Een villa voor 100.000 euro: hoe Poolse zwartwerkers infiltreren op de bouwwerf
Een jaar na de toetreding van de Oost-Europese lidstaten, overspoelen Poolse bouwvakkers de Belgische werven. Velen zijn illegaal en verdienen maar 6 euro per uur. Een uitstekende zaak, vinden heel wat bouwers en aannemers. Maar de overheid werkt aan manieren om de sociale dumping tegen te werken. En om de bouwbedrijven en uitzendkantoren in het gareel te krijgen.
Tijdens een motortrip met vrienden naar Istanboel zijn mijn ogen opengegaan,” vertelt Dirk Vandenbussche, gedelegeerd bestuurder van het gelijknamige bouwbedrijf uit Aalter. “Toen we ‘s avonds laat in Salzburg aankwamen, was in het centrum geen hotel meer vrij wegens een uitverkochte operavoorstelling. Noodgedwongen zochten we goedkoop onderdak in de buitenwijken. Daar zagen we een tiental arbeiders uit een Poolse bestelwagen stappen. Ze bleken als goedkope arbeidskrachten op een van de grote werven in de stad te werken. Een courante praktijk, aldus onze hospita, die met voldoening haar omzet het afgelopen jaar had zien verdubbelen.”
Ook in ons land duiken steeds meer Poolse bouwvakkers op de werven op. “Alleen al in Brussel zijn zo’n 50.000 illegale Polen actief,” bevestigde Didier Verbeke, coördinator-generaal bij het federale comité tegen sociale fraude, tijdens een recent rondetafelgesprek van de Bouwunie. “Maar je mag ze niet verwarren met gedetacheerde werknemers, die zich aan de Belgische loon- en arbeidsvoorwaarden moeten houden. De RSZ schat dat aantal op 10.000 à 30.000 Oost-Europeanen.” Maar niet iedereen houdt zich aan de voorschriften. Waarnemers ramen de omvang van de sociale fraude in de Belgische bouwsector op 1,4 à 2,4 miljard euro (cijfers van 2003). Dat betekent een verlies van 136 à 340 miljoen euro aan sociale bijdragen.
Vandaag overspoelen Poolse schijnzelfstandigen de markt. De Bouwunie noemt dat fenomeen onomwonden een nieuwe koppelbazerij. Woordvoerder Anja Larik: “Nepbedrijven zonder werknemers, maar bemand met buitenlandse bestuurders of werkende vennoten, bieden hun diensten tegen dumpprijzen van 5 tot 15 euro per uur aan. In deze constructies met stromannen blijven de echte uitbuiters of mensenhandelaren buiten schot. Omdat die bouwvakkers niet onder het werknemersstatuut vallen, zijn ze niet onderworpen aan de Belgische arbeidsvoorwaarden. Hun lage uitkeringen en lange dagen leiden tot oneerlijke concurrentie.” Om reguliere bedrijven tegen zulke wanpraktijken te beschermen, brengt de Bouwunie eind april een brochure met aanbevelingen op de markt (zie kader: Tips tegen fraude). Ook pleit de unie voor een harmonisering van de loonkosten op Europees niveau en meer gerichte controles in deze buitenlandse firma’s.
Wat baat een proces-verbaal?
Maar hier knelt het schoentje. In de praktijk zijn illegale detacheringen amper op te sporen. Bovendien beschikt de federale overheidsdienst (FOD) Werkgelegenheid niet over adequate instrumenten om de buitenlandse ondernemingen te bestraffen.
Philippe Vanden Broeck, directeur toezicht sociale wetten: “We kunnen alleen dromen van situaties zoals in Finland en Zweden, waar ze over de wettelijke middelen beschikken om werven te immobiliseren. In ons land moet elke buitenlandse onderneming een aantal verplichtingen naleven. Als dat niet gebeurt, kunnen we een proces-verbaal opstellen en hopen dat het parket daar iets mee doet. Voorts moeten we ons in bochten wringen om het de malafide onderneming en de hoofdaannemer zo lastig mogelijk te maken met diverse stukjes wetgeving.”
Daarom heeft de overheid nu een nationale coördinatie met gespecialiseerde teams per directie op het getouw gezet. Vanden Broeck: “Hiervoor hebben we een draaiboek uitgewerkt, samen met de andere betrokken overheidsdiensten. Door telkens informatie uit te wisselen en het land van herkomst in te lichten, hopen we de sociale fraude te kunnen beperken. Ook willen we de Belgische bedrijven die van deze sociale dumpingpraktijken profiteren, ontmoedigen. Samen met de sociale partners en de bouwfederaties zullen we een proactief beleid voeren.”
Ook dringt Didier Verbeke van het federale comité tegen sociale fraude aan op een internationale samenwerking tussen de verschillende inspectiediensten in de Europese Unie. “Op dit ogenblik onderhandelen we met Nederland, Duitsland en Oost-Europese lidstaten om buitenlandse inspecteurs naar België te sturen. Die kunnen hier controle uitoefenen op eigen inwoners. Dat zal zeker vruchten afwerpen. We moeten tot een win-winsituatie komen voor iedereen. Terugsturen is geen optie, want we leven in een verenigd Europa. Wel kunnen we er samen voor zorgen dat iedereen sociale bijdragen betaalt en de Belgische arbeidsvoorwaarden naleeft.”
De inspectie raadt de Belgische bedrijven aan alleen met geregistreerde onderaannemers uit het buitenland te werken. Vanden Broeck: “Zij hebben er alle belang bij deze verplichting contractueel vast te leggen, zoals de gemeenten nu bij hun publieke aanbestedingen doen. Ook moeten ze het formulier E101 opvragen. In theorie bewijst dit dat er voor de gedetacheerde werknemer sociale bijdragen betaald zijn. Maar in de praktijk kan je het blanco document makkelijk van het internet plukken.”
Pools tarief: 6 euro per uur
De problemen beginnen intussen uit de hand te lopen. In het begin maakten alleen grote aannemers zoals CFE en Besix gebruik van deze goedkope arbeidskrachten uit de nieuwe lidstaten. Vandaag hebben ook KMO’s het gat in de markt ontdekt. Zij doen steeds meer een beroep op al dan niet legale constructies. Hierdoor ontstaat een felle concurrentiestrijd, waarvan de bonafide ondernemers de dupe dreigen te worden.
Ondernemer Dirk Vandenbussche: “Op lange termijn is het vrije verkeer van personen en diensten een goede zaak voor iedereen. Maar in deze overgangsfase moet België een zware pil slikken. Wij betalen, alles inbegrepen, 28,5 euro per uur voor onze werknemers. Zelfstandige vaklui uit Oost-Europa verdienen 6 euro per uur, zodat ze op diverse werven tegen lage eenheidsprijzen kunnen opereren. Dat verschil valt niet te overbruggen.” Bovendien, zegt Vandenbussche, valt op de kwaliteit en flexibiliteit van de Polen niets aan te merken, in tegenstelling tot de werkethiek van Spanjaarden en Portugezen. “Polen werken harder en voor veel minder geld dan onze mensen. Bovendien vinden wij in eigen land geen vaklui meer op de markt en zijn we dus genoodzaakt ons heil over de grenzen te zoeken. Uitzendkantoren bieden ervaren specialisten tegen dumpprijzen aan. Ze zorgen zelfs voor het vervoer, het logement en alle administratieve rompslomp. Als dat zo doorgaat, zijn binnenkort ook de werfleiders van buitenlandse oorsprong.”
“Met de regelmaat van een klok krijgen wij klachten over oneerlijke concurrentie binnen,” zegt Anja Larik van de Bouwunie. “In de Belgische bouwsector zijn naar schatting ruim 50.000 Oost-Europeanen – voornamelijk Polen – actief. Sommigen werken in het zwart, anderen vallen onder de Europese detacheringsrichtlijn of het zelfstandigenstatuut. In dat laatste geval hoeven zij niet aan de Belgische loon- en arbeidsvoorwaarden te voldoen. Die sociale dumping heeft nefaste gevolgen: onze nationale KMO’s verliezen opdrachten, de prijzen worden gedrukt tot een abnormaal laag niveau en de werkgelegenheid van de eigen bouwvakkers wordt bedreigd. Bovendien komt de financiering van de sociale zekerheid onder druk te staan. De enige mogelijke oplossing voor dit probleem is onze bedrijven de kans te geven de buitenlandse arbeidskrachten als legale werknemers in te schrijven.”
Al ruim een jaar werkt de Belgische overheid aan maatregelen tegen zwartwerk en schijnzelfstandigen. Er is nu een flexibeler regeling voor overuren – positief voor de bouwsector -, maar er bestaat nog altijd geen lijst van criteria waaraan ze moeten voldoen. “Integendeel,” klaagt Vandenbussche. “De regering maakt het de eigen ondernemers steeds moeilijker. Wij moeten bijvoorbeeld 1044 euro CO2-taks per bestelwagen ophoesten. Buitenlandse concurrenten vallen buiten die regeling. Ook bezondigt de overheid zich aan muggenzifterij. Ze wil een van onze werven stilleggen, omdat wij voor de bekisting geschilderde planken gebruiken. Dat is toch waanzin. Intussen pakken Poolse schijnzelfstandigen ons werk af.”
Overmatig drankgebruik
“Als je het spel volgens de regels van de kunst speelt, zijn ze niet goedkoper,” vindt Rik Mondelaers, directeur van Confederatie Bouw Limburg. “Bovendien zit je als werkgever met de administratieve lasten, een taalprobleem en vaak ook nog het probleem van overmatig drankgebruik bij Oost-Europese werknemers. Maar de schijnzelfstandigen – minstens 50 % van de gevallen – werken in de illegaliteit. Daar zien we schrijnende misbruiken. Gelukkig bestaat er nog een registratieplicht in ons land om het kaf van het koren te scheiden. Als de Europese Commissie die maatregel ooit wegens protectionisme afschaft, wordt het een echte jungle.”
Ludo Op de Beeck, gedelegeerd bestuurder van wandenproducent Inter Systems uit Genk, ziet een oplossing. “Het volstaat om de buitenlandse bedrijven te verplichten een financieel aansprakelijke in België aan te stellen. Luxemburg past dit systeem met succes toe. Maar hier grijpt de overheid niet in. De grote bouwbedrijven steken daar een stokje voor, want ze maken zelf het meeste gebruik van de goedkope Oost-Europeanen. Hun argument dat ze geen bouwvakkers vinden, is een drogreden. Met 500.000 werklozen in dit land kan dat toch niet zo moeilijk zijn.”
Intussen onderhandelen werkgevers en werknemers over een nieuwe CAO in de bouw. Op de agenda staat het contract van onderaanneming. ACV-vertegenwoordiger Luc Van Dessel van Bouw & Industrie: “Wij eisen een registratieplicht voor buitenlandse ondernemingen in België om een einde te maken aan de koppelbazerij.” Volgens Werner Buelen, secretaris van de Europese Federatie voor Bouw en Hout, bestaat er jammer genoeg geen politieke consensus om de wanpraktijken aan te pakken. “Hier kan alleen een grensoverschrijdende samenwerking soelaas bieden. Maar het ontwerp van de Europese dienstenrichtlijn zet de bestaande controlemogelijkheden op de helling in plaats van ze te versterken. Ze wil bijvoorbeeld de verplichting van een wettelijke vertegenwoordiging van buitenlandse onderaannemers in België afschaffen, net als hun voorafgaande melding bij de sociale inspectie.”
Maar de gevreesde migratiestroom valt wel mee, zegt Filip Abraham, professor Internationale Economie aan de KU Leuven. “In 2003 woonden 20.000 personen uit Oost-Europa (inclusief Roemenië en Bulgarije) in ons land. Tegen 2010 zal dat aantal met minder dan 1 % van de beroepsbevolking stijgen. Daarna valt de inwijking sterk terug. Bovendien bieden vreemde arbeidskrachten een oplossing voor onze knelpuntberoepen.”
Eric Pompen
“Alleen al in Brussel zijn zo’n 50.000 illegale Polen actief.””Zelfstandige vaklui uit Oost-Europa verdienen 6 euro per uur.”
“De sociale fraude in de Belgische bouw wordt geschat op 1,4 à 2,4 miljard euro.”
“Uitzendkantoren bieden ervaren specialisten tegen dumpprijzen aan. Ze zorgen zelfs voor het vervoer, het logement en alle administratieve rompslomp.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier