‘Er is een stijgende kans dat we worden overgenomen’

Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

ThromboGenics laat wellicht eind volgend jaar zijn eerste medicijn los op de markt. Maar CEO Patrik De Haes sluit niet uit dat het biotechbedrijf dan al overgenomen is.

Het Leuvense ThromboGenics dendert richting lancering van zijn eerste product, ocriplasmine. Het middel kan verkleving aan de achterkant van het oog oplossen, waardoor een lastige operatie vermeden wordt. De goedkeuringsprocedure voor de Europese markt loopt. Vermoedelijk midden december wordt ze opgestart voor de VS. Het Leuvense bedrijf, het geesteskind van Désiré Collen, timmert in woelige tijden voor sectorgenoten als TiGenix, Galapagos en Ablynx met rustige vastheid aan de weg. Die vaste koers dankt het aan zijn CEO, Patrik De Haes. Hij zorgde voor de ommezwaai bij het bedrijf, dat naar de beurs ging als een specialist in cardiovasculaire aandoeningen, maar nu focust op oogziekten (oftalmologie).

Voor eind 2012 moet ocriplasmine op de markt zijn. “Het ziet er goed uit. Ik had toch hier en daar wat meer tegenslagen verwacht”, geeft de 53-jarige CEO toe. “Dat we het allemaal zo feilloos hebben kunnen uitvoeren, is bijna frightening.” Voor welke markt het eerst de goedkeuring in de bus zal vallen, is nog onduidelijk.

ThromboGenics heeft behalve ocriplasmine nog drie klinische projecten lopen. De Zwitserse farmareus Roche ontwikkelt het zogenaamde TB-403 tegen kanker verder. Het gaat om een antilichaam dat de groei van bloedvaten blokkeert in met een tumor aangetast weefsel. De twee andere programma’s draaien rond vasculaire ziekten. TB-402 dient voor de behandeling van trombose. Maar de bloedverdunner Staphylokinase is de oogappel van Désiré Collen. Het is een goedkope opvolger van tPA, het antibloedklontermiddel dat Collen ontdekte en verkocht. Met de opbrengst richtte hij ThromboGenics op. ThromboGenics heeft ook nog twee programma’s in preklinische fase. “Maar die hebben een single digit-kans op overleven. Afwachten dus”, zegt De Haes.

De grillen van Big Pharma

Heeft ThromboGenics geluk gehad met zijn keuze voor oftalmologie? “Het was een strategische keuze, die ik in alle bescheidenheid wel op mijn rekening mag schrijven. Dat moest gebeuren.” TB-402 zal moeten concurreren met heel wat andere producten. “En Staphylokinase is altijd een kleiner verhaal geweest.” Het middel werd in India ontwikkeld met een lokale partner, Bharat Biotech, en kan jaarlijks enkele miljoenen euro aan royalty’s opleveren.

Het potentieel van ocriplasmine is vele malen groter. Jaarlijks kunnen er honderdduizenden patiënten mee behandeld worden. Dat aantal zal nog stijgen door de veroudering van de bevolking. “Het heeft zijn medisch effect bewezen. Met een injectie geraakt tot 60 procent van de patiënten binnen de zeven dagen genezen”, zegt De Haes. Hij houdt de kostprijs voor een behandeling op 2000 euro, terwijl analisten uitgaan van 2500 euro of meer. “Je moet niet trachten het onderste uit de kan te halen, maar een faire prijs hanteren.”

Zijn beslissing om de ontwikkeling en de verkoop van ocriplasmine zelf te doen, is ook het gevolg van zijn ervaring met Staphylokinase en TB-403. “Staphylokinase hebben we uit handen gegeven, met als gevolg dat de ontwikkeling heel lang heeft geduurd.” Hetzelfde verhaal voor TB-403. Het in 2008 gesloten licentieakkoord met Roche leverde ThromboGenics en zijn Deense partner BioInvent meteen 50 miljoen euro op. Maar intussen heeft ThromboGenics nog nauwelijks iets in de pap te brokken. “Dat is nu eenmaal Big Pharma”, zegt De Haes. “Zodra je zo’n product in licentie geeft en je geld ontvangt, ben je je product ook kwijt. Op gezamenlijke meetings mag je meeluisteren, maar zij zitten aan het stuur. Met ocriplasmine zijn we niet afhankelijk van de grillen van Big Pharma.”

ThromboGenics, dat een honderdtal werknemers telt, wou de verkoop zelf organiseren in de VS en in de vijf grote West-Europese markten (het VK, Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje) plus België. Voor de rest van de wereld wordt het product uit handen gegeven aan een partner, in ruil voor royalty’s. “Brazilië, Rusland, Turkije… begin er maar eens aan”, zegt De Haes. “Voor wij er aan de slag kunnen, zijn al vele jaren gepasseerd.” Die ‘rest van de wereld’ vertegenwoordigt ook maar 10 procent van de potentiële markt voor ocriplasmine. De VS staat voor 60 procent.

De Haes overweegt nu om voor de verkoop van ocriplasmine in de vijf grote Europese markten en België te opteren voor comarketing, samenwerken met een grote farmaspeler zonder het product helemaal uit handen te geven. “De efficiëntie zou er sterk op vooruitgaan. Die partner kan helpen met de terugbetaling in bijvoorbeeld Frankrijk, terwijl wij er toch onze miljoentjes uithalen. Het is trouwens niet mijn bedoeling het grootste biotechbedrijf te hebben, maar wel het meest efficiënte.”

Wellicht komt er bijgevolg een en dezelfde partner voor alle markten buiten de VS. Er zijn al veel contacten, maar een geprefereerde kandidaat is er nog niet. “We zijn heel vriendelijke mensen. We praten met iedereen”, zegt De Haes. “Maar we leggen de lat hoog.”

De pijplijn stofferen

ThromboGenics speurt intussen naar nieuwe antilichamen of producten om de pijplijn te stofferen. In eerste instantie in oftalmologie, eventueel ook in oncologie. Dat alle grote farmaspelers in oncologie vele miljarden pompen in onderzoek, beseft de CEO goed. “Vandaar dat oncologie ook het deel is dat we voor de groten ontwikkelen. Misschien brengen we het zelf tot in de eerste klinische fase, maar niet verder dan dat. Oftalmologie willen we natuurlijk zelf doen. We willen een volledig geïntegreerd oftalmologisch bedrijf worden.”

De Haes heeft daarvoor ook heel wat expertise aan boord gehaald. “Ik wil niet pochen, maar we hebben toch enkele kleppers”, zegt De Haes. Een van hen is de Britse professor David Shima, een wereldautoriteit en medeontdekker van het eerste product tegen blindheid bij ouderen. “We kunnen die aantrekken omdat we naam hebben gekregen. Nu is het niet moeilijk meer om goede mensen vast te krijgen.” De Haes wil zich wel focussen op enkele producten. “Geen pijplijn van hier tot in Tokio. Neem een goochelaar met 100 borden, en een met twee borden. Waar zullen de meeste vallen, denk je?”

ThromboGenics heeft nog ruim 80 miljoen euro cash, en verbrandt maandelijks gemiddeld 3 miljoen. “Die 80 miljoen moet ruimschoots volstaan tot aan de marktlancering”, zegt De Haes. Een nieuwe kapitaalverhoging is dan ook niet aan de orde. Eind 2010 haalde het bedrijf nog zonder moeite 56 miljoen euro op. “We hebben altijd geld opgehaald tegen een hogere koers, de laatste keer tegen 19 euro.” Zeker in het huidige beursklimaat overweegt het bedrijf niet geld op te halen. ThromboGenics noteerde bij het ter perse gaan tegen ongeveer 16,5 euro.

Dat zowat 95 procent van de succesvolle biotechbedrijven wordt overgenomen, weet ook De Haes. Terwijl het vaak tot een miljard euro kost om een product te ontwikkelen, kan een geïnteresseerde een dergelijk product via de overname van ThromboGenics met zijn beurskapitalisatie van zowat 540 miljoen euro een stuk goedkoper bemachtigen. “De kans dat we worden overgenomen stijgt. De beurskoers helpt ons niet. Als die blijft zakken, bestaat duidelijk het gevaar dat iemand wakker wordt en een bod uitbrengt.”

ThromboGenics was bij de start in 2011 dé grote beursfavoriet en -lieveling van analisten en investeerders. “Er is geen reden om hoog van de toren te blazen. Hoe meer ervaring je krijgt in deze business, hoe bescheidener je wordt”, zegt hij. “Er kunnen zo veel zaken fout gaan dat je met de voeten op de grond moet blijven. Dan kan je niet diep vallen.”

BERT LAUWERS

“Dat we het allemaal zo feilloos hebben kunnen uitvoeren, is bijna frightening”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content