Eerlijke koffie, kleine marges
Twee jaar geleden herdoopte de firma Café Liégeois haar gamma eerlijke koffie tot Mano Mano. Met dat gamma steunt het bedrijf kleine Mexicaanse koffieboeren. Maar om dat eerbare doel te verwezenlijken, moet de kmo wel een hoop economische toegevingen doen.
Voor een aantal koffieboeren uit de Mexicaanse provincie Chiapas is het kleine stadje Battice, in de provincie Luik, veel meer dan een obscuur puntje op de wereldkaart. Het is de thuisbasis van Café Liégeois, een onderneming die in Chiapas twee jaar geleden een concreet fairtradeproject heeft opgezet. De familiale kmo verkoopt niet alleen koffie onder het Max Havelaar-label, ze ondersteunt de lokale producenten ook bij de aankoop van materialen en machines.
Als het op fair trade aankomt, kennen Michel Liégeois en zijn broer Benoît, de gedelegeerd bestuurders van de firma, het klappen van de zweep. Al meer dan tien jaar verhandelt de familiale koffiebranderij een reeks eerlijke producten. Maar drie jaar geleden besliste het bedrijf om zijn positionering en filosofie over dit marktsegment volledig te herbekijken. Een interne werkgroep boog zich aandachtig over alle aspecten van de strategie: certificatie, productmarketing, verpakking enzovoort. De hele denkoefening mondde eind 2008 uit in de lancering van Mano Mano, een koffiegamma voor zowel professionele als particuliere klanten. Langzaam maar zeker begint het merk naam te maken, maar het vertegenwoordigt nog maar 5 procent van het gehele volume.
Rapporteren over het label
Het nieuwe gamma bestaat voor 80 procent uit eerlijke koffie gekocht op de koffiebeurzen. De rest komt rechtstreeks van de koffieboeren. Café Liégeois doet daarvoor een beroep op kleine Mexicaanse producenten die Michel persoonlijk heeft ontmoet. De koffie is voor de consumentenmarkt verkrijgbaar in de vorm van koffiepads of gemalen koffie met de naam Mano Mano Chiapas. Alle eerlijke koffievarianten van deze kmo dragen het Max Havelaar-label. “Er zijn verschillende organisaties die in alle fasen controleren of het wel degelijk om fair trade gaat. In de producerende landen, bij de uitvoerder, bij de invoerder en bij de laatste schakel, de koffiebrander”, benadrukt Michel Liégeois. “De vereisten inzake traceerbaarheid zijn niet van de poes. Een voorbeeld: het aantal kilo’s dat hier binnenkomt, moet exact kloppen met het aantal kilo’s dat de firma weer verlaat. Dat moeten we bewijzen in een driemaandelijkse rapportering. Om nog te zwijgen van de jaarlijkse controles in ons bedrijf.”
De Luikse onderneming koos voor haar koffie het Max Havelaar-label, omdat dit volgens de gedelegeerd bestuurder een drievoudige waarborg biedt: ecologisch, sociaal en economisch. De gegarandeerde minimumprijs voor de producent is een van de basisvereisten voor certificatie. Op een markt met bijzonder volatiele prijzen garandeert het Max Havelaar-label de Mexicaanse boeren een waardig inkomen.
En dat vraagt van de kmo concrete inspanningen. Wanneer de koffie erg goedkoop is, betaalt Café Liégeois de producent een veel hogere prijs dan de marktprijs. Naargelang van de situatie is dat 10 tot 30 procent extra. Dat supplement wil de onderneming niet doorrekenen in de verkoopprijs. “Onze fairtradekoffiepads kosten evenveel als onze gewone pads en behoren allebei tot het kwaliteitssegment’, zegt Michel Liégeois. “Als de lokale producenten eerlijke – dus duurdere – koffie willen verkopen, weten ze ook dat ze kwaliteit moeten bieden.”
Maar om fairtradekoffie tegen dezelfde consumentenprijs te verkopen, zit er voor de koffiebrander niets anders op dan te knabbelen aan de eigen marges. Bovendien moet de firma 25 eurocent per verkochte kilo koffie afstaan voor het gebruik van het Max Havelaar-label. Wat voor Café Liégeois volgens onze ramingen neerkomt op ruim 30.000 euro per jaar.
Een goede daad, maar niet zo rendabel
Bovendien heeft Café Liégeois beslist om per verkocht pak Mano Mano Chiapas 10 eurocent terug te storten aan de Mexicaanse koffieboeren via de organisatie Terre Solidaire. Die helpt hen het materiaal te financieren dat ze nodig hebben op de koffieplantages.
We kunnen alleen maar besluiten dat fairtradekoffie als Mano Mano Chiapas niet erg rendabel is. “Nochtans is het geen verliespost”, aldus Liégeois. Hij geeft wel toe dat zijn firma niet alleen op eerlijke koffie zou kunnen draaien. Café Liégeois brandt 2500 ton koffie per jaar, onder meer voor de Exki-keten. In 2010 zal het Mano Mano-gamma afklokken op een groei van 25 procent. “Maar dat cijfer moet je relativeren, omdat het volume beperkt is”, zegt Liégeois, die overigens nog andere moeilijkheden ziet. Zo merkt hij op dat lang niet alle (professionele en particuliere) klanten aanhangers zijn van de fairtradefilosofie en soms de prijs de doorslag laten geven. Nog een heikel punt: de plaats in de winkelrekken. In de supermarkten liggen al massa’s koffievariëteiten en -merken, ook met een fairtradelabel. Om nog te zwijgen van het feit dat de meeste distributeurs hun eigen fairtradekoffie aanbieden.
Dat heeft Café Liégeois niet belet om al zo’n 50.000 pakken Mano Mano Chiapas te verkopen, onder meer via Cora en Intermarché, goed voor 5000 euro steun aan de Mexicaanse koffieboeren die het bedrijf helpt. Een resultaat dat de twee bazen van het familiebedrijf best tevreden stemt. In die mate zelfs dat ze overwegen om een soortgelijk project uit te werken met koffie uit de Kivu-streek.
Christophe Charlot
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier