelliet op enkele kilometers hoogte over België. “Toch wel een speciaal gevoel, hoor,” geeft hij toe. Maar ijdelheid is hem vreemd: interviews geven over geleverde prestaties laat hij liever over aan de projectmanagers of de verantwoordelijken van de bedrijfseenheid.
Het witgemuurde bureau van Verhaert oogt kaal, bijna ongebruikt. Slechts één schilderij prijkt aan de muur, een raketimpressie van zoon Koen, die nu de business development doet bij de afdeling industriële productontwikkeling. “Ik doe aan management by wandering around. Ik loop de hele dag rond en mijn mails lees ik thuis. In mijn bureau kom ik bijna nooit.”
De aard van het werk maakt een andere managementstijl zeer moeilijk. “Als je honderd balpennen maakt, weet je precies wanneer er tachtig klaar zijn. Maar als je die balpen aan het ontwerpen bent, is het veel moeilijker te weten wanneer je 80% van een balpen hebt.” Bij de Kruibeekse onderneming lopen permanent veertig projecten, soms bestaat de helft van de kwartaalomzet uit werken in uitvoering, legt Verhaert uit. Resultaten zeggen niets wanneer je niet in de diepte weet wat er gebeurt.
Als kind leerde hij al hoe een bedrijf werd gerund. Terwijl de soep werd uitgeschept, besprak vader – natiebaas bij graanstouwer De Trouw – de problemen waarmee hij werd geconfronteerd. Verhaert begreep het belang van een holistisch beeld over het bedrijf: human resources, financiën, technologie, als CEO wil hij het naadje van de kous weten.
Verhaert is een vintage Antwerpenaar: hij werd geboren in Hove, groeide op aan de Mechelsesteenweg, en nu woont hij amper een paar honderd meter verder. Na zijn studies Grieks-Latijnse bij de jezuïeten studeert hij tussen 1963 en 1968 in Eindhoven, aan de Akademie voor Industriële Vormgeving. “Mijn vader wilde zelf apotheker worden, maar mocht niet. Dat wou hij zijn kinderen niet aandoen. Maar hij heeft wel een paar keer moeten slikken toen ik met industrieel design afkwam.”
De jonge designer legde zich toe op investeringsgoederen. “Ik ben een mei ’68’er. Consumentengoederen, dat was not done. Die zijn minder wezenlijk: hebben we vernieuwing X of Y echt nodig?” Voor ICN, de Mechelse dochter van een Amerikaans farmabedrijf, ontwierp hij een gammateller, die op de Leipziger Messe werd uitgeroepen tot Toestel van het Jaar. Een jaar later startte hij met Verhaert Design and Development.
In 1985 begonnen de BBL-selfbanking-automaten het straatbeeld te kleuren. Een jaar eerder rolde Verhaert bijna per toeval de ruimtevaart in. Spuitgieterij Pedeo Techniek vroeg de Kruibekenaren voor het Soret Coefficient Experiment, een order van nog geen 100.000 euro. Nu staat ruimtevaart voor 70% van de omzet – 10,3 miljoen euro in 2001, maar voor dit jaar mikt Verhaert op 17,5 miljoen euro – en is Paul Verhaert directeur van de Vlaamse Ruimtevaart Industrie, president van Belgospace en bestuurder van de Flemish Aerospace Group. Ruimtevaart leeft: dit jaar studeren 160 Vlaamse jongeren aan de faculteit lucht- en ruimtevaart van de Universiteit Delft. Potentiële werknemers, want het concept – systemen bouwen – is hetzelfde als bij Verhaert. “Tot nu toe wierven we bijna altijd rechtstreeks uit de campus aan. Misschien moeten we iets meer mensen aannemen die het technische metier beheersen.”
De ondernemer houdt nog 70% van de aandelen aan in de houdstermaatschappij Verhaert Consultancies, de rest zit bij Almanij. Van de meer horizontale benadering – Design & Development leverde ontwerpen, Product Services de hardware – schakelde het bedrijf vorig jaar over op een transparantere sectorbenadering: Verhaert New Products & Services doet de industriële productontwikkeling, Design & Development is de ruimtevaarttak. Die markt wordt beheerst door twee giganten, Alenia en Astrium. “Op termijn moeten we daar een groter geheel creëren, met andere KMO’s uit onze branche. We zijn bereid om participaties te nemen”, geeft Verhaert mee. De groep omvat verder een aankoopbureau in Azië ( Verhaert Products Asia) en een 40%-participatie in Lambda-X, een ULB-spin-off die technologie ontwikkelt voor optische systemen.
Ontwikkelen is de link leggen tussen technologie en een nieuw product. Per definitie een leerproces. Verhaert doceert elke vrijdag productontwikkeling aan de Hogeschool Antwerpen. De organisatie van het bedrijf is de basis van de cursus. Hij is ook bestuurder van het Antwerps Innovatie Centrum, waar hij geconfronteerd wordt met nieuwe vindingen van de universiteit. “Wij zijn geen betere ingenieurs dan anderen, maar we weten het proces te beheren. Van alle ideeën wordt gemiddeld 5% een product. Bij ons is de efficiëntie van die doorstroming essentieel, terwijl het bij een gemiddeld bedrijf alleen een kostenpost op de balans is.”
Verhaert geeft veel vrijheid aan zijn 160 werknemers, maar is tegelijk veeleisend en direct. “Hij geeft tips, laat weten waar hij naartoe wil. Je kan met hem een gloeiende discussie hebben, maar de dag nadien is dat over,” klinkt het. Toch is hij niet te beroerd om in te grijpen wanneer iemand de kantjes eraf loopt. “Een tweede kans krijg je, maar niet tot in het oneindige.”
Zelf begon de verwoede zeiler – zijn jacht in Barcelona ligt maximaal drie weekends doelloos te dobberen – vorig jaar aan zijn tweede periode als CEO. Onder Pieter Holbroeck maakte het bedrijf in 2000 een financieel rotjaar mee door problemen met het International Space Station. Een mismatch, geeft Verhaert toe. “We zijn in vrede uiteengegaan, maar ik had het me anders voorgesteld.” Toch is hij niet zinnens uit te bollen. “Dit is een people’s business. Ik doe nu zelf opnieuw de relaties met de European Space Association.” Hoelang blijft hij nog aan de stuurknuppel? “Ergens tussen drie weken en dertien jaar.”
Luc Huysmans [{ssquf}]
“Ik ben een mei ’68’er. Consumentengoederen, dat was ‘not done’.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier