Europa is een watje
De Europese Commissie kan roaming veel goedkoper maken. Maar dat doet ze niet omdat ze concurrentie wil scheppen. Ondertussen blijven mobiele internetdiensten jarenlang ondergebruikt.
Roaming – zeg maar gsm’en in het buitenland – is ontzettend duur. De Europese Commissie reguleert de EU-kleinhandelsprijzen voor roaming sinds 30 juni 2007. Eerst alleen voor spraak, vanaf 2009 ook voor sms en binnenkort voor spraak, sms én mobiel internet. Vanaf 1 juli 2012 kost zelf bellen in het buitenland 29 cent per minuut, gebeld worden 8 cent per minuut, sms’en 9 cent en mobiel internet 70 cent per megabyte. Allemaal zonder btw. De prijzen dalen verder in 2013 en 2014. Het Europees Parlement en de Raad moeten de regeling nog goedkeuren.
De maatregel lijkt op zijn voorgangers. Een lichte verbetering op het terrein en een schande voor de Europese eenheidsgedachte en voor de eengemaakte markt. De Europese Unie blijft accepteren dat haar inwoners voor een identieke dienst tientallen, zelfs honderden procenten meer betalen wanneer ze die dienst in een ander EU-land consumeren. Alsof de camembert in Frankrijk of de voetbaltickets van Barcelona tientallen procenten meer mogen kosten als de kopers reizigers zijn.
Europa verarmt op die manier zijn eigen economie. De optie ‘data roaming’ uitschakelen is het eerste wat je doet op je nieuwe smartphone – als je werkgever dat al niet in je plaats heeft gedaan. Terwijl net die nieuwe internettoepassingen bijzonder handig zijn in het buitenland. De internationale gebruikersorganisatie Intug heeft een lijst van bedrijven die hun productiviteit willen opdrijven met internationale mobiele toepassingen – maar het niet doen wegens de roamingkosten.
De Europese Commissie kan deze mobielediensteneconomie snel activeren door echt lage roamingtarieven op te leggen. Dat doet ze niet omdat ze vasthoudt aan haar vrijemarktdoctrine. Niet de regulator, maar de concurrentie moet de prijzen lager drijven, is haar devies. De gereguleerde prijzen moeten dus hoog genoeg blijven om, we citeren, “concurrerende roamingaanbiedingen tegen lagere tarieven te stimuleren”. De roamingwinsten van de operatoren, met andere woorden, moeten vet genoeg zijn om concurrenten te interesseren. Die zorgen dan voor lagere prijzen.
Dat die strategie in de voorbije vijf jaar niet heeft gewerkt, toen de marges nóg vetter waren, wijt de Commissie aan een gebrek aan… regulering. Het voorliggende compromis breidt de regulering dus verder uit om de vrije markt mogelijk te maken. Als het scenario u bekend voorkomt, dan is dat omdat we het in België meer dan tien jaar hebben toegepast. Het resultaat is een paar zeer winstgevende operatoren en een zwakke concurrentie. En hoge prijzen.
Roamers hebben alternatieven: een lokale sim-kaart kopen, zoveel mogelijk wifi gebruiken (nu het nog goedkoop kan, want de publieke wifi-aanbieders overleggen met de mobiele operatoren hoe ze roamers ‘beter’ kunnen tariferen), een contract sluiten bij gespecialiseerde roamingaanbieders – als je zo iemand vindt. Het zijn allemaal lapmiddelen, elk met hun eigen verlies aan productiviteit.
Het probleem kan met één maatregel worden opgelost: een verbod op hogere prijzen voor roamers. In het bankwezen is het gebeurd voor de kosten van internationale overschrijvingen. Wat is er zo speciaal aan telecom dat het daar niet kan?
BRUNO LEIJNSE
De Europese Commissie kan de mobielediensteneconomie snel activeren door echt lage roamingtarieven op te leggen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier