EN DE CONSUMENT?
Hoger, lager.
Wie denkt dat de spectaculaire daling van de olieprijzen op de internationale markten (10 dollar per vat lager op twaalf maanden tijd) ook even spectaculaire gevolgen heeft aan de pomp of bij industrieel gebruik, kan zijn mening maar best herzien. Het zogenaamde programma-akkoord en de gulzige fiscus (zie tabel: Prijsstructuur) zorgen ervoor dat u en ik weinig merken van de olieprijsdaling.
Voor één liter Euro 98 betaalde de Belgische automobilist vorige week precies 36 frank. Ruim 26 frank gaat rechtstreeks naar accijnzen en BTW. “Maar België heeft ter zake niet meer appetijt dan andere Europese landen,” meent de Britse olie-analist Peter Hitchens van Williams de Broë. “Het fenomeen doet zich in heel Europa voor.”
Het programmacontract, een uitvinding uit de jaren zeventig (1973), is een akkoord tussen de Belgische Petroleum Federatie en de Belgische regering. De oliebedrijven (groot of klein) worden verondersteld de bevoorradingszekerheid te garanderen. Ze mogen daarvoor hun prijzen automatisch koppelen aan de wereldmarktprijzen. De overheid (Economische Zaken) zorgt er dan weer voor dat de prijzen op de Belgische markt ongeveer stabiel blijven. Als de internationale prijzen schommelen, wordt een aanpassing naar boven of beneden doorgevoerd. Maar de prijsaanpassingen aan de pomp zijn zelden spectaculair. De overheid stemt haar voelhorens voor het traditionele spelletje hoger-lager af op de oliemarkt van Rotterdam.
“Wat voor de consument heel weinig is, maakt voor de oliemaatschappijen wél een heel verschil,” zegt Gaetan Van de Werve van de Belgische Petroleum Federatie. “De aanpassingen kunnen immers alleen maar betrekking hebben op de basisprijs, nooit op het fiscale luik van de benzineprijs. De basisprijs voor olie is en blijft ook nu vrij laag. Een halve frank op pakweg 5 frank is dan wél veel.”
Het programmacontract neemt vooral de consument in bescherming. De bovengrens vormt een waarborg voor de verbruiker tegen een te hoog oplopende factuur. De benedengrens werd in 1992 afgeschaft. Volgens Gaetan Van de Werve heeft de automobilist de voorbije maanden al heel wat voordeel geput uit de indrukwekkende prijsval van de Brent: “Ik ben het niet eens met degenen die zeggen dat het verschil verwaarloosbaar is. Tussen 11 september 1997 en begin februari 1998 werd Euro 95 maar liefst twee frank goedkoper. De prijs voor één liter diesel viel terug van 27,40 frank naar 25,60 frank, toch ook bijna twee frank. Was de dollar in dezelfde periode (september 1997-februari 1998) niet in waarde gestegen (+3,5 procent), dan waren de verschillen nog groter geweest.”
KAREL CAMBIEN
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier