Een verhaal van onzekerheid
Als onderdeel van een vermogensplanning wordt regelmatig gebruikgemaakt van de gesplitste aankoop. De kinderen kopen daarbij de blote eigendom van een onroerend goed; de ouders betalen het — doorgaans duurdere — vruchtgebruik. Meestal wordt bij de aankoop vastgelegd dat het vruchtgebruik ophoudt bij het overlijden van de langstlevende ouder. Als een of meer kinderen later het vruchtgebruik erven en volledig eigenaar van het goed worden, is de kans groot dat ze daarop geen successierechten verschuldigd zijn. Ze moeten wel aantonen dat ze op het moment van de aankoop over de financiële middelen beschikten om de blote eigendom te betalen. Bovendien moeten ze bewijzen dat ze het geld voor de aankoop hebben gebruikt. Onder die voorwaarden wordt aangenomen dat ouders niet heimelijk een deel van hun vermogen naar hun kinderen hebben overgedragen. Als dat bewijs ontbreekt, zijn de kinderen op de hele waarde van het onroerend goed successierechten verschuldigd.
Het is geen geheim dat ouders hun kinderen vaak financieel helpen bij een gesplitste aankoop via een schenking, met of zonder notariële akte en met of zonder betaling van schenkingsrechten. De vraag rijst of dat geen omzeiling is van de wettelijke voorwaarde dat de blote eigenaar zijn eigen geld moet investeren. Eind 2007 stelde de fiscale administratie de betrokkenen daarover gerust: ze verklaarde zich uitdrukkelijk akkoord met de voorafgaande schenking. Ze eiste enkel dat de schenking plaatsvond voordat de blote eigenaar de koopsom betaalde.
Sinds op 1 juni vorig jaar de nieuwe antimisbruikbepaling ook geldt voor de successierechten, heerst er ongerustheid over het fiscale lot van de gesplitste aankoop. Vandaag is sprake van fiscaal misbruik als iemand een of meer rechtshandelingen stelt om een fiscale besparing te realiseren, maar daarmee ingaat tegen de doelstelling van een fiscale wet. De fiscale administratie waarschuwde er al gauw voor dat de gesplitste aankoop die wordt voorafgegaan door een schenking, een misbruik kan zijn. Dat was het geval als de administratie een eenheid van opzet — dat wil zeggen: een verband tussen de gesplitste aankoop en de schenking — kan aantonen.
De kritiek van experts en de zware bewijslast hebben de fiscale administratie ertoe aangezet haar standpunt te herzien. Na tien maanden twijfel en onzekerheid kondigde ze in april aan dat de gesplitste aankoop met een voorafgaande schenking wordt geschrapt van de lijst van fiscaal verdachte handelingen. Maar wie hoopte dat de rechtszekerheid daarmee was hersteld, kwam bedrogen uit. Kort na die aankondiging maakte de administratie haar nieuwe standpunt bekend. Dat komt erop neer dat de fiscus bij het onderzoek of de blote eigenaar over voldoende eigen middelen beschikte om de aankoop te financieren, vanaf 1 september 2013 geen rekening meer houdt met de gelden die de vruchtgebruiker vooraf heeft geschonken.
Opnieuw werd dat standpunt het voorwerp van vragen en kritiek, met een blijvende rechtsonzekerheid als gevolg. Daarop besloot minister van Financiën Koen Geens (CD&V) in mei het vraagstuk opnieuw te onderzoeken. Op 24 juli kondigde hij zijn nieuwe — en hopelijk definitieve beslissing — aan. Bij een gesplitste aankoop zal de fiscus de voorafgaande schenking door de vruchtgebruiker aan de blote eigenaar voortaan aanvaarden als op de geschonken middelen schenkingsrechten werden betaald. Ook fondsen die voortkomen van een handgift — zonder betaling van schenkingsrechten en zonder link met de gesplitste aankoop — worden aanvaard. De minister geeft daarvan geen voorbeeld. Een hypothetische situatie is die waarin ouders via een overschrijving een som schenken aan een kind dat een grond wil kopen. Als die transactie niet doorgaat en het kind het bedrag later gebruikt om er de blote eigendom van een appartement mee te verwerven, waarvan de ouders het vruchtgebruik kopen, dan volgt uit deze tekst dat de fiscale administratie de gesplitste aankoop aanvaardt.
Het verhaal van de gesplitste aankoop is geen voorbeeld van duidelijkheid en rechtszekerheid. De minister van Financiën heeft dat trouwens erkend. Het leert ook hoe delicaat en precair de toepassing van de nieuwe antimisbruikbepaling is.
Luc Maes is voorzitter van de Fiscale Hogeschool en hoofdredacteur ad interim van Fiscoloog.
LUC MAES
Het verhaal van de gesplitste aankoop is geen voorbeeld van duidelijkheid en rechtszekerheid.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier