Een tenor. Letterlijk en figuurlijk

Boudewijn Vanpeteghem Boudewijn Vanpeteghem is redacteur bij Trends.

Carlos Bourgeois (59), de dagelijks bestuurder van de Gemeentelijke Holding, is de tenor van zijn houdstermaatschappij en van het Gentse Madrigaalkoor. De man zingt al sinds hij leerling was bij de jezuïeten van het Gentse Sint-Barbaracollege. Daarop volgden studies algemene economie aan de Universiteit Gent.

De Gemeentelijke Holding, waarvan alle Belgische steden, gemeenten en provincies aandeelhouder zijn, laat de jongste weken fors van zich horen. Het legde 7,5 miljoen euro op tafel voor een belang van 8,3 % in Montea (vastgoed) en stapte met 10 miljoen euro binnen bij Electrawinds (duurzame energie). De houdstermaatschappij bezit ruim 4 % van Cofinimmo (vastgoed) waar het zich vorig jaar inkocht.

De investeringen passen in de diversificatiepolitiek waartoe enkele jaren geleden is beslist. “Onze diversificatie steunt op drie pijlers: de financiële sector, de nutssector, vastgoed en infrastructuur. We investeren zoveel mogelijk volgens de noden van onze aandeelhouders, maar zien het ook ruimer: de behoeftes van de overheid en maatschappelijk verantwoorde investeringen”, stipt Bourgeois aan.

De beursgenoteerde vastgoedbevak Montea, waarvan Bourgeois bestuurder wordt, is gespecialiseerd in logistiek en semi-industrieel vastgoed in België en in Frankrijk. Logistiek, daar kent hij iets van. Carlos Bourgeois was tijdens zijn jeugd verantwoordelijk voor logistiek bij de scouts.

Na zijn studies economie werd hij in 1973 werknemer van het Gemeentekrediet en later ging het via Dexia naar de Gemeentelijke Holding die 16 % van Dexia bezit. Bourgeois was tijdens zijn beroepsloopbaan verantwoordelijk voor externe audit, voor de studiedienst en bij de marketing voor de overheidssector.

“Investeren in hernieuwbare energie komt tegemoet aan gemeentelijke belangen en bezorgdheden”, verduidelijkt de dagelijks bestuurder van de Gemeentelijke Holding. “Voor een financiële houdstermaatschappij is het voorts nuttig om vastgoed in haar basisportefeuille te hebben. Onroerend goed is de belegging bij uitstek op de lange termijn omdat het conjunctureel stabiel is.”

Bourgeois vertelt dat zijn holding met Montea en Cofinimmo ook een beursgenoteerde vastgoedbevak, een gevarieerd palet aan vastgoed heeft. “Met Montea doen we iets aan de economische ontwikkeling van ons land. Investeren in logistieke gebouwen is daar essentieel voor, want logistiek moet een deel van onze industriële activiteiten vervangen. Cofinimmo bezit dan weer veel openbare gebouwen.”

De Gemeentelijke Holding neemt met Cofinimmo deel aan het biedingsproces voor de bouw en de verbouwing van zo’n tweehonderd schoolgebouwen. Die operatie zou vier tot vijf jaar in beslag nemen na de ondertekening van het akkoord. Het samenwerkingscontract tussen de publieke en private sector (PPS) houdt ook het onderhoud van de gebouwen in.

“Als de investering in Electrawinds (een converteerbare obligatie op vijf jaar, red.) voldoet aan onze rendements- en risicocriteria, willen we verder investeren in de onderneming.” Bourgeois is voorzichtig in zijn antwoord op de vraag naar andere plannen van de houdstermaatschappij. Hij geeft alleen aan dat er naar andere mogelijkheden wordt gekeken en dat de synergie tussen vastgoed en hernieuwbare energie daartoe behoort.

Bij de aandeelhouders van de Gemeentelijke Holding borrelt soms kritiek op dat er meer transparantie mag bestaan in haar werking. Bourgeois speelt tennis, maar gebruikt het voetbal om die kritiek te weerleggen. “De holding wordt stilaan een naamloze vennootschap van privaat recht, op een correcte manier geplaatst als deel van het Belgische financiële plaatje. De resultaten zijn goed en zoals bij een voetbalploeg maakt men zich dan minder zorgen.”

Minder zorgen, dus meer tijd voor madrigalen, meerstemmige en wereldlijke liederen uit vooral de renaissance en de vroege barok. Bourgeois’ Gentse Madrigaalkoor, een groot ‘romantisch’ koor, specialiseerde zich in de romantiek, het hedendaagse repertoire en vocaal-instrumentale liederen.

“Ik hou van muziek. De emotie die ze teweegbrengt, kan je zonder beperking laten opborrelen. Heel anders dan in mijn werk. Dus is muziek er heel complementair mee. Natuurlijk zijn er ook overeenkomsten: je bereikt niets zonder inspanning en geen van beide kan je doen op afstandelijke wijze. Voorts ben je bij beide afhankelijk van de ‘groep’, wie dat ook moge wezen.”

“Dat mijn vrouw en een van mijn kinderen mee in het koor zitten, verhoogt nog mijn geluksgevoel bij het zingen. Overigens hou ik ook van jazz en chanson, de ‘liedjes’ van de jaren 60: Brassens, Brel, Jasperina de Jong, enzovoort.” (T)

Boudewijn Vanpeteghem

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content