Europa laat zich melken
De Europese melkvee-industrie huivert bij de gedachte om het natuurlijke hormoon rBST te gebruiken. In landbouwkringen oppert men dat de consument geen melk wíl kopen die op die manier wordt geproduceerd. Maar diezelfde consument betaalt daar wel een hoge prijs voor. Hoelang nog ?
Californië.
De zon straalt en een frisse bries van de Stille Oceaan zorgt voor een aangename afkoeling. In de ogen van de Californische melkboer glinsteren de dollartekens. “Kijk, de koeien wachten ongeduldig om gevoed te worden. Een grote eetlust betekent een grote melkproductie,” vertelt hij aan de laatstejaars van de Hogeschool Gent, afdeling biotechnologie en landbouw, op studiereis in de Golden State.
Californië is ruim 2000 melkveebedrijven rijk, goed voor een melkveestapel van 1,2 miljoen dieren. Door de korte regenperiode en de rijkelijke aanwezigheid van gevarieerde voeding (zoals katoenzaad en luzerne) zetten de koeien uitstekende prestaties neer. Het gros haalt een gemiddelde productie van 10.000 liter per jaar. Ook 15.000 liter is geen uitzondering. De Belgische boer moet het doorgaans stellen met een gemiddelde van 6000 liter per jaar en een kleinere bedrijfsgrootte.
De VS-boer kan zijn concurrentiepositie nog verstevigen omdat hij van de overheid makkelijker de toelating krijgt om uit de mogelijkheden van de biotechnologie te putten. De eerste gecommercialiseerde gentechnologie heet rBST ( recombinant Bovine Somatotropin) en laat toe de melkproductie te verhogen (zie kaderstuk : Wat is BST ?). In november ’93 liet de Amerikaanse Food and Drug Administration het gebruik van rBST toe. Algemeen wordt verwacht dat tegen het jaar 2000 één Amerikaanse koe op drie zal worden behandeld met het additief.
In Europa is rBST zeker tot eind 1999 verboden. Niet toevallig loopt dan ook het huidige melkquotasysteem af waarbij elke lidstaat een beperkte hoeveelheid melk mag produceren. Het gebruik van rBST roept in Europa economische en maatschappelijke weerstanden op waar men zich in de VS nauwelijks druk om maakt. Jos Matthys, lid van het hoofdbestuur van de Belgische Boerenbond legt de afkeurende houding ten aanzien van rBST uit : “We evalueren biotechnologische toepassingen op basis van drie criteria. Vooreerst de klassieke pijlers : veiligheid, werkzaamheid en kwaliteit. RBST voldoet hieraan. Maar voor niet-levensnoodzakelijke producten is ook een economische noodzaak vereist. Ten slotte peilen we naar de maatschappelijke impact van het gebruik van rBST. Op basis van deze laatste twee criteria zijn we tegen het gebruik van rBST.”
Europese melkvee-industrie is niet langer competitief
De Europese melkveebedrijven hebben rBST niet nodig. Tenminste als men de horizon beperkt houdt tot het quotabeleid. De boeren moeten nu al de koeien intomen om niet boven de individuele quota te gaan. Met het quotasysteem wil de Europese Unie de boeren een behoorlijke melkprijs garanderen. Maar intussen slorpt het landbouwbeleid nog altijd meer dan de helft van de Europese begroting op. RBST toedienen aan koeien zou een ongewenste productiestijging veroorzaken. Daarenboven laat het additief toe met minder koeien evenveel melk te produceren. Sommigen vrezen dat de lege plaatsen in de stallen dan worden aangewend voor de productie van rundvlees, wat de prijzen in deze sector die nu al door de dollekoeienziekte wordt geteisterd nog meer onderuit kan halen.
Aan de andere kant van de wereld ontplooit zich echter een nieuwe afzetmarkt. Vooral in Azië moeten niet alleen meer monden gevoed worden, ook het groeiende inkomen laat een meer proteïnerijkdieet toe. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) voorziet dat de groeiende wereldvraag naar melkproducten de komende vijf jaar volledig zal worden opgevangen door landen die rBST gebruiken. Daar zal de melkproductie onder impuls van rBST met 16 miljoen ton stijgen. De VS zal daarvan 50 % voor zijn rekening nemen. Het nieuwe zuivelbeleid in de VS beboet niet langer bedrijven die hun productie verhogen. Daardoor prijzen de meer rendabele bedrijven de minst rendabele uit de markt. Een andere gevolg is dat de melkproductie zich concentreert op die plaatsen waar dat het productiefst kan : de regio van de westkust.
De grafiek Evolutie melkproductie toont aan dat alleen landen die niet aan quota’s zijn gebonden, in de toekomst de toenemende vraag zullen kunnen opvangen. In een liberaliserende wereldvoedselmarkt dreigt dit de Europese landbouw zuur op te breken. Xavier Dekuiper, adjunct-kabinetschef bij het ministerie van Landbouw : “Theoretisch gezien is de Europese melkvee-industrie niet langer competitief. Europa moet weten wat het wil. Karrenvrachten regels opleggen én de biotechnologische toepassingen tegenhouden, is van het goede te veel.” Europa voelt de bui hangen en laat dan ook experimenten met het gebruik van rBST toe. Experimenten in Nederland lieten een productiestijging van 20 % optekenen.
RBST verhoogt ook onrechtstreeks de productiviteit. Op voorwaarde tenminste dat aan het gebruik van het hormoon een doordacht voedselprogramma is gekoppeld. Grotere bedrijven zijn hiertoe het best in staat. De trend naar minder, maar productievere bedrijven zet zich in Californië door. Een typevoorbeeld is de Maddox-dairy, waar 3400 koeien driemaal per dag gemolken worden.
Maatschappelijke aanvaardbaarheid van hormonen
“Zolang de consument bereid is te betalen voor de Europese landbouwpolitiek, voor duurdere maar zogezegd zuivere melk, maakt rBST weinig kans,” zegt Xavier Dekuiper. “We worden hier evenwel geconfronteerd met een huizenhoog gebrek aan informatiedoorstroming naar de consument.” Sinds de dollekoeienziekte is Europa als de dood voor landbouwproducten die niet op een natuurlijke wijze bekomen worden. Bij het woord hormoon staat de verbruiker op zijn achterste poten. “Melk gefabriceerd met behulp van rBST zou het ijzersterke imago van melk aan diggelen slaan met een instorting van de markt tot gevolg,” is de vrees die leeft binnen landbouwkringen.
Nochtans kan men rBST niet over dezelfde kam scheren als de geslachtelijke hormonen aangewend (legaal in de VS) bij het fokken van rundvlees. Het lichaamseigen en afbreekbaar karakter van rBST maken het volstrekt veilig.
Bij een gebrek aan informatie heeft de consument analoge vooroordelen tegenover andere biotechnologische toepassingen. Dat bemoeilijkt de strategie de consument te laten kiezen aan de hand van etikettering. Voor rBST is dat helemaal onbegonnen werk omdat gewoon niet te controleren valt of koeien rBST toegediend kregen. Het hormoon zit immers sowieso in de melk. Na een juridische slag hoeven de VS-boeren het gebruik van rBST niet langer te vermelden op de verpakking. Het merendeel van de Amerikaanse verbruikers ligt er niet wakker van. Europa voert trouwens zij het miniem al rBST-melk in vanuit de VS.
“We moeten een evenwicht vinden tussen de Europese gevoeligheden en de economische realiteit. Tenslotte is landbouw een economische sector,” zegt Xavier Dekuiper. “Maar onze stengere milieunormen of ethische bezwaren opdringen in de onderhandelingen van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) zal op ernstige bezwaren stuiten in de VS.” In principe erkent de WTO alleen het criterium van veiligheid voor de consument om de handel te blokkeren. RBST is veilig binnen normale standaarden. Maar na het dollekoeiendebacle wil Europa niet de minste risico’s nemen. Alvast tot 2000 draait de consument daarvoor op.
DAAN KILLEMAES
AMERIKAANS MELKVEE Met behulp van het veilige groeihormoon rBST snoept de Californische melkvee-industrie almaar meer wereldmarktaandeel af van Europa.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier