Een zomer vol jazz
“Jazz is not dead, it just smells funny.” De uitspraak van Frank Zappa indachtig stopte Trends zijn neus in de Vlaamse jazzfestivals. Subsidieleed en sponsoreisen dwingen de meest vrije muziekstijl in een keurslijf. Maar de koppigheid van enkele jazzentrepreneurs zorgt voor een heuse revival.
Nog tot 27 juli stroomt het stemmige binnenplein van de Bijloke in Gent weer vol met jazztronauten, Gentse-Feestengangers die de walm van de braadworsten willen ontvluchten en muziekliefhebbers die houden van een ontspannen sfeertje. Na een eerste succesvolle editie breit festivaldirecteur Bertrand Flamang een vervolg aan zijn Blue Note Festival. En nauwelijks zijn de laatste noten verstomd in Gent, of u kunt zich al reppen naar het schitterende Park Den Brandt in Antwerpen, waar Chris Joris op 13 augustus de aftrap mag geven voor de 24ste editie van Jazz Middelheim. En dan springen we even over het Brosella Festival, het Gentse Jazz in ‘t Park en de talloze kleinere jazzpodia die in heel Vlaanderen pleinen en parken vullen heen. Intussen werkt het Brugse Kunstencentrum De Werf al aan de programmatie van de editie 2004. Wie zei ook weer dat jazz de 21ste eeuw niet zou halen?
Drie visies op jazz
Bertrand Flamang, opgegroeid met een dieet van muzikanten als Miles Davis, John Coltrane en Charles Mingus, wist het vermaarde jazzlabel Blue Note te strikken om zijn naam aan het festival te verbinden. “Ik had een sterke partner nodig als kapstok,” zegt hij. “Met Blue Note wist ik me vooraf al verzekerd van een grote exposure. Dan was het aan mij om het inhoudelijke luik kwalitatief in te vullen om er bij de eerste editie meteen te stáán.”
Vorig jaar lokte het festival meteen al 11.000 bezoekers, verschillende avonden waren uitverkocht. Het festival werd gespreid over twee locaties: het Gravensteen en het binnenplein van het historische Bijloke-ziekenhuis. “Dát en een sterk programma overtuigden Blue Note om zijn naam aan het festival te verbinden,” meent Flamang. Al geeft hij in een adem toe dat het potentieel van anderhalf miljoen bezoekers aan de Gentse Feesten en het structurele partnership met de stad Gent de laatste twijfel wegnamen.
Van meet af aan kozen ze in Gent voor twee grote luiken: klassieke en avant-gardejazz, en de mengvorm met dansmuziek. “Ook daar zaten we op dezelfde golflengte als Blue Note. Zij spelen kort op de bal, houden de vinger aan de pols en steken al eens hun nek uit om nieuwe trends te ondersteunen. Tegelijk vergeten ze niet verder te investeren in de avant-garde en mainstream.”
De tweede editie van het Blue Note Festival mikt op 25.000 bezoekers. Om organisatorische redenen is afgestapt van de twee podia, zodat voortaan alleen nog op de Bijloke wordt gemusiceerd. Die site werd verder uitgebouwd en enkele kinderziektes van de eerste editie werden weggewerkt. Flamang: “Bovenal moeten we nu bevestigen en financieel succesvol zijn, zodat we definitief op de Europese kaart staan.”
De Belgische jazzscene maakte in 2002 nog een geboorte mee. Het Kunstencentrum De Werf presenteerde op vraag én met de steun van Brugge 2002 een eerste editie van Jazz Brugge. Rik Bevernage, artistiek directeur van De Werf, zette met zijn team een muzikaal gedurfd festival neer. Niet iedereen was opgezet met de koers die Bevernage had uitgetekend – Jazz Brugge programmeert alleen Europese bands – maar die aanpak trok over vier dagen toch 4000 betalende bezoekers naar het pas geopende Concertgebouw op ‘t Zand.
“Zelfs een hittegolf kon het publiek niet uit het Concertgebouw houden,” zegt Bevernage tevreden. De voorvechter van de Belgische jazz werkt intussen volop aan een tweede editie. “We zullen nu uiteraard niet kunnen meedeinen op de golven van een mastodont als Brugge 2002. Maar Lieven Bertels, de directeur van het Concertgebouw, heeft al toegezegd om mee zijn schouders te zetten onder de volgende editie, in mei 2004.”
Van meet af aan wilden de Bruggelingen een biënnale, alternerend met het Antwerpse Jazz Middelheim, dat in de onpare jaren plaatsvindt. Dat brengt ons bij Miel Vanattenhoven, producer van Radio 1. Wanneer we hem opzoeken in de gangen van de VRT, slikt de coördinator van de moeder der Belgische jazzfestivals nog snel een cakeje door. Tot zover de lunch. “Het is hectisch,” gromt hij. Jazz Middelheim 2003 begint over luttele weken, en de laatste loodjes beginnen door te wegen. “Kleine details,” weet Vanattenhoven. “Maar ze bepalen wel de kwaliteit van het festival.”
Wie ervan uitgaat dat het, gezien de lancering van twee grootschalige festivals, uitstekend gaat met de Belgische jazz, is net iets te voortvarend. Vergeet niet dat Middelheim sinds 1981 teruggeschroefd werd tot een tweejaarlijks festival. “We hadden de keuze,” zegt Vanattenhoven. “Kleinschaliger worden of tweejaarlijks gaan.” De hoofdreden voor die drastische beslissing kwam voort uit de vraag of de toenmalige BRT nog wel zelf een festival moest organiseren. “Onze opdracht was vroeger het ondersteunen van het culturele leven,” aldus Vanattenhoven. “Die houding is gaandeweg veranderd, en ook in de huidige beheersovereenkomst staat dat we via de uitzendingen voornamelijk moeten zorgen voor cultuur, ontspanning en informatie. Met andere woorden, festivals organiseren is niet onze core business.”
De commercie achter de kunst
Toch is dat een tweesnijdend zwaard. Het festival levert de radionetten immers exclusieve live-fragmenten op en biedt een ondersteunende rol aan jazzmusici. “Het festival is een bron van klankmateriaal,” zegt Vanattenhoven. “Maar we zitten een beetje in een benarde situatie. Aangezien de VRT al een dotatie krijgt van de overheid, kunnen we met het festival geen beroep meer doen op andere vormen van subsidies om het festival mee te helpen financieren. We zijn er niet om winst te maken, maar we moeten natuurlijk wel de middelen hebben om het geheel op te zetten.”
Let’s talk shop, denken wij dan. “Daarover kan ik je niets vertellen,” zegt Vanattenhoven. Allicht bevreesd om slapende honden wakker te maken. “Algemeen gezien kun je zeggen dat Middelheim op drie gelijkwaardige poten steunt: sponsoring (via de V.A. R.), eigen inkomsten, en ondersteuning van de radionetten.” Dit jaar speelt naast Radio 1 en Klara voor het eerst ook Studio Brussel mee. De sponsoring komt van Opel Belgium, dat volgens Vanattenhoven een significante rol speelt. “Opel is geen naam op een affiche, maar een echte presenting partner. Hun rol is essentieel geworden.” Hoe essentieel, dat kregen we ook niet bij Opel te horen.
Ook Rik Bevernage en persverantwoordelijke Filip Delmotte van De Werf zijn niet happig om de boekhouding op tafel te gooien. Jazz Brugge heeft een artistiek budget van 99.000 euro, en de omzet van het evenement bedroeg 230.000 euro. Bevernage merkt echter op dat Brugge 2002 een waar publiciteitskanon was waaraan de organisatie geen eigen middelen hoefde op te offeren. Ook het Concertgebouw werd gratis ter beschikking gesteld. De inkomsten uit de tickets dekten zowat 25 % van de kosten, de rest van het budget kwam uit subsidie-inkomsten en sponsoring allerhande.
Het festival eet voornamelijk mee uit de ruif met middelen die het Kunstencentrum De Werf ter beschikking krijgt: 496.000 euro op jaarbasis. Daarmee stelt het cultuurhuis uit de Brugse Werfstraat twaalf mensen fulltime tewerk en probeert het zijn rol als kunstencentrum waar te maken. Bevernage windt er geen doekjes om: “De middelen zijn ontoereikend voor wat we vandaag doen. Ofwel stoten we ons platenlabel af, ofwel is Jazz Brugge 2004 meteen ook de laatste editie.”
Het Kunstencentrum brengt via het eigen jazzlabel W.E.R.F. voornamelijk Belgische jazz-cd’s uit. Het is een musicians’ label, wat wil zeggen dat de muzikanten maximale kansen krijgen, zonder artistieke concessies of commerciële doeleinden. “We hebben geen zin om lineair zaken af te bouwen, dus iets zal eraan moeten geloven.” Dreigende taal bestemd voor de Vlaamse Gemeenschap die volgend jaar de subsidies moet herzien, of is het Bevernage menens en verliest de Belgische jazzscene een van zijn steunpilaren?
De muzieksmaak van de sponsor
Het zelfvertrouwen van Blue Note Festival-baas Bertrand Flamang steekt schril af tegen de onheilstijdingen van zijn collega- jazzentrepreneurs. Voor de eerste editie in 2002 bedroeg het budget 620.000 euro. Dit jaar werd het opgetrokken tot 950.000 euro. Net als vorig jaar neemt de stad Gent bijna 9,5 % daarvan voor haar rekening. De provincie Oost-Vlaanderen en de Vlaamse Gemeenschap komen elk voor respectievelijk 0,5 % en 4 % tussen.
“De helft van het budget komt uit ticketverkoop, merchandising en catering. De rest halen we uit sponsoring,” zegt Flamang, die persoonlijk borg staat. 19.000 bezoekers heeft hij nodig om break-even te draaien. Ambitieus? Zeker, maar de Gentenaar ziet het nog groter. “Binnen de drie jaar wil ik de begroting verdubbeld zien en wil ik een onafhankelijke koers varen.”
Flamang beschikt over een ondernemersgeest, zoveel mag duidelijk zijn. De gewezen uitbater van het jazzcafé Den Turk en organisator van de Eurobierbeurs in Gent is ook de motor achter het najaarsfestival Jazz & Sounds. Zijn jongste ‘product’, het Blue Note Festival, is af en goed uitgekiend.
“Het label Blue Note en de steun van de stad Gent openden veel deuren,” geeft hij toe. Voor bedrijven die het festival willen ondersteunen biedt hij naar eigen zeggen een hospitality event met toegevoegde waarde. “Naast de visibiliteit op de affiche en via advertenties is er ook een ruimte voorzien waar informele contacten kunnen ontstaan. En via een gerichte mediaspreiding bereikt Blue Note zijn doelgroep,” zegt Flamang. “Iedereen mag met mij overleggen over samenwerking. Alleen over het programma en de productie wordt niet gediscussieerd.”
Bij Jazz Brugge nam voornamelijk de organisatie van Brugge 2002 de egards waar. Al was de Haven van Zeebrugge een even opmerkelijke als verrassende sponsor. “In ruil daarvoor vroeg men ons wel om aandacht te schenken aan Scandinavische jazz, omdat men blijkbaar veel klanten heeft in die regio,” bekent Bevernage. “Maar aangezien we toch jazz uit Europa presenteerden, was dat geen probleem.”
Iets gelijkaardigs horen we bij Miel Vanattenhoven. “De manier waarop je aan het geld komt, heeft invloed op het uiteindelijke programma,” klinkt het mysterieus. “Na elke editie wordt er een evaluatie gehouden, en ook Opel bekijkt telkens opnieuw de samenwerking.”
Is er eigenlijk wel ruimte in Vlaanderen voor drie grootscheepse festivals? “Absoluut,” reageert Vanattenhoven meteen. “Ze zorgen voor een ondersteuning van de jazz in zijn geheel.” Daar kan ook Bevernage zich in vinden. “We zitten niet in een concurrentiële positie, al moet er wel overleg gebeuren.” Ook Flamang ziet geen probleem, zolang de organisatoren niet in dezelfde vijver vissen. “Want dan krijg je wel problemen met de prijszetting.”
Hij fronst wel de wenkbrauwen bij het zien van de zomeraffiche van het Brugse Concertgebouw. “Op 26 juli treedt daar Bobby McFerrin op, een Blue Note-artiest middenin het Blue Note festival. Tja.”
Lieven Desmet
“Met Blue Note was ik vooraf verzekerd van een grote ‘exposure’.” (Bertrand Flamang, Blue Note Festival)
“De VRT moet zorgen voor cultuur, ontspanning en informatie. Festivals organiseren is dus niet onze core business.” (Miel Vanattenhoven, Jazz Middelheim)
“Ofwel stoten we ons platenlabel af, ofwel is Jazz Brugge 2004 onze laatste editie.” (Rik Bevernage, Jazz Brugge)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier