Een tweede carrière

Bruno Leijnse Redacteur bij Trends

“Vriendschap is de sleutel voor business in zowat alle andere delen van de wereld.” Dat verklaarde Richard Callahan, stichter van het Amerikaanse Callahan Associates International, dat 55% van Telenet wil overnemen, in 1997 aan de Denver Post. Vrienden heeft ‘Dick’ Callahan zeker overgehouden aan de jaren 1982-1996, toen hij voor de Amerikaanse regionale telefoonmaatschappij US West direct betrokken was bij in totaal 24 projecten in achttien landen.

Richard Callahan (58) begon zijn carrière als onderhoudsmonteur voor telefoonlijnen bij het oude AT&T. Bij de opsplitsing van het telecommonopolie in 1982 kwam hij terecht bij Jack MacAllister, de eigenzinnige baas die zijn ‘Baby Bell’ US West van meet af aan als een financiële holding met diversificatiepotentieel profileerde. Het mission statement van de pasgeboren telecomgigant met zijn 80.000 werknemers, verwees zelfs niet naar een telecommunicatiedienst, maar naar “het creëren van de hoogst mogelijke waarde voor investeerders”. In die sfeer werd Dick Callahan verantwoordelijk voor de prille mobilofoonactiviteiten. Hoewel hij later in een interview met Business Horizons zei dat zijn eerste zeven belangrijke beslissingen in die job “all wrong” waren, trok het filiaal in 1987 toch succesvol naar de beurs. Tegen die tijd was Dick Callahan al Group Vice President Diversified Businesses en stond hij aan de spits van de diversificatie bij US West. Een bezigheid waarin hij successen, maar ook mislukkingen kende, bijvoorbeeld in commercieel vastgoed, waarop US West begin jaren negentig fors moest afboeken.

Richard Callahan was op de lunch met toenmalig sovjetpresident Michail Gorbatsjov in het Fairmont Hotel in San Francisco in mei 1990. Hopend op hogere winsten uit niet gereguleerde business, keek US West al van in 1988 naar Oost-Europa. Voormalig presidentskandidaat Gary Hart hielp lobbyen voor een glasvezel door de Sovjet-Unie (afgeblazen) en, succesvoller, voor een joint venture in mobilofonie in Tsjecho-Slovakije. In Hongarije zette US West samen met de nationale telefoonmaatschappij de lucratieve mobilofoonoperator Westel op. Ook elders stapte US West in mobilofonie. In 1989, in Groot-Brittannië met Unitel, één van de eerste operatoren op 1,8 Ghz. Toen Unitel in 1992 samenging met zijn al even moeizaam gestarte concurrent One 2 One werd Dick Callahan voorzitter van de joint venture. (One 2 One bleef verlieslatend, maar werd vorig jaar wel aan Deutsche Telekom verkocht voor 12,73 miljard euro.)

Kabeldistributie was een andere favoriet. Van de aangekondigde bouw van een kabelsysteem in Hongkong – in een partnerschap met onder meer het Brusselse Coditel – kwam uiteindelijk niets terecht. Wel richtte de Baby Bell uit Denver, samen met stadsgenoot Tele-Communications Inc(TCI) in 1991 in Groot-Brittannië de kabel- en telefoonoperator TeleWest op. TCI nam de tv-kant op zich, US West de telefonie. In mei 1993 bouwde US West in de VS zijn strategie verder uit door als eerste Baby Bell een participatie in een geïntegreerd media- en kabelbedrijf te nemen: 25,5% in Time Warner Entertainment, met de filmstudio Warner Brothers, kabelnetten en een tv-station.

Kort daarna verhuisde Dick Callahan, intussen President, US West International and Business Development Group, naar Londen om zijn investeringen ter plekke op te volgen. Zijn eerste werk, schreef The Wall Street Journal in een giftig artikel in 1997, was het ontslaan van twaalf Britse managers bij TeleWest. Het hielp niets. US West boekte wel een meerwaarde toen het in 1994 een kwart van de kabelaar naar de beurs bracht, maar de gewone Brit bleef halsstarrig via een antenne naar zijn vier zenders kijken – of naar de satellietkanalen van Rupert Murdoch. Callahan gaf ruiterlijk toe dat hij (toen) niets kende van tv-programmatie, maar sneerde in het artikel dat TCI hem ook geen degelijk becijferde voorstellen had gedaan. Wel kocht hij in 1994 nog de Britse gelegidsuitgever Thomson Directories en startte met zijn Japanse partners in Time Warner een kabelnet in Japan (de huidige baas van Telenet, Chuck Carroll, werd er verantwoordelijk voor het telefoniegedeelte).

Wat al meer dan tien jaar broeide, gebeurde dan in juni 1995. Weinige dagen nadat US West samen met Philips het kabelnet van Amsterdam had gekocht en vlak nadat US West als technische partner voor Telenet was gekozen, herstructureerde de gigant zich in een telefonie- en een mediagroep. Dick Callahan, de nummer drie van US West en één van de best betaalde managers van Colorado (bruto-inkomen in 1993: 1,74 miljoen dollar), was zijn baan kwijt.

Hij wordt nog even genoemd als mogelijke topman van het Britse Cable & Wireless, maar keert terug naar Denver, waar hij een in 1917 gebouwd ‘Spanish Colonial Revival style’ huis met lelievijver en ‘Olympic size’ zwembad koopt (dixit de Denver Post). Eind 1996 begint hij Callahan Associates International (CAI), een investerings- en managementvehikel dat nu met de steun van financiers als Bank of America, Banco Santander Central Hispano of GE Capital – en altijd met lokale partners – de communicatie-industrie viseert. CAI won via Cableuropa half 1997 een rits Spaanse kabellicenties (maar niet de Madrileense) en stapte in 1998 in de kabelnetten van Canal+. Een participatie in een Koreaanse mobilofoonoperator en een greep naar de derde Hongaarse mobilofoonlicentie mislukten. Wel won CAI een draadloze breedbandlicentie in West-Zwitserland (met Genève en Lausanne).

De jongste maanden gaat het Callahan voor de wind, met de overname van 55% in de kabelnetten in Rijnland-Westfalen en Baden-Würtemberg en een goede uitgangspositie voor Telenet. “Een man met visie,” noemt Telenet-voorzitter Gerard Van Acker hem. “Zeker en vast met de ambitie om de nummer één te worden in Europa. En uiteraard zal hij naar consolidatie streven en het geheel naar de markt willen brengen. Dat zit ingebakken in de Amerikaanse cultuur.”

bruno leijnse

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content