Boudewijn Vanpeteghem
Egmontfederalisme van Leterme maakt weinig kans
Eigenlijk zou het de normaalste zaak van de wereld moeten zijn dat de federale regering en die van de deelstaten samenwerken ten gunste van de bevolking. Belgen weten beter, of ze nu Vlaming, Waal, Brusselaar of Duitstalig zijn.
Het zou verwonderen mocht de vergadering morgen van alle regeringen in België de blijde intocht worden van het samenwerkingsfederalisme dat premier Yves Leterme predikt. De bijeenkomst heeft in het Egmontpaleis plaats, waar sinds 1977 het communautaire spook waart van een mislukte staatshervorming.
Een ondoorzichtige verdeling van bevoegdheden en geld tussen de zes regeringen die ons land telt, maakt de samenwerking bijzonder moeilijk. Maar misschien moeten in de eerste plaats partijpolitieke belangen worden vermeld als oorzaak van de falende coöperatie.
De liberalen – Open Vld en MR – zijn federaal aan de macht en deelstatelijk in de oppositie. Ze zijn niet van plan om met de deelstaatregeringen samen te werken tot nut van het algemeen belang.
De sp.a zit net in de omgekeerde situatie. Voor hen is er geen sprake om het de federale regering makkelijker te maken. Een zoveelste bewijs dat asymmetrische coalities theoretisch goed ogen in een federale staat, maar niet werken in het Belgische kader.
N-VA regeert in Vlaanderen, niet in België. Om ideologische redenen heeft ze geen zin in dat laatste. Een goed werkende federale staat zou geen goede zaak zijn voor de Vlaamse nationalisten, die Vlaamse onafhankelijkheid nastreven.
Begin in dat kader maar eens aan samenwerkingsfederalisme. Alleen de Groenen hebben tot nog toe bewezen dat ze in staat zijn de kloof tussen meerderheid en oppositie te dichten. Zij doen bovendien als enigen echt moeite om over de taalgrens samen te werken.
België draait vierkant en de Belgen betalen het gelag. De werelden van Justitie en Financiën doen het niet goed. Geld voor de pensioenen en gezondheidszorg wordt hoogst problematisch. Gaten in het wegdek raken niet gevuld. Kinderen hebben geen plaats in scholen omdat er te weinig gebouwen zijn. Het staatsapparaat kost teveel en werkt niet naar behoren.
De ondoorzichtige verdeling van wie wat mag doen, moet weg. De politici moeten eindelijk het grondwetsartikel schrijven waarin de bevoegdheden van de federatie staan opgesomd. Minister-president Kris Peeters heeft gelijk als hij zegt dat de deelstaten meer bevoegdheden moeten krijgen. Benadrukken dat de federatie alleen nog een rol te spelen heeft ten dienste van die deelstaten, is een brug te ver.
Premier Leterme heeft gelijk een poging te doen om het beleid van de verschillende regeringen waar nodig op elkaar af te stemmen. Hij speelt het bovendien slim door zich in het spoor van het Europese beleid te nestelen: meer jobs, meer investeringen in O&O, minder schoolverlaters zonder diploma, minder armoede, minder broeikasgassen. Het zal er voor de eerste minister ook op aan komen niet de perceptie te creëren dat de samenwerking alleen aan hem te danken is. Dat zal de anderen nodeloos doen steigeren.
Naast de doeltreffendere bevoegdheidsverdeling dienen er transparantere geldstromen te komen. Goede rekeningen maken immers goede vrienden. En wie goed werk levert, moet daar de vruchten van kunnen plukken.
Daarmee komen we tot de kern van de zaak. Een betere verdeling van het schaarse geld tussen de regeringen is broodnodig. Overlappingen en dubbeluitgaven kunnen we ons niet veroorloven, zeker niet in deze tijden van crisis en met het zicht op kolossale kosten door de vergrijzing van de bevolking. Kernvraag is: hoe kunnen we de Franstaligen overtuigen dat ook zij het met minder zullen moeten doen en dat de Vlaamse solidariteit zal blijven spelen, ondanks de ook voor Vlamingen moeilijke tijden?
Boudewijn Vanpeteghem
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier