Een vreemde taal leer je best in bad
Koninklijke familieleden, hooggeplaatste politici en gereputeerde bedrijfsleiders betalen zonder schroom 80.000 frank voor een talencursus van Ceran. Omdat dit de school voor de bevoorrechte klasse is? Neen. Ceran duwt zijn studenten kopje onder in de doeltaal tot ze proestend maar veel wijzer weer bovenkomen.
De beide châteaus van de talenschool Ceran Lingua liggen nabij Spa, middenin een groene oase van rust. René Bastin, de oprichter en tot maart van vorig jaar de algemeen directeur van de school, kocht in 1975 samen met zijn echtgenote de kasteelruïne en bouwde die om tot het hoofdkwartier van een talenschool met wereldwijde vertakkingen.
Ceran heeft al veel schoon volk zien passeren. De jongste koninklijke aanwinst, prinses Mathilde, leerde hier haar Nederlands. Ook de vriendin van de Nederlandse kroonprins Willem Alexander, Máxima Zorreguieta, verbaasde vriend en vijand door haar kennis van de taal van Vondel na een verblijf in Spa. Alle Duitse diplomaten zijn hier al 25 jaar kind aan huis en ook minister van Financiën Didier Reynders (PRL) liep langs bij Ceran. Samen met businesscoryfeeën zoals Philippe Bodson ( Lernout & Hauspie) en Tony Vandeputte en Didier Malherbe ( Verbond van Belgische Ondernemingen). Ook Union Minière, Boeing en de Europese Commissie, om er maar enkele te noemen, doen een beroep op Ceran.
Wat is het geheim van Ceran, dat het zelfs de koninklijke familie tot zijn klanten mag rekenen? Om te beginnen zijn daar de taallessen zelf. Die steunen op drie pijlers. De sleutelzinnen, dat zijn de essentiële punten van elke les, worden na afloop van elke sessie op een cassette ingesproken zodat de student die kan herhalen. De fonetische correctie is de perceptie van klanken aanleren, zodat men intonatie en ritme sneller begrijpt. En specifiek voor Ceran is de QRI-methode ( Question, Réponse, Interaction). De docenten, allen native speakers, spelen een zeer intensief vraag-en-antwoordspel met elementen uit de leefwereld van de student. Door steeds in te spelen op herkenbare situaties, gaat die vlugger begrijpen waarover het gaat en breidt hij gestaag de begrips- en spreekvaardigheid van de doeltaal uit. Zoals een kind leert spreken van zijn moeder, maar dan iets wetenschappelijker onderbouwd.
Deze lesmethode van Ceran is niet uniek. Maar er is meer. Ook buiten de 66 lesuren per week worden de cursisten volledig ondergedompeld in de lestaal en de bijbehorende cultuur. Iemand die bijvoorbeeld Nederlands studeert, krijgt nog alleen de VRT als nieuwszender, Nederlandstalige kranten en tijdschriften als lectuur en communiceert vanaf het ontbijt tot het slapengaan alleen in deze taal.
“Ik droom zelfs in het Nederlands,” lacht Eveline Dupont. Hoewel in Brussel geboren, had ze weinig praktijkervaring met het Nederlands. Vandaag, na drie dagen intensieve training, spreekt Dupont al zeer vlot. “Ik maak inderdaad vlug vorderingen. Niet alleen spreek ik behoorlijk Nederlands, ik redeneer ook in de taal. Mijn woordenschat is aangevuld, zodat ik bepaalde uitdrukkingen nu ook begrijp.”
De noodzaak om Nederlands te leren ontstond door haar functie als financieel-administratief directeur bij het advocatenbureau Liedekerke Wolters Waelbroeck Kirkpatrick & Cerfontaine. “Met onze vestigingen in Brussel en Antwerpen wil ik graag een mondje Nederlands kunnen praten.” De toegevoegde waarde van Ceran zit volgens haar in de onderdompeling en het feit dat je je ongestoord op de doeltaal kan concentreren.
Door het permanente contact met die doeltaal en de docenten worden de studenten gedwongen deze taal te spreken, al beheersen ze die onvoldoende. Tijdens de lunch in het Nederlandse departement wordt er gekwebbeld dat het een lieve lust is, in het Nederlands uiteraard. Iedereen zet zijn beste beentje voor en de anderen luisteren respectvol hoe hun collega’s zich uitdrukken in een taal die voor sommigen tot voor drie dagen terra incognita was. Op tijd en stond geholpen of verbeterd door een docent. “Niet durven spreken is een eerste drempel om een taal te leren,” zegt Alexandre Schramme, marketing & sales manager van Ceran Lingua International. “Kinderen leren vloeiend diverse talen door elkaar, omdat ze die drempelvrees niet hebben. Volwassenen zijn terughoudender, omdat ze vrezen voor hun imago. Maar hier merkt de topmanager van een bedrijf dat hij dezelfde fouten maakt als de bankdirecteur en de diplomaat. Als je dan voluit durft te gaan, maak je snel vorderingen. De eigen motivatie is doorslaggevend.”
Culturele activiteiten
Tina Noiret, van Griekse origine, kan dat alleen maar beamen. Voor Agoria, het vroegere Fabrimetal, gaat deze information manager in alle geledingen van het netwerk een interne communicatiecampagne voorstellen. “Tegen mei wil ik dus behoorlijk Nederlands kunnen spreken om die campagne te kunnen sturen.” Haar kennis van de taal was niet onbestaand doch vrij passief. Vandaag, na drie dagen cursus, spreekt ook zij Nederlands op een behoorlijk niveau.
Een andere factor die bijdraagt tot het succes van de school is de ligging van het kasteel. De bedoeling van oprichter René Bastin was een rustgevende en inspirerende omgeving te scheppen die de cursist volledig uit zijn dagelijkse beslommeringen haalt. “Het is hard werken, maar door de omgeving en de sfeer heb je toch ook een beetje dat vakantiegevoel,” zegt Eveline Dupont. In de week dat een cursist hier verblijft, staan er tal van sociaal-culturele activiteiten op het programma. Gastsprekers komen praten over hun bedrijf en er worden debatten georganiseerd. Tina Noiret: “Ik heb hier mensen ontmoet die ik straks voor mijn werk vast nog zal tegenkomen.”
Ook de aanwezigheid van cursisten uit het buitenland biedt een mooie gelegenheid om iets op te steken van hun cultuur. “Ja, ik heb zeer goede contacten gehad,” zegt Jean-Paul Olefs, een global key account manager van Alcatel die twee jaar geleden een ‘ontroestingscursus’ Frans volgde. “De mensen van Ceran helpen daaraan mee door de debatten die ze na de lessen opzetten. Ze brengen de gespreksonderwerpen zo aan dat je met verschillende mensen luistert naar de diverse professionals die aanwezig zijn. Met soms interessante contacten tot gevolg.” Ook voor Olefs heeft zich in Spa een wonder voltrokken. Hij had tien jaar lang Engels gesproken door zijn contacten voor Alcatel. “Mijn Frans was vastgeroest. Maar na één week Ceran discussieerde ik de laatste avond met Parijzenaars over politiek en maatschappij.”
Alleen voor een elite?
Door zijn klandizie en de hoge prijzen (80.000 frank voor één week) heeft Ceran een elitair imago gekregen. Maar dat is ten onrechte. Toegegeven, het is stijlvol, maar niet meer dan dat. Jean-Paul Olefs: “Hoewel de omgeving misschien iets anders doet vermoeden, ben je hier niet op vakantie maar hard aan het werk. Ik was bekaf van de inspanning om op zo’n korte termijn zo’n hoog niveau te bereiken. Dat rechtvaardigt de prijs voor mij.”
Voor Ceran is de culturele dimensie even belangrijk als het aanleren van de taal. Daarom werd besloten om in de verschillende buitenlandse vestigingen te focussen op de taal van het land. “We stellen vast dat iemand door de omgeving sneller de taalcultuur opneemt en door de internationale aanwezigheid interessante contacten legt. Daarom gaan we de talen doceren in het land van herkomst,” zegt Alexandre Schramme.
Vandaag is Ceran Lingua, naast de twee vestigingen in Spa, te vinden in Frankrijk, Spanje, Groot-Brittannië en Japan. De school telt ook nog twee junior centres voor studenten. Tegen deze zomer moet een nieuw centrum in Ierland de deuren openen. Ook Vlaanderen, Portugal en Rusland staan op de agenda.
Om deze expansiedrift te financieren, werd een holdingstructuur – Compagnie Financière du Château – opgezet met een reeks bedrijven die politiek correct zijn verdeeld over de taalgrenzen. Met de inbreng van BBL, Bank Degroof, Gerling Namur, Chaudfontaine, Recticel, Nomainvest en Bois Sauvage is deze holding voor 80% eigenaar van het taalcentrum. Het management participeert voor 15%, terwijl de stichters, ondertussen op rust, een symbolische 5% behouden.
Voor Jan Demoor, de personeelsdirecteur van Recticel, was de holdingstructuur die ruim anderhalf jaar geleden werd ingevoerd een logische keuze. “Om te verzekeren dat het Ceran-hoofdkwartier Belgisch zou blijven ging het management op zoek naar een soort overbruggingsaandeelhouderschap toen de Bastins zich terugtrokken. Het gevaar was niet denkbeeldig dat het instituut in buitenlandse handen zou vallen. Ze gingen op zoek naar industriëlen en bedrijven die het centrum in België wilden helpen verankeren.” Recticel was al geruime tijd vertrouwd met het succesverhaal. Hun geloof in het product maakte deze stap mogelijk.
In het hoofdkwartier in Spa werken ruim 150 mensen, de grootste werkgever van het Ardense stadje na de bekende waterproducent. De groep telt in totaal 250 medewerkers, waarvan twee derde docenten. Die verwelkomen per jaar ruim 5000 volwassenen uit 56 landen. Door de hoge prijzen mag het geen wonder heten dat de klanten van Ceran voornamelijk te zoeken zijn bij bedrijven, internationale instellingen en overheden. Alexandre Schramme beaamt dat de prijzen voor een individu hoog liggen. “Maar voor een bedrijf of overheidsinstelling mag het geen probleem vormen. De return on investment is een efficiëntere internationale werking. Bedrijven investeren veel in managementopleidingen en informatisering, maar taalopleidingen worden nog te vaak vergeten.”
De taal van een fusie
Taal is een groeiende markt, ten bewijze de 15% omzetstijging tot een half miljard frank die Ceran mocht noteren. De oorzaak is volgens Schramme te vinden in de mondiale economie. Bedrijven worden zich bewust van de mogelijkheden die zich aanbieden, mits ze die opportuniteiten optimaal benutten. Ook fusies en joint ventures die multinationals aangaan nopen tot een vlotte en meertalige communicatie.
“Ik vind het belangrijk om met iemand in zijn taal te communiceren,” zegt Jean-Paul Olefs. “Als we ons alleen in het Engels kunnen behelpen, spreken we via vertalingen met een eigen perceptie. Taal is cultuur en cultuur is cruciaal in zaken.”
Lieven Desmet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier