Bruno Leijnse
Europa moet zaaigeldwoestijn doen bloeien
Europa kan meer economische groei halen uit zijn informaticasector. Startersfondsen zijn een begin.
In tien jaar tien ‘Future Internet’-bedrijven creëren met 100 miljoen omzet. Dat moet volgens Wim De Waele, CEO van het onderzoekscentrum IBBT, het doel zijn van de Vlaamse ICT-industriepolitiek. Eén miljard nieuwe omzet in een domein dat volgens Agoria vandaag goed is voor 4 procent van het bbp. Zo’n vooruitgang kan niet komen van bestaande ICT-bedrijven. Hij moet komen van starters met durfkapitaal en een gedurfd businessplan. De kansen liggen voor het grijpen in onder andere de gezondheidszorg, mobiliteit en groene technologie.
Maar om tien ‘Future Internet’-bedrijven met honderd miljoen omzet over te houden, moet je minstens honderd starters aan de lijn brengen. Doen we dat? Vier jaar na de oprichting van zijn incubator en drie jaar na de oprichting van zijn zaaikapitaalfonds, maakt het IBBT in Gent volgende week de balans op. We zijn veraf van ons miljard euro nieuwe omzet.
Internetondernemers sneuvelen meestal al bij de eerste horde: de speurtocht naar zaaikapitaal dat de stap van prototype naar markt moet overbruggen. Institutionele partijen staan weigerachtig tegenover kleine dossiers. Businessangels met ICT-ervaring zijn schaars. Wie een paar honderdduizend euro nodig heeft, zoekt teleurstelling.
De gecumuleerde durfkapitaalinvesteringen in ICT-bedrijven liggen in de VS zes keer hoger dan in Europa. Als er inderdaad een verband is tussen innovatie en risicokapitaal, dan heeft Europa daar een enorm competitief nadeel. Elke Europese regio heeft dat onderhand begrepen en heeft zijn eigen versie van onze Arkimedes-fondsen gecreëerd. Het resultaat is versnippering, kleinschaligheid en een gebrek aan specialisatie. Dat leidt tot een zwakke selectie en investeringen in ‘me too’-bedrijven, die sowieso al kampen met de handicap van de versnipperde Europese markt.
Een antwoord ligt in een Europees initiatief om zaaigeldfondsen op te zetten met voldoende kritische massa, bijvoorbeeld via het Europees Investeringsfonds. Een Europese euro investering voor elke regionale euro, als een hefboom voor lokaal publiek en privaat initiatief.
Maar Europa is inefficiënt als het op subsidieprogramma’s aankomt. Het beheer van het Europese zaaigeld zou in handen moeten komen van private, gespecialiseerde fondsen, met management met hands-on-ervaring, voldoende omvang voor vervolginvesteringen en mechanismen om te vermijden dat het bestuur wel de beheersvergoedingen opstrijkt, maar bij een mislukking fluitend wegloopt.
Om private investeerders te overtuigen geld te stoppen in risicovolle starters is een extra stimulans nodig. De Nederlandse formule van Seed Capital Technostarters kan een voorbeeld zijn: privaat geld samenbrengen met overheidsgeld, maar tegelijk het risico voor de privé-investeerder beperken en hem een groter rendement geven dan de overheid in geval van succes.
Zaaigeld op zich zal van Europa geen Silicon Valley maken. Het IBBT mikt ook op nieuwe vormen van coaching en op een verplichting van overheidsagentschappen om een deel van hun aanbestedingen bij innovatiebedrijven te doen. Maar zoals water in de woestijn, is zaaigeld een must.
Trends-journalist Bruno Leijnse
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier