Europa bedreigt het voortbestaan van Banksys
De verkoop van de bankautomaten is een symptoom van de drastische veranderingen die op komst zijn bij Banksys. De Europese Commissie wil dat alle nationale betalingsmiddelen dezelfde Europese regels volgen.
Op 1 juli worden de Banksys-terminals overgedragen aan de banken in wier gevel ze zitten. Dat zijn dezelfde bankkantoren die ook nu al de publieke terminals vullen, maar nu zullen ze daar beter voor worden vergoed. Een interbancair tarief van 70 eurocent per afhaling circuleert – tegen 35 tot 40 eurocent voor Banksys nu – maar de echte bedragen hangen af van commerciële onderhandelingen tussen de banken onderling. “Die onderhandelingen zijn nog aan de gang,” zegt Elly Bens, woordvoerster van Axa, dat sinds maart binnen Banksys de kleinere instellingen vertegenwoordigt.
Het is het begin van het einde voor Banksys zoals we dat tot nog toe hebben gekend. Niet zozeer omdat de verwerking van de bijna 79 miljoen geldafhalingen nu voor een stuk naar de banken zelf verdwijnt (de afhalingen aan Banksys-terminals door eigen klanten). Maar vooral omdat de transfer als een symptoom mag gelden dat de houdbaarheidsdatum van Banksys in zijn huidige vorm is overschreden. “Banksys is indertijd opgericht omdat de banken het te duur vonden om elk voor zich een netwerk van bankautomaten uit te bouwen,” zegt een waarnemer die met het bedrijf vertrouwd is. “Maar nu ze hun selfbanks hebben, hebben ze Banksys voor die automaten niet meer nodig.”
Daarbij komt dat de Europese Commissie bezig is om, nu de euro een feit is, door te duwen naar een zogenaamde “eengemaakte Europese betalingsruimte”. In de Single European Payment Area (Sepa) moeten alle betalingsmiddelen Europees worden, hoewel maar ongeveer 2 % van de betalingen grensoverschrijdend is. De Europese Centrale Bank trekt dezelfde kaart. “Voor de Commissie is dit een principiële zaak,” zegt Jef Van den Nieuwenhof, de directeur Organisatie en Bancaire Informatica van de Belgische Vereniging van Banken. “Ons overschijvingsformulier wordt een Europees overschrijvingsformulier. Ons rekeningnummer wordt een internationaal rekeningnummer van viermaal vier cijfers. Ons systeem van gestructureerde mededelingen wordt herbekeken.” En uiteraard moet de consument overal met zijn betaalkaart terechtkunnen. Met de Bancontact/Mister Cash-kaart in Duitsland is dat vandaag bijvoorbeeld maar in ongeveer 20 % van de verkooppunten het geval.
Geen dogmatische aanpak
Officieel is Sepa alleen maar een mededeling van de Commissie uit 2003, waarover het Europees Parlement heeft gedebatteerd. Maar commissaris Charlie McCreevy, verantwoordelijk voor de Interne Markt, wil desnoods eigenhandig de gemeenschappelijke standaarden opleggen. Hij waarschuwde de banken nog in maart dat de Commissie “niet eeuwig op haar handen kon blijven zitten”. De banken kozen in 2002 voor de vlucht vooruit en voor zelfregulering. Hun European Payments Council (EPC) tekende vorig jaar de Sepa Roadmap 2004-2010 uit.
“Over vijf tot tien jaar zal Sepa het landschap fundamenteel hebben veranderd,” gaf gedelegeerd bestuurder Dirk Syx van Banksys in maart in European Card Review toe. Syx is tegen een “al te dogmatische aanpak”, in lijn met wat nu bekendstaat als de “groep van Berlijn” (Benelux, Duitsland, Frankrijk). Haal de incompatibele elementen uit de betaalsystemen, zorg ervoor dat je elkaars kaarten aanvaardt en pas je eigen regels ook op buitenlandse kaarthouders toe, is zijn recept.
Managing director Peter Jones van PSE Consulting, een adviseur in betaalsystemen, noemt die voorstellen ” a short-term fix“. Ze kunnen wel een aanloop vormen naar meer fundamentele ingrepen, geeft hij toe.
Want ook de alternatieven hebben hun nadelen. Een big bang – een totaal nieuw debetkaartensysteem – is veel te riskant, zegt Jones. De ‘piloot’-optie om enkele landen op basis van een bewezen systeem te laten samenwerken, loopt veel kans om te eindigen in ‘betaaleilanden’. En de vierde optie – gewoon uitverkopen aan Visa of Mastercard – is voor velen onverteerbaar door het verlies van Europese controle en het perspectief van continu verhogende lidmaatschapsbijdragen. Waarschijnlijk zullen verschillende opties naast elkaar leven, oppert Jones. Maar zolang het European Payments Council de standaarden niet heeft gefinaliseerd, kan er zelfs niet aan begonnen worden. “In de tweede helft van dit jaar moeten er duidelijke standpunten ingenomen worden,” zegt woordvoerster Marina De Moerlooze van Banksys.
Betalen zal duurder worden
Op het eerste gezicht is dat een kwestie van beveiliging en technische normen. Maar het plan botst op hardnekkiger problemen, zoals de internationaal erg verschillende commerciële verhoudingen tussen de uitgever van de kaart, de handelaar, de bank van de handelaar die de betaling moet aanvaarden (de acquirer) en de consument. Bij ons bijvoorbeeld wordt de bank die de kaart uitgeeft, niet vergoed bij een transactie. In landen als Frankrijk, Spanje, Portugal of Groot-Brittannië gebeurt dat wel. De acquirer stort daar “typisch 65 à 80 %” van de transactievergoeding die hij van de handelaar krijgt door aan de kaartuitgever, stelt Peter Jones. Als dat concept in België wordt ingevoerd, betekent het waarschijnlijk een kostenverhoging voor de handelaren.
En aan de kant van de banken is ook de dreigende waardevernietiging bij nationale betaalkaartsystemen zoals Bancontact/Mister Cash, die in hun eigen markt sterke merken zijn maar elders onbekend, niet direct een technische kwestie.
Van den Nieuwenhof noemt het “ons 1492”. “We gaan in zee op zoek naar een continent dat we niet weten liggen en zonder de zekerheid dat we niet van de aarde zullen vallen,” zegt hij.
Hij voorspelt een Europese eenheidsworst, die voor België, met zijn efficiënte betalingssystemen, een achteruitgang zal zijn. Van den Nieuwenhof: “De Commissie riskeert hier een tweede affaire-Bolkestein. Hoe gaan we de Belgen uitleggen dat het duurder en slechter moet? De consumentenorganisaties zullen zeggen: niet met mij. En de banken zijn geen vragende partij.”
Zelfs de distributiesector is niet zeker dat Sepa in betaalkaarten een vooruitgang zal betekenen. Baudouin Velge, gedelegeerd bestuurder van Fedis: “Theoretisch zorgt onderlinge concurrentie tussen de banken voor betere service en scherpere prijzen. Maar als je daarvoor meerdere terminals naast elkaar moet hebben, riskeer je meer te verliezen dan je wint.”
Maar het is de Commissie om het grote, strategische plaatje te doen. Meer concurrentie en lagere kosten voor de transacties. “Een gemeenschappelijk raamwerk zal de broodnodige grensoverschrijdende consolidatie van de banksector vergemakkelijken,” zegt Peter Jones. “Het zal de hoge kosten van de aanpassingen van systemen aan lokale markten terugdringen.” Zelfs de Europese consumentenbond BEUC is eerder voor dan tegen.
Concurreren met 80 transactieverwerkers
Voor Banksys heeft dat ingrijpende gevolgen. “Banksys moet zijn kaartschema afsplitsen van zijn operationele activiteiten. Dat is een fundamenteel onderdeel van Sepa,” zegt Peter Jones. Nederland heeft die ingreep al op 1 maart 2004 doorgevoerd (zie kader: Ontmanteling op z’n Nederlands). De Nederlandse equivalenten van Bancontact/Mister Cash (PIN) en van Proton (Chipknip) zijn ondergebracht in Currence, een door de banken opgerichte, maar toch veel onafhankelijker en transparanter organisatie. Currence staat in voor regelgeving, marktwerking, toezicht en certificatie. Om de concurrentie aan te moedigen, zijn de contracten voor de acceptatie ( acquiring) en de verwerking van de pin-transacties opnieuw in handen van de banken gegeven. Handelaren kunnen hun contracten met hun bank hernegotiëren en eventueel van bank veranderen.
Vertaald naar België, zou dat betekenen dat Banksys zijn positie als acquirer – de partij die de commerciële relatie met de handelaar heeft en aan de handelaar de betaling garandeert – voor debetkaarten en Proton verliest, wat ook grote gevolgen kan hebben voor Banksys als terminalproducent en -verhuurder.
In Nederland hebben die ingrepen nu van Interpay, het vroegere equivalent van Banksys, een pure transactieverwerker gemaakt, die moet concurreren op een internationale markt waar zo’n tachtig andere ‘processors’ actief zijn, waaronder grote Amerikanen zoals First Data. Willem Stolwijk, voormalig voorzitter van Interpay, zei daarover eind 2003: “Iedereen weet dat dit een volumespel is. Als andere interbancaire verwerkers op zichzelf blijven, eindigen ze aan de verkeerde kant van de weg.” Stolwijk stond aan de wieg van Sinsys, de joint venture waaraan Banksys nu bezig is de verwerking van zijn internationale kredietkaarttransacties over te dragen.
Samenwerkers en tegenwerkers
Sinsys is een model van wat de toekomst van Banksys kan worden. Het bedrijf is 24,5 % eigendom van Banksys, 24,5 % van Interpay en 51 % van de nationale transactieverwerker van Italië, Società per i Servizi Bancari, dat de eigenlijke verwerking doet in Milaan. Behalve zijn stichters, heeft Sinsys al twee individuele banken als klant. KBC test volop om ten laatste begin volgend jaar al zijn Oost-Europese debet- en kredietkaartverwerking aan Sinsys uit te besteden. En de ING-groep gaat al zijn internationale kaartverwerking naar Sinsys doorsluizen. MasterCard is al in productie. (Sinsys, zo vermoedt men, zal in de nabije toekomst nog meer klanten wegkapen bij Interpay, dat kampt met hogere kosten dan Banksys.)
Dat het precies de internationale kredietkaartverwerking is die Banksys overdraagt, is geen toeval. Het gaat om een relatief klein aantal transacties in een markt die al compleet internationaal is. En dat is precies het punt. Want zoals een conferentienota van de Europese Centrale Bank vorig jaar stelde, eist een eengemaakte betalingsmarkt dat kaarten “in de eurozone onder dezelfde voorwaarden kunnen werken als nationaal”. Nationale banken moeten ophouden elk verschillende eisen te stellen aan hun kaartschema’s, heet het. Maar eens die verschillen zijn weggewerkt, verdwijnt ook de reden om nationale kaartschema’s te hebben.
In vakbondskringen gaat men er daarom van uit dat Sinsys of een andere transactieverwerker later ook de nationale debetkaartverwerking van Banksys zal overnemen. Niet verwonderlijk zorgt een en ander voor ernstige ongerustheid bij Banksys, waar de vakbonden een onderhoud met de directie en de raad van bestuur hebben aangevraagd. Eerdere gesprekken met topman Dirk Syx hebben niet tot een beter klimaat geleid, integendeel. Banksys telt een duizendtal personeelsleden.
Visa en vooral MasterCard lachen al in hun vuistje. “We denken goed geplaatst te zijn om aan de banken de nodige producten te bieden om Sepa- compliant te worden,” zegt directeur Corporate Affairs Europe Etienne Goosse van MasterCard met gevoel voor understatement. De Belgische banken steunen Maestro vandaag als internationale debetkaart, maar onder meer de Oostenrijkse banken zijn al verder gegaan en hebben besloten hun nationale kaart in te ruilen voor Maestro. Hun vroegere nationale transactieverwerker, APSS, staat nu officieel te koop.
Goosse wijst er diplomatisch op dat die overstap een beslissing is van de afzonderlijke banken. “ING bijvoorbeeld zou dan maar één merk moeten steunen in plaats van drie,” zegt hij.
Bruno Leijnse
Alle betalingsmiddelen moeten Europees worden, hoewel maar ongeveer 2 % van de betalingen grensoverschrijdend is.
“Hoe gaan we de Belgen uitleggen dat het duurder en slechter moet?”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier