Elke oorlog heeft een menselijk gezicht

VRT-journalist Rudi Vranckx kijkt in zijn reportages altijd verder dan het slagveld zelf. Het dagelijkse leven van de bevolking in oorlogsgebied is voor hem even belangrijk, zo niet belangrijker. Dat blijkt ook uit zijn jongste boek Stemmen uit de oorlog, dat handelt over de Irak-oorlog. De VRT-journalist is niet aan zijn proefstuk toe. Eerder publiceerde hij onder andere Herinneringen aan de oorlogen in het Midden-Oosten en De roots van het moslimterrorisme.

Maar Stemmen uit de oorlog is het meest persoonlijke boek van Rudi Vranckx. Hij vertelt de oorlog door de ogen van de mensen die hij in Irak kent. Een van die stemmen – zijn tolk en kompaan Jassim – is inmiddels letterlijk monddood gemaakt.

Vranckx’ gesprekken met gewone Irakezen illustreren de angst, de vertwijfeling maar ook altijd de hoop op een beter leven, in eigen land of elders. De gesprekspartners nemen in het boek geen blad voor de mond en spreken zich openlijk uit over wat volgens hen de echte inzet van de oorlog is. Vranckx’ trouwe kompaan Ibrahim, die naar België kon vluchten, legt in Bagdad de vinger op de wonde: “Was er in Irak geen olie, dan was er in Irak allicht ook nooit oorlog.”

Rudi Vranckx heeft een vlotte pen en zijn mix van verhalen verrast. De ene keer rijden we mee in zijn spoor en voelen als lezer ook de doodsangst als hij met een konvooi langs de dodenweg rijdt die de Jordaanse grens verbindt met Bagdad. Zelfs in de hotels in de hoofdstad is het al lang niet meer veilig toeven, al hebben ze versterkte muren van beton of stalen poorten. Een andere keer gaat Vranckx dieper in op de aanloop naar de Irak-oorlog en de discussie over de aanwezigheid van massavernietigingswapens.

Rudi Vranckx springt van het ene verhaal naar het andere: de historische feiten, zijn eigen kijk in dagboekvorm, de gesprekken met of de pakkende brieven van gewone Irakezen. Er komt een Iraakse minister aan het woord die haar machteloosheid toegeeft, maar ook een dokter uit Basra die ondanks alles blijft lachen.

De Amerikaanse soldaten hebben eveneens hun plaats in het boek. Als Vranckx in een Amerikaanse legerbasis hartje Bagdad belandt en er de officiële versie van de VS-militairen hoort, onderwerpt hij de Amerikanen aan een spervuur van kritiek. Hij praat met Amerikaanse officieren en soldaten die onverbloemd toegeven dat de zingeving in hun leven nooit zo ver weg was. Een soldaat verwacht alleen nog heil van een religieuze roeping om zijn leven te redden.

Rudi Vranckx noemt zichzelf ergens een ‘handelaar in misère’. Hij citeert Nietzsche: “Wie met monsters vecht, moet oppassen zelf geen monster te worden”. Maar defaitisme is zijn handelsmerk niet. Uit het boek blijkt ook dat Vranckx meer is dan een observator. Hij stelt zich allerlei vragen. Waarom sluit Europa zijn deuren terwijl een miljoen Irakezen in Syrië leven zonder enig perspectief? Vranckx is ook optimistisch over de toekomst van Irak: als het nationale voetbalteam kan winnen dankzij het voorbeeldige samenspel van sjiieten, soennieten en Koerden, ja, waarom dan ook het land zelf niet?

RUDI VRANCKX, STEMMEN UIT DE OORLOG, MEULENHOFF/MANTEAU, 2008, 205 BLZ, 19,95 EURO

Karel Cambien

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content