Er is meer Europa nodig, niet minder
Onze vaderlandse pers maakt meer het proces van de Europese Unie dan dat van het ‘Verenigd’ Koninkrijk. Ten onrechte. Het VK is een geval apart door zijn eilandstatuut, zijn eigen staatskerk en zijn imperiale verleden. Het trad later toe tot de Unie en is geen volwaardig lid meer omdat het geen deel is van de eurozone, de Schengenzone en uitzonderingen afdwong in migratie, justitie en het sociale. Het had vooral een ‘transactionele visie’ op de EU: wat kost het ons en wat brengt het op?
Maar tijdens de campagne ging het daar niet meer over, ook al zeiden alle gezaghebbende internationale instellingen dat een exit enorme kosten mee zou brengen. De angst voor verdere migratie vanuit de Unie en het gevoel de problemen alleen aan te kunnen, overwoekerde alle redelijkheid en deed het eigen belang vergeten. Zelfs de migratie draagt netto bij tot het bbp in het land, maar ook daar moest de rede het afleggen tegen de angst en zelfs de haat. Bijna de helft van de Britten geloofde die verhaaltjes niet, maar er waren er jammer genoeg meer die de leugens van de populaire en populistische pers geloofden. Het VK en de EU is een bijzonder verhaal dat men nergens elders terugvindt.
De indruk wordt ook gewekt dat alleen het vertrouwen in Europa gedaald is, terwijl de nationale politiek door de zwaarste crisis gaat. De enorme schommelingen in de verkiezingsuitslagen en de fragmentatie van het politieke landschap zijn er eclatante voorbeelden van. De groeiende individualisering doet altijd naar anderen uitkijken als de schuldigen van wat verkeerd gaat. Het oude verhaal van rechten en plichten. De kiezer zoekt vaker dan ook naar ‘andere en betere’. De nationale politici doen alsof ze macht hebben, maar kijken machteloos toe hoe de bankencrisis, het terrorisme, de eurozonecrisis, de ongecontroleerde migratie ingevoerd worden. Ze beloven dé verandering, die er natuurlijk niet komt, waardoor de kiezer naar andere beloftemakers uitkijkt. De grote problemen van onze tijd kan een land alleen niet meer aan. Die banale vaststelling wordt nog vaak genegeerd. De stand alone in de wereld van vandaag is belachelijk.
In onze Vlaamse politiek wordt de brexit vooral economisch bekeken. Maar het gaat niet zozeer over afzetperikelen voor tapijten en wagens. Het uittreden van Groot-Brittannië is vooral een politieke en een geopolitieke zaak. De Unie – en dus de vrede – is niet langer onomkeerbaar. De Unie verliest in de ogen van de wereld een groot land en verzwakt dus het Westen en Europa. Het VK schiet zichzelf in de voet, het zet zijn eenheid op het spel, maar het amputeert ook de Unie.
Een andere paradox is dat men nu spreekt over ‘minder Europa’ als antwoord op de brexit, terwijl het omgekeerde nodig is. Sluiten we ons op in onze kleine markten? Bouwen we allen muren op onze grenzen als er geen Unie meer is? We moeten juist minder fragmentatie hebben op onze Europese digitale, energie- en researchmarkten. We moeten voor een stevige eurozone meer banken-, budget- en economische unie hebben. Zo simpel is het.
Het uittreden van een eurozoneland is oneindig veel riskanter dan dat van het VK. De dag dat een referendum zoiets beslist, vallen de financiële markten dat land en dus heel de eurozone aan. De depressie is dan vlakbij. Het gepraat over ‘controle’ en ‘identiteit’ zal dan vlug ophouden. We leven in een globale wereld, de reële wereld. Die maakt ons soms bang, maar hij zal niet meer verdwijnen. Hij biedt ook enorme mogelijkheden. Jongeren beseffen dat meer dan ouderen. Maar de oudere generatie zal in die nieuwe wereld niet meer leven. In het VK sturen zij de jongere generatie tegen hun zin de woestijn of de zee in.
Als weinigen nog de Unie verdedigen, dan slaat kritiek op het functioneren van de Unie om in de existentiële vraag: waarom nog een Unie? Niemand die een nationale president bekritiseert, zegt dat zijn land moet worden afgeschaft, maar voor de Unie wordt wel de vraag naar de bestaansreden gesteld. We moeten meer naar een ‘Europa van de resultaten’ op gevoelige domeinen voor mensen. Daarom was het belangrijk dat we onze munt gered hebben, dat de massale instroom van vluchtelingen gestremd werd en mensen niet meer sterven tussen Turkije en Griekenland, dat er 5,5 miljoen banen geschapen zullen zijn tussen 2013 en 2017. Maar er is meer nodig. Alleen door meer Europese samenwerking kunnen we beter doen. Niet door minder.
De auteur is president European Council emeritus en professor
HERMAN VAN ROMPUY
De grote problemen van onze tijd kan een land alleen niet meer aan. Die banale vaststelling wordt nog vaak genegeerd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier