Christopher Lockwood

‘Als Biden zich gedeisd houdt onder verkiezingsdruk, moet Europa aan de bak voor Oekraïne’

Christopher Lockwood redacteur Europa van The Economist

Nu de oorlog in Oekraïne lijkt uit te draaien op een uitputtingsslag, mag de uitkomst niet afhankelijk zijn van de Verenigde Staten ­alleen. Europa moet meer doen.

Het wordt duidelijk dat, tenzij er op het laatste moment nog een wonder gebeurt, het Oekraïense tegenoffensief mislukt is. Na vijf maanden van bloedige en dure ­inspanningen zijn de resultaten minimaal. Geen enkele grote stad is ingenomen en slechts ongeveer 400 vierkante kilometer grondgebied is bevrijd, minder dan 0,1 procent van de oppervlakte van Oekraïne. Rusland bezet nog altijd ongeveer 18 procent van het land. De helft daarvan dateert van 2014 toen het de Krim annexeerde en het oostelijke Donbas inpikte. De andere helft is wat er rest van het grondgebied dat het inpikte na de ­invasie van februari 2022.

Dat alles voorspelt een lange en slijpende uitputtingsslag, en de ­Oekraïners moeten er klaar voor zijn. Rusland is dat zeker. De strategie van Vladimir Poetin is wachten tot het Westen moe wordt. Een lange oorlog speelt in op zijn sterke punten. Als wrede dictator die ­dissidenten geleidelijk het zwijgen heeft opgelegd, maakt hij zich weinig zorgen over de publieke opinie. De Russen tonen sowieso weinig tekenen dat ze zich tegen de oorlog zullen keren, deels omdat de hoge olieprijs de effecten van de westerse sancties heeft afgezwakt. Rusland zal onverdroten doorgaan. Maar in Europa, en vooral in Amerika, dreigt het gevaar dat kiezers en beleidsmakers moe worden.

Ieder jaar 42 miljard nodig

Er is te veel gerekend op het tegenoffensief en er is te weinig voor­bereiding geweest op een lange oorlog. Dat moet veranderen. Oekraïne noch Rusland heeft belang bij een vrede die de huidige situatie consolideert. Voor Oekraïne is het onaanvaardbaar dat Rusland de veroverde gebieden behoudt, niet het minst vanwege de economische gevolgen van het verlies van het grootste deel van de zuidkust. Maar voor Rusland ziet de ­invasie er nog altijd uit als een ­mislukking, omdat het geen van de vier provincies die het in september 2022 annexeerde volledig ­controleert. Verwacht dus niet dat beide partijen in 2024 zullen proberen tot een vergelijk te komen.

De nieuwe realiteit vraagt om een nieuw beleid, vooral van de Europese leiders. Hoewel Amerika aanvankelijk de belangrijkste wapenleverancier van Oekraïne was, verhoogde Europa zijn steun in 2023 en op 31 juli had het Amerika nipt ingehaald. Het heeft dat echter gedaan door zijn eigen reserves aan tanks, munitie en raketten leeg te maken. Zonder nieuwe grote investeringen in defensieaankopen kan Europa dit tempo niet volhouden. En hoewel de productie in ­faciliteiten opgevoerd kan worden, zal dat niet genoeg zijn. Om defensiebedrijven zover te krijgen dat ze in nieuwe faciliteiten investeren, hebben die grote, meerjarige toezeggingen van regeringen nodig.

Voor de niet-militaire hulp ziet het er beter uit, vooral voor de financiering om Oekraïne te helpen de gapende begrotingstekorten te dekken. In juni beloofde de Europese Unie 50 miljard euro extra ­financiële steun aan Oekraïne in 2024-2027. Daarmee staat Europa ver boven Amerika voor de totale steun aan Oekraïne. Volgens het Kiel Institute for the World Economy bedroegen de Amerikaanse toezeggingen eind juli 69 miljard dollar, tegenover 155 miljard dollar voor de Europeanen (de EU plus Groot-Brittannië, Noorwegen en Zwitserland). Maar het begrotingstekort van Oekraïne, ruwweg 20 procent van het bbp, betekent dat het land elk jaar ongeveer 42 miljard dollar nodig heeft om het hoofd boven water te houden. Daar komt de wederopbouw nog bij. 50 miljard euro in vier jaar is dus niet genoeg. De Europese ­regeringen kunnen het zich ­gemakkelijk veroorloven om beter te doen. Maar willen ze dat ook?

Leuk of niet

De waarheid is dat Europa niet ­langer op Amerika kan rekenen om deze strijd te leiden. De nieuwe voorzitter van het Huis van ­Afgevaardigden, Mike Johnson, begon zijn termijn met het blokkeren van de poging van president Joe ­Biden om toestemming te krijgen voor een nieuw pakket van 61 miljard dollar aan militaire steun voor Oekraïne. Donald Trump is een mysterie, omdat hij zichzelf vaak heeft tegengesproken over Oekraïne, net als over zoveel andere zaken. Biden, die Oekraïne tot nu uitstekend heeft gesteund, vindt het politiek gezien misschien te moeilijk om de Republikeinen daarover te bevechten, nu de verkiezingen in november naderen. Alle G7-landen hebben afgesproken bilaterale veiligheidsgaranties voor Oekraïne te ­geven, maar geen daarvan heeft dat al gedaan.

Europa moet dus, of het dat leuk vindt wil of niet, meer verantwoordelijkheid nemen om Oekraïne te steunen. Dat betekent meer geld in de vorm van directe financiële steun, maar ook veel meer investeren in militaire uitrusting, zodat het Oekraïne kan bewapenen ­zonder zichzelf weerloos te maken. Het kan ook helpen door de toe­treding van Oekraïne tot de Unie te versnellen. Oekraïne werd in juni 2022 formeel geaccepteerd als kandidaat-lidstaat, maar de formele toetredingsonderhandelingen zijn nog niet begonnen. Oekraïne heeft, ingebed in de enorme Europese economie, een veel betere kans om stand te houden ­tegen Rusland – en om Poetin te overleven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content