Europese economie is voorlopig nog de groenste
Europa heeft nog altijd de meest groene economie, maar China, Brazilië en Zuid-Korea bedreigen steeds meer die leiderspositie. De groene motors van Europa zijn Denemarken, Duitsland, Portugal, België, Nederland, Ierland, het Verenigd Koninkrijk en Spanje.
Dat blijkt uit het masteronderzoek van Sven De Neef (Handelswetenschappe, HUB-Ehsal) dat door Geert Noels van Econopolis werd begeleid. Om te peilen hoe groen een economie is, stelde hij Green Economy Indicator (GEI) samen. Vijf categorieën (energie, uitstoot, milieu, wagenpark en innovatie) en acht indicatoren, gebaseerd op gegevens van Eurostat, de Europese Commissie, de OESO en het Internationaal Energie Agentschap, leveren een score op voor de periode 2000-2008.
Dat ons land vrij hoog scoort, mag verrassend heten. Begin vorige week klaagden de milieubewegingen nog aan dat ons land als enige West-Europese land – de andere slechte leerlingen zijn Polen, Estland en Roemenië – nog altijd geen plan heeft ingediend bij de Europese Commissie over hoe het denkt de 20-20-20-doelstellingen van het Europese Klimaat-plan te halen.
Het neemt niet weg dat de milieuprestaties van ons land er in de periode 2000-2008 zeker niet op achteruit zijn gegaan. Een rapport van Agoria, de sectorfederatie van de technologische industrie, toonde vorig jaar al dat de energieprestaties sterk verbeterd zijn. De luchtvervuiling (vluchtige organische stoffen, zwaveldioxides en stikstofoxides) daalde met 36 tot 42 procent. De uitstoot van fijn stof lag in 2008 liefst 39 procent lager dan aan het begin van dit millennium, terwijl die van CO2 met 11,5 procent is verminderd. Het energieverbruik nam af met 8,4 procent, terwijl ook het verbruik per geproduceerde eenheid sterk daalde. Toch, merkt Agoria fijntjes op, is de energiefactuur voor de technologische bedrijven niet verminderd. Vooral door de stijgende olieprijs, taksen en meerkosten op energie. Voor gas wordt nu dubbel zoveel betaald als in 2000, voor elektriciteit twee derde meer.
Ook het waterverbruik – iets wat niet in de GEI-indicator is opgenomen – van de Agoria-leden gebeurt duurzamer: hemelwater en gerecupereerd water voorzien in 23 procent van de behoeften van de technologische industrie. Toch lijkt de rek er wat uit. Het waterverbruik daalde tussen 1995 en 2005 met 33 procent, sindsdien nam het opnieuw met drie procent toe. Door het duurzamer verbruik bleef het gebruik van leiding-, grond- en oppervlaktewater lichtjes afnemen. De lozing van verontreinigde stoffen naar het oppervlaktewater is, afhankelijk van de stof, met 12 tot 59 procent verminderd.
Ook de particulieren maken een groene omslag. In 2009 trokken de Belgen voor 519,5 miljoen euro aan groene investeringen af in hun belastingaangifte, ruim 40 procent meer dan het jaar voordien. De stijging zou in 2010 nog doorzetten, werd vorige week bekendgemaakt. Bijna één op de tien gezinnen maakt nu gebruik van de groene fiscale aftrekmogelijkheden. Absolute topper zijn de zonnepanelen.
Stevige inspanningen
Maar ons land scoort niet altijd even consistent. In vergelijking met 2000 slaagde België erin om, na Denemarken, Duitsland en Portugal, zijn GEI-score het meest te verbeteren. Maar in absolute waarde zit in ons land pas in een derde peloton, ver na de koplopers Denemarken, Portugal en Zweden. “In België blijft de perceptie achterop bij wat er gebeurt”, meent De Neef. “Daarnaast was er voor 2000 amper aandacht voor het hernieuwbare in België. Maar sindsdien zijn er hier stevige inspanningen geleverd, terwijl dat elders veel minder gebeurde. Maar we kunnen zeker nog meer doen. Door onze dichte bevolking en onze ligging hebben we veel mogelijkheden, bijvoorbeeld om een performant smart grid (slim elektriciteitsnetwerk, nvdr) op te zetten.”
Bovendien bengelt België helemaal achteraan op de ranglijst van het percentage overheidsontvangsten uit milieubelasting. Opvallend: in die rangschikking prijken achteraan ook Duitsland, Zweden, Spanje en Frankrijk. Aanvoerders zijn dan weer landen die, op Denemarken en Nederland na, doorgaans een minder uitgesproken groen imago hebben, zoals Malta, Bulgarije en Cyprus. “Een land als Malta is een van de meest vooruitstrevende bij het realiseren van een smart grid. Maar het is ook gewoon zo dat in België vooral arbeid wordt belast, terwijl Denemarken, dat ook een hoge belastingdruk kent, in zijn fiscale mix veel meer aandacht heeft voor energie en milieu.”
Uit het onderzoek blijkt de dominante rol van Duitsland in het groene verhaal. Onze oosterburen zijn, vooral dankzij de windmolenparken, goed voor 40 procent van de Europese hernieuwbare-energieproductie. Spanje is goed voor een kwart, Italië voor 11 procent en Frankrijk voor een tiende. De 23 andere landen van de Europese Unie zijn goed voor de resterende 14 procent.
Alternatieve financiering
Europa is zonder meer de groenste economie. Dat blijkt ook uit het onderzoek. Het oude continent produceert in absolute aantallen veruit het meest groene elektriciteit, ruim twee derde meer dan de Verenigde Staten of China. Maar die leiderspositie wordt zwaar bedreigd. De groene stimuli in China bedragen het dubbele van de Amerikaanse, en meer dan vijf keer meer dan die in Zuid-Korea en Europa. Per hoofd van de bevolking voert Zuid-Korea de ranglijst aan, voor de Verenigde Staten, Duitsland, China en Frankrijk. “Wij hebben soms de indruk dat China enorm vervuilend bezig is, maar hun groene inspanningen zijn echt enorm. Europa heeft een vooruitstrevend systeem van emissierechten, en het streeft naar een bindend en verregaand klimaatakkoord. Maar het moet extra inspanningen doen om zichzelf te kunnen blijven verkopen als de groene voorloper”, meent De Neef.
Volgens de onderzoeker zou een groot plan nuttig zijn om Europa voort te helpen op het pad van de groene economie. Sleutelementen daarin moeten zijn: energie-efficiëntie, meer hernieuwbare energie, meer fondsen voor onderzoek en ontwikkeling, investeringen in een smart grid en in de infrastructuur voor elektrische wagens. “Door de slechte staat van de Europese overheidsfinanciën zal Europa verder uit moeten kijken naar alternatieve financieringsmiddelen, zoals groene obligaties en milieubelastingen.”
Door luc huysmans
De uitstoot van fijn stof lag in 2008 liefst 39 procent lager dan aan het begin van dit millennium, terwijl die van CO2 met 11,5 procent is verminderd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier