Europa en Griekenland stevenen af op nieuwe krachtmeting
Komen Europa en Griekenland tot een akkoord voor nieuwe steun aan de Grieken? Het IMF is alleszins sceptisch, de Grieken willen niet meer besparen en de verkiezingskoorts in verschillende landen helpt ook al niet.
Nu maandag komen de 19 ministers van Financiën van de Eurozone de eurozone in Brussel bijeen voor een evaluatie van de Griekse hervormingen om een nieuwe schijf van 10 miljard euro uit het derde reddingspakket van 86 miljard euro uit het Europese noodfonds EMS vrij te maken. Maar Europa en Griekenland zijn nog een eind verwijderd van een akkoord.
Daarnaast weigert de meerderheid van het bestuur van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) nog een bijdrage te leveren aan het nieuwe programma voor een land waar de schuldenlast onhoudbaar is. Het IMF voorspelt dat de Griekse schuldenlast vanaf 2030 explodeert en pleit voor schuldverlichting. Het fonds eist een bijsturing van de economische hervormingen, meer realistische begrotingsdoelstellingen en zelfs een schuldverlichting.
Vooral de Duitse en Nederlandse regeringen zitten daardoor gewrongen, want ze hebben in hun parlementen de deelname aan het derde reddingspakket afhankelijk gemaakt van de IMF-deelname daarin. Duitsland wil absoluut dat het IMF zijn bijdrage levert aan het derde reddingspakket. Daarom heeft de Duitse kanselier Angela Merkel woensdag in Berlijn een ontmoeting met de directeur van het IMF Christine Lagarde en de voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker.
Twee kwartalen groei
De Eurogroep ziet het heel anders dan het IMF. Aangevoerd door de Duitse hardliner Wolfgang Schäuble en zijn Nederlandse collega Jeroen Dijsselbloem eist de Eurogroep dat Griekenland met de schuldafbouw begint en vanaf 2018 jaarlijks een primair begrotingsoverschot (zonder rentelasten) van 3,5% op het bruto nationaal product boekt. Dijsselbloem deed onlangs euforisch over twee kwartalen groei die de Griekse economie in 2016 kende en hij zag er een teken in dat het herstel was ingezet. Een primair begrotingsoverschot van 3,5% leek dus allerminst buitensporig, zo luidde zijn conclusie. De Europese Commissie houdt immers een groei van 2,7% van het bnp mogelijk in 2017. Toen vorige week bleek dat het vierde kwartaal van 2016 weer in de rode cijfers was beland, was dat weer koren op de molen van de twijfelaars aan de houdbaarheid van het Europese voorstel.
Met de parlementsverkiezingen voor de boeg in Nederland (maart) en Frankrijk (april) en Bondsdagverkiezingen in het najaar zijn de Nederlandse, Duitse en Franse regeringen uiteraard niet geneigd veel compromissen te sluiten. In Nederland levert elke toegeving aan Griekenland stemmen op voor de PVV van Geert Wilders, in Duitsland voor het rechtse Alternative für Deutschland en in Frankrijk voor het Front National van Marine Le Pen. Maar ook een heropflakkering van een nieuwe grexit-crisis, die in 2015 de financiële markten in rep en roer zetten, kunnen deze regeringen missen als kiespijn tijdens verkiezingscampagnes.
De koerswijziging van het IMF dat in 2010 nog eenzelfde aanpak voorstond als de Eurogroep, is nu een flinke streep door de rekeningen van Schäuble en Dijsselbloem. In de schoot van het IMF is de overtuiging gegroeid dat doorgedreven besparingsprogramma’s en de opeenstapeling van leningen om voormalige leningen te herfinancieren niet leidt naar herstel in een land met een schuldenberg van 180% van het bnp (315 miljard euro). Economische hervormingsprogramma’s moeten volgens het IMF-bestuur rekening houden met het vermogen van een land om de maatregelen uit te voeren. Daarvan maakt schuldverlichting in de vorm van langere looptijden van de verstrekte leningen en lagere rentes deel uit.
De directeur van het Europese departement van het IMF, Poul Thomsen, legt in The Case for Making the Greek Budget More Growth Friendly uit dat nog meer besparen op de uitgaven om een 3,5%-begrotingsoverschot te bereiken onmogelijk kan worden volgehouden en op termijn eerder het herstel fnuikt. Het IMF is daarom tevreden met een primair overschot van 1,5% op de korte termijn.
De Griekse regering heeft volgens Thomsen vooral te veel bespaard op openbaar vervoer, gezondheidszorg en andere overheidsdiensten -infrastructuur dus – en dat heeft precies de groei afgeremd. Die besparingen veroorzaakten schaarste aan geneesmiddelen en medisch materieel in ziekenhuizen en zorgden ervoor dat defecte bussen en treinstellen niet werden hersteld.
Het belangrijkste Griekse euvel is dat de staat er niet in slaagt op een deftige manier belastingen en sociale zekerheidsbijdragen te innen, aldus Thomsen. De achterstallen bedragen intussen 120 miljard euro, 70% van het BNP.
Een tweede obstakel vormt een veel te hoge belastingvrije som – 8750 euro per jaar -, waardoor de helft van de loontrekkenden geen belastingen betalen. Door die drempel te verlagen zou er een betere bescherming tegen werkloosheid kunnen worden uitgebouwd, die nu quasi onbestaande is, aldus Thomsen. Van de 1,7 miljoen werklozen krijgt nauwelijks een tiende een uitkering. Dat verklaart ook waarom de regering gekant is tegen meer flexibele ontslagregelingen voor bedrijven en een flexibele arbeidsmarkt in het algemeen. Wie ontslagen wordt, valt immers zonder inkomen. Ten slotte wil het IMF in de pensioenen snoeien, want die liggen gemiddelde even hoog als in Duitsland en nemen een veel te grote hap (11%) uit het BNP. Dat ze in een land zonder andere sociale voorzieningen dienen als vangnet om de grootste armoede te lenigen, erkent Thomsen wel.
Op vrijdag 10 februari concludeerde Dijsselbloem na het topberaad met vertegenwoordigers van het IMF, de Europese Centrale Bank, de Commissie, het Europese stabilisatienoodfonds ESM en de Griekse minister van Financiën Euclides Tsakalotos dat de gesprekken constructief waren geweest.Omdat Griekenland nauwelijks een derde van de beloofde saneringen en hervormingen doorvoerde die waren afgesproken eind 2015, werd Tasakalatos terug naar Athene gestuurd met een nieuw pakket bezuinigingsmaatregelen van 3,6 miljard euro (2% van het BNP). De helft zou al voor de afloop van het derde noodpakket in 2018 moeten worden gerealiseerd. Het staat Griekenland of het dat wil realiseren door te snoeien in de pensioenen of de belastingen te verhogen.
Maar de Griekse premier Tsipras weigert voorlopig de bijkomende bezuinigingen van het IMF en de Eurogroep te slikken. Tsipras ziet immers met lede ogen hoe de aanhang van zijn partij, het radicaal-linkse Syriza, in de peilingen wegsmelt onder de niet aflatende saneringen die Europa hem oplegt. De achterstand op de centrumrechtse oppositiepartij Nieuwe Democratie bedraagt al bijna tien procent. Syriza zit al twee jaar in het keurslijf van zijn schuldeisers en heeft nog nauwelijks een verkiezingsbelofte kunnen waarmaken. De Grieken zijn overigens besparingsmoe. Na drie reddingspaketten is de schuld gegroeid van 130 naar 180% van het bnp en volgens de Wereldbank daalde het bbp per capita tussen 2009 en 2015 van 27.457 euro per jaar tot 19.022 euro. Zo’n 37 procent van de Grieken leeft in armoede en de rijen aan de gaarkeukens worden steeds langer. Nog verontrustender is dat er een ware exodus van hoger opgeleide Grieken plaatsvond, wat het herstel allesbehalve vergemakkelijkt.
Deze week is dus een belangrijke week voor de Grieken, met de evaluatie van hun hervorming door de Eurogroep maandag en de meeting tussen Merkel, Lagarde en Juncker woensdag. Volgens Die Welt zou Lagarde bereid zijn om de eis voor schuldverlichting over de Duitse verkiezingen te tillen tot in 2018. Er is haast bijn want men vreest dat de afgevaardigden van de regering-Trump wel eens minder onderhandelingsbereid zouden kunnen zijn ten opzichte van Europa.
Nieuwe krachtmeting
Een nieuwe krachtmeting tussen Griekenland en de Eurogroep valt niet uit te sluiten. De schijf van 10 miljard die het Europese noodfonds EMS bij een akkoord vrijmaakt heeft Tsipras pas echt nodig in juli. Dan moet hij 7 miljard euro aan de ECB terugbetalen. Schaüble, die als Duits minister van Financiën de grootste schuldeiser is, heeft net als in 2015 weer met een Grexit gedreigd. Maar dat maakt op de Grieken steeds minder indruk, want hun aantal dat perse in de eurozone wil blijven slinkt, blijkt uit peilingen.
Wellicht zijn we weer net als in 2015 bij een spelletje stratego beland tussen Griekenland en de eurogroep, waarin vooral Nederland en Duitsland zich in het huidige electorale klimaat geen toegevingen, maar ook geen nieuwe eurocrisis kunnen veroorloven. Eurogroepvoorzitter Dijsselbloem zal de woorden in zijn communicatie moeten wikken en wegen.
Intussen loopt de rente op de Griekse staatsobligaties op en hebben de Grieken al sinds begin dit jaar 2,6 miljard euro van hun bankrekening afgehaald. Beide fenomenen roepen nare herinneringen op aan de hrexit-crisissen van 2012 en 2015. De turbulentie op de financiële markten zal wellicht geen proporties aannemen zoals in 2015, omdat de ECB de rentestijgingen afremt door maandelijks staatsobligaties aan te kopen in het kader van zijn stimuleringsbeleid. Maar dat is een magere troost voor de Grieken, die wellicht opnieuw zullen moeten inleveren. Dat een internationale instelling als het IMF na 5 jaar soberheid wellicht tot de conclusie komt dat er op de verkeerde posten is bespaard, is niet iets om hen te motiveren ermee door te gaan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier