Eindelijk rechtszekerheid voor coördinatiecentra
Dankzij het Europese Hof van Justitie haalt België zijn slag thuis. Met de steun van de Europese Raad en tegen de zin van de Europese Commissie kunnen coördinatiecentra nog een verlenging van hun gunstregime aanvragen tot eind 2005.
“Eindelijk krijgen de 36 coördinatiecentra die momenteel in een juridisch vacuüm leven rechtszekerheid over de verlenging van hun lopende contracten tot eind 2010.” Jean-YvesDopchie, secretaris-generaal van de beroepsfederatie Forum 187, slaakt een zucht van opluchting.
Toch is hij er nog niet helemaal gerust in. “De materie is zo complex, zowel technisch als politiek, dat niemand nog het bos door de bomen ziet. Bovendien gaat het om de goedkeuring van een tijdelijke maatregel door het Europees Hof van Justitie in Luxemburg. Die rechtbank moet nog een beslissing ten gronde nemen, maar dat kan nog lang aanslepen. Voorlopig kunnen alle coördinatiecentra waarvan het statuut vóór eind 2005 afloopt verder blijven genieten van het oude gunstregime.”
Dat fiscale voordeel bestaat uit een speciale behandeling voor multinationals die hun financieringstaken centraliseren in één coördinatiecentrum. Die centra zijn onderworpen aan de gewone tarieven, maar hun belastbare grondslag wordt op een forfaitaire manier berekend. In de praktijk betalen ze weinig belastingen. “Maar dat betekent niet dat de Belgische staat geld verliest aan deze maatregel,” benadrukt Dopchie. “Integendeel. Vandaag leveren de 220 actieve coördinatiecentra, met een totaal personeelsbestand van 10.000 werknemers en een geconsolideerd balanstotaal van 204 miljard euro, de nationale schatkist jaarlijks 500 miljoen euro op. En dat los van alle neveneffecten, zoals het aantrekken van buitenlands kapitaal naar ons land. Zonder het fiscale gunstregime was de overheid al die inkomsten waarschijnlijk misgelopen.”
Reynders geeft niet op
Toch liggen de coördinatiecentra al vijf jaar onder vuur. De andere landen van de Europese Unie zagen heel wat hoofdkwartieren naar Brussel verhuizen en klaagden het ‘onrechtvaardige’ systeem van België aan, hoewel ze zelf ook over gelijkaardige gunstregimes beschikken.
De Europese Commissie, die de fiscale concurrentie tussen de lidstaten tot een minimum wil beperken, had oor naar de kritiek en begon vorig jaar met een onderzoek om na te gaan of er sprake was van verborgen staatssteun. Op 17 februari 2003 besloot de Commissie om vanaf 1 januari 2001 geen verlengingen van coördinatiecentra meer toe te staan, en heel het stelsel onmiddellijk op te doeken. Tegen die beslissing gingen België en Forum 187 in beroep bij het Europees Hof van Justitie in Luxemburg.
Ondertussen bereikten de Europese ministers van Financiën een politiek akkoord over de spaarrichtlijn. Als pasmunt voor zijn goedkeuring eiste België wel een uitzonderingsmaatregel voor zijn coördinatiecentra tot eind 2010. Onder politieke druk versoepelde de Commissie haar oorspronkelijk verdict, en stemde in met een overgangsregime voor coördinatiecentra die tussen 1 januari 2001 en 17 februari 2003 een hernieuwing hadden aangevraagd.
Maar nog bleef België dwarsliggen. Het eiste een verlenging voor alle aanvragen die vóór eind 2005 ingediend zouden worden. In juni 2003 haalde minister van Financiën Didier Reynders ( MR) zijn slag thuis. Tijdens de onderhandelingen over de Europese spaarrichtlijn beloofden de lidstaten elke beslissing van de Europese Commissie die geen rekening hield met de Belgische eis te verwerpen. En als klap op de vuurpijl gaf ook het Europees Hof van Justitie ons land gelijk door de tijdelijke maatregel, die hernieuwingen van vergunningen tot mogelijk eind 2005 toelaat, goed te keuren. Over de mogelijke terugbetaling van onterechte staatssteun kan dus geen sprake meer zijn.
“Met haar gedragscode om schadelijke belastingregimes in de lidstaten te bannen, speelt de Europese Commissie duidelijk in de kaart van de grootmachten. Zij zagen met lede ogen hoe België, Nederland en Luxemburg buitenlandse investeringen aantrokken met hun gunstige regimes. Door die voordelen nu af te schaffen, vermindert de concurrentiepositie van de kleinere lidstaten,” aldus Dopchie. “Ook verzuimt de Europese Commissie werk te maken van een fiscaal statuut voor de Europese vennootschap. Dat zou pas echt een vrije markt creëren. Bovendien kan een aparte heffing op die ondernemingen als alternatieve financieringsbron voor de Europese instellingen fungeren. Zo sla je twee vliegen in één klap.”
Weer een mouw aan gepast
De discussie over de overgangstermijnen verandert natuurlijk niets aan het feit dat de oude coördinatiecentra hoe dan ook tegen eind 2010 volledig zullen verdwijnen. Maar ook daar heeft de Belgische regering een oplossing voor gevonden. In de hervorming van de vennootschapsbelasting (de programmawet van 24 december 2002) staat een nieuw stelsel van coördinatiecentra dat rekening houdt met de bezwaren van de Europese Commissie. Het principe van de forfaitaire grondslag blijft behouden, maar de belastbare basis wordt wel uitgebreid. Aan de hand van individuele akkoorden met de fiscus – de zogenaamde rulings – zal elke vennootschap van zo’n gunstregime kunnen genieten. Zo krijgen de ondernemingen definitief rechtszekerheid.
“Maar zover zijn we nog niet,” zegt Dopchie. “Voorlopig ontbreken nog de nodige uitvoeringsbesluiten. Bovendien heeft de Europese Commissie, ondanks haar principieel akkoord, nog enig voorbehoud gemaakt over het nieuwe stelsel. Op die manier houdt ze nog een stok achter de deur om België te kunnen terugfluiten.”
Eric Pompen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier