Er zijn nog ‘believers’ na L&H
Het zijn geen makkelijke tijden voor de Belgische (ver-)taaltechnologie. Niet alleen is het vertrouwen zoek, de marges van de vertaalindustrie zijn ook minimaal. Xplanation vond een manier om de productiviteit te verhogen, en de sector zo uit de huisnijverheid te tillen. En de investeerders? Die zagen er wel brood in.
M endez Translations, het filiaal van Lernout & Hauspie (L&H), haalt niet de voorziene verkoopprijs van 160 miljoen dollar. Op de bijzondere algemene vergadering van 27 april liet chief executive officer (CEO) Philippe Bodson van L&H zelfs uitschijnen dat de biedingen die nu op tafel liggen amper hoger zijn dan de brugfinanciering van 60 miljoen dollar die L&H moet terugbetalen. De overnemer zou dan minder dan één keer de omzet betalen voor Mendez Translations, dat tot de topdrie vertaalbedrijven in de wereld behoort.
Het zegt veel over de aard van de vertaalindustrie: arbeidsintensief, met een moeilijke toegang tot kapitaal en een marginale winstgevendheid. De branche is bovendien heel versnipperd. De vijf grootste vertaalbedrijven – Mendez Translations, Berlitz International, Lionbridge Technologies, Bowne & co. en Alpnet hebben samen minder dan één percent van de wereldmarkt van 12 tot 15 miljard dollar. “Wij zijn nog altijd mama-en-papa-winkeltjes, maar nu wereldwijd,” sneert consultant en publicist John Freivalds in het maartnummer van MultiLingual Computing & Technology.
Iets wat Herman Caeyers, voorzitter en CEO van Xplanation, de Leuvense holding waarin de voormalige ontwikkelaar van machinevertaling- en gecontroleerde taalsystemen Lant is ondergebracht (zie Trends, 26 april 2001), graag bevestigt. “De huidige vertaalbedrijven zijn niet schaalbaar. Hoe meer vertalingen je doet, hoe meer mensen je nodig hebt.”
Het einde van de huisnijverheid
Toch is er een kentering aan de gang. Door de opkomst van internet zijn vertaalbedrijven in 1999 hun processen beginnen te herschrijven. De meeste, onder meer LionBridge en Alpnet, zijn niet klaar met die oefening. Xplanation uit Haasrode wel. Het heeft zopas zijn Linguistic Atelier in productie genomen, dat een groot deel van de behandeling van vertalingen automatiseert.
Herman Caeyers vergelijkt zijn Linguistic Atelier met autoassemblage. “Helemaal in het begin is er een work flow manager die op basis van databanken de teksten analyseert. Dat systeem beslist welke behandelingen de teksten moeten krijgen. Bestaat er terminologie? Wat kunnen we putten uit het vertaalgeheugen? Die gegevens worden automatisch aan het project toegevoegd, zoals een barcode op een pakje bij DHL.” De database selecteert de meest geschikte, beschikbare vertaler. Antwoordt die niet binnen de gestelde tijd, dan gaat de opdracht naar de volgende in de rij. “Als een vertaler zijn deadline overschrijdt, gaat er een alarm. Dan is er menselijke interventie,” zegt Caeyers.
Vertalers heten bij Xplanation post-editors. De vertaling zelf gebeurt automatisch. De post-editors kunnen, net als bij andere vertaalbedrijven, extern zijn. Zij hebben dan de Post-Edition Studio op hun eigen pc en halen de “linguïstische objecten” met alle relevante informatie via het web op bij het Lingustic Atelier. “Eens de post-editie beëindigd, wordt het linguïstisch object opnieuw ingepakt, verrijkt met de verbeteringen van de post-editor en met statistische gegevens,” zegt Caeyers. De kwaliteitscontrole blijft centraal, net als de facturatie en alle linguïstische knowhow.
“Dit soort systemen kan alleen met grote volumes,” zegt Caeyers. “Wij zijn een fabriek voor industriële vertalingen.”
Aarzelen over strategie
Lant wou oorspronkelijk systemen voor machinevertaling ontwikkelen die bij grote klanten als een softwarepakket geïnstalleerd zouden kunnen worden. In 1998 werd duidelijk dat daar veel te veel klantspecifieke aanpassingen voor nodig zijn. Lant koos voor de rol van dienstverlener, zij het grotendeels met eigen technologie.
Research vice-president Steve McClure van de Speech and Natural Language Software-afdeling van marktonderzoeker IDC ziet wel brood in die combinatie. “De diensten verbeteren de prestaties van de vertaalgeheugens en van de regelgebaseerde machinevertaling,” zegt hij. “En als de kwaliteit van de machinevertaling omhoog gaat, verbetert ook de dienst.”
De nieuwe aanpak van Lant was twee jaar geleden al in grote lijnen uitgetekend. Alleen haalde Lant dat jaar niet, zoals bestuurder Luc De Vos toen hoopte, het break-even point. De Leuvenaars eindigden 84,35 miljoen frank in het rood en brachten hun overgedragen verlies op ruim 248 miljoen frank. Zij doen wel niet aan window dressing: alle ontwikkelingskosten gaan van de omzet af.
“Het is een beetje zoeken geweest. De juiste strategie vinden, is niet evident, kijk maar naar L&H,” zegt Louis Delcart, gewezen marketingdirecteur van Bacob en nu internationaal zelfstandig consultant in total quality management in de banksector. Hij investeerde in 1994 als eerste in Lant.
“Het heeft gewoon langer geduurd om het nieuwe businessconcept te formaliseren en om nieuw kapitaal aan te trekken,” zegt gedelegeerd bestuurder Jos Peeters van Capricorn Venture Fund nv, dat met zusterfonds Baring Capricorn Ventures Ltd ongeveer 10% in Xplanation heeft. Capricorn kwam in Lant als volger van risicokapitaalverschaffer Ibel, na het vertrek van Degroof Investments en Michel Berges en Ulrich Soldat van het investeringsvehikel Thesaurus bij de Leuvense taaltechnologen. “We konden kiezen voor snelle winst of voor iets waardevollers op lange termijn. De aandeelhouders hebben toen unaniem voor het meer ambitieuze plan gekozen.” Peeters weigert de vertraging aan de crash van de technologieaandelen toe te schrijven. “Het bedrijf was gewoon niet klaar. Toen wij instapten, was het echt een embryo. Het was een complete restart.”
Toenmalig AD Little-consultant Bruno Machiels (33) speelde in 1998-1999 op persoonlijke titel een belangrijke rol als bemiddelaar tussen de fracties en als werver van kapitaal. “Begin 2000 ben ik een jaar voor Lant gaan werken, om de strategie mee uit te tekenen, allianties te sluiten en vers kapitaal te zoeken,” zegt Machiels. Een van de tegenslagen voor die strategie in 2000 was de aanslepende en tenslotte mislukte poging om met een Nederlands bedrijf in technische communicatie, Tedopres, scheep te gaan. De zaak liep op het allerlaatste moment stuk op het onderzoek van de boeken.
Dat Lant overleeft en aan een aanzienlijke expansie werkt, komt ook op het conto van zijn sterk aaneenhangende club van privé-investeerders, die bij gelegenheid ook nog met leningen bijspringen: Diepensteyn ( Jan Toye van Brouwerij Palm), Orhon ( Jo Rogiest van het voormalige Thesaurus), Frederik en Peter Dossche, Lieven Jaspaert en Luc De Vos (ex- Eunet, nu Neo Group Ventures). Het is hoedanook een klein wereldje. Luc De Vos was in 1985 nog als systeemingenieur gedetacheerd naar het Metal-machinevertalingsproject van Siemens en Leuven Research & Development, dat toen door Herman Caeyers werd geleid. Een verdieping hoger in de Maria-Theresiastraat in Leuven werkte toen Lieven Jaspaert, de huidige voorzitter van Neo Group Ventures en ex-vice-president van Sun Microsystems, aan het concurrerende Europese project Eurotra. Het ongelukkige einde daarvan in 1993 zou een tijdlang alle machinevertalingsprojecten stilleggen.
Pilootprojecten op drie markten
Xplanation brengt zijn fabriek onder in een aparte vennootschap, Lantworks, die zich concentreert op drie verticale markten. Ten eerste machinebouw en de automobielsector, waarvoor op de jarenlange relaties met General Motors wordt gerekend. Daarnaast informatica en communicatie, waarvoor Sun Microsystems als pilootklant is aangesproken. En ten slotte de sector financiën en verzekeringen, waarvoor de joint venture Lantworks Finance met 100.000 euro kapitaal van Fortis Bank en 200.000 euro van Xplanation wordt opgericht (zie Trends, 26 april 2001).
Waarschijnlijk wordt deze outsourcingdeal met Fortis Bank – waarbij een deel van de vertaaldienst van Fortis Bank vrijwillig naar Xplanation overstapt – een voorbeeld voor de contracten waarnaar het Leuvense bedrijf streeft. Bij General Motors hoopt Xplanation zijn support voor zijn bestaande installatie voor gecontroleerde taal om te zetten in een contract voor de vertaalfabriek. In de informaticabranche lonkt Xplanation naar Sun, waarvan het een trouwe klant is. “Sun besteedt 200 tot 250 miljoen dollar per jaar aan vertalingen. Ze zijn nieuwsgierig om te zien hoe onze vertaalfabriek het doet,” zegt Herman Caeyers.
“In principe doen we alle talen, maar we hebben een concurrentieel voordeel in de taalparen waarvoor we machinevertaling hebben,” zegt de CEO. Lant is de enige producent met machinevertaling tussen Frans en Nederlands, in beide richtingen. Ook Engels-Frans is sterk. Duits staat bijna op poten en er wordt ook gewerkt op de combinatie Engels-Spaans. “Meestal werken we van het Engels naar een andere taal, heel anders dan de automatische vertalingen op internet, waar je meestal vanuit een andere taal naar het Engels vertaalt,” noteert chief operating officer Thierry Jambage van Lantworks.
Smet op het imago
Xplanation, dat in zijn ruime gebouw op Green Hill Campus in Heverlee, momenteel tussen de veertig en de vijftig werknemers telt, opent nog dit jaar kantoren in Frankrijk, Nederland, Duitsland, Spanje en Italië. En ook de interne keuken zit in het nieuw. De oorspronkelijk nogal freewheelende, academische cultuur van Lant is bijgestuurd met een stevige scheut resultaatgericht management. Steven Van Lint, KBC-kantoorhouder in Heverlee en schoonzoon van voormalig KBC-voorzitter Marcel Cockaerts, werd binnengehaald als financieel directeur. Technisch directeur Vincent Lion kwam over van AD Little. Chief operating officer Thierry Jambage, die Lantworks vanuit de Verenigde Staten gaat leiden, fungeerde voordien als VS-president van Star, een Zwitserse ontwikkelaar van vertaalgeheugens en leverancier van vertaaldiensten.
En ook de aandeelhouders van Lant kregen een nieuw plekje. In de zomer van vorig jaar werden ze samengebracht in één holding, Xplanation International. De groep had toen 203 miljoen frank kapitaal en een negatief eigen vermogen van 45 miljoen frank. Vooral op basis van de investeringen en vergelijkbare transacties waardeerde de transactie de groep op 485 miljoen frank. In februari 2001 werd nog eens bijna 89 miljoen frank vers geld ingebracht, en werd 199 miljoen frank aan al verstrekte leningen in kapitaal geconverteerd. 2000 eindigde met een fors verlies. “De omzet in 2000 was zoals in 1999 ongeveer 1 miljoen dollar,” zegt Herman Caeyers. Dit jaar verwacht hij nog twee kapitaalverhogingen om de internationale uitbouw te ondersteunen: één met 4 miljoen euro deze maand en één met 15 tot 20 miljoen euro tegen het jaareinde.
“We maken vooruitgang, maar het is niet gemakkelijk,” zegt een insider. “Vooral niet sinds Vlaamse taaltechnologie geassocieerd wordt met bepaalde feiten.”
“Wij gaan daarin volgen,” zegt Jos Peeters. “Je kunt Xplanation niet vergelijken met een klassiek vertaalbureau.” Ibel ging mee in de jongste kapitaalverhoging, maar het vertrek van een groot deel van het management bij de groeifinancier (waaronder Philippe Lambrecht) doet natuurlijk vragen rijzen. “Onze tijdshorizon bij een investering is typisch zes à zeven jaar,” repliceert Raoul de Hemptinne bij Ibel, die zegt geen weet te hebben van enige strategieverandering ten overstaan van Xplanation.
De aandeelhouders zien licht aan het einde van de tunnel, maar het blijven spannende dagen. “Het klopt dat de taaltechnologie op zich niet revolutionair is veranderd,” zegt Bruno Machiels. “Het verschil ligt in het dienstverleningsconcept dat we hebben ontwikkeld.” Veel zal afhangen van de uitvoering. Voor de vertalers die van Fortis Bank overkomen, bijvoorbeeld, wordt het een serieuze aanpassing. Caeyers: “Wij moeten meer en meer naar een normering van wat vertaalkwaliteit is. Een post-editor moet niet alles willen herschrijven. Hij moet gewoon kijken of wat er staat correct is.”
De industrialisering van het vertaalbedrijf kan de langverwachte stap zijn naar een drastische productiviteitsverhoging. Als Lantworks Finance op kruissnelheid draait, rekent secretaris-generaal Luc Willemyns van Fortis Bank op een besparing van 30% op zijn 1,5 miljoen vertaallijnen.
Herman Caeyers blijft voorzichtig. “Het is moeilijk te zeggen hoeveel goedkoper een vertaling over zes maanden zal zijn. De workflow moet werkelijk goed draaien. De machinevertaling moet fijngesteld worden.” Maar hij wil wel een indicatie geven: “Afhankelijk van de aard en de kwaliteit van de brontekst ligt de besparing tussen de 10 en de 60 procent.”
Bruno Leijnse
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier