Een taxshift voor kinderen
“Wie werkt voor vrouw en kind, en wordt door hen bemind, ‘t is vader.” Ik heb die spreuk nog weten hangen in de Vlaamse huiskamers. Destijds had een belastingplichtige volgens de aangifte ‘vrouw en kinderen ten laste’. Met vijf of zes kinderen moest een gezinshoofd al een behoorlijk inkomen hebben eer hij belasting betaalde.
Dat kostwinnersmodel heeft de twintigste eeuw niet overleefd. Zo voerde de wetgever de regel in dat het deel van de belastingvermindering voor kinderen dat niet kan worden aangerekend, wordt omgezet in een terugbetaalbaar belastingkrediet. Daarmee werd een kleine stap gezet in de richting van een negatieve inkomstenbelasting of het ‘basisinkomen’, zoals Agalev in 1985 als model had vooropgesteld (het voorstel verdween weer uit het programma van de Groenen en werd later weer opgepikt door Vivant).
De cijfers staan niet duidelijk in de wet, dus moet er worden gerekend. De verminderingen zijn dit jaar als volgt: 408 euro voor één kind, 696 euro voor het tweede en 1860 euro voor het derde. Dan komt de fiscus op kruissnelheid en loopt de korting nog langzaam verder op van 2460 euro voor het vierde kind tot 2880 euro voor het negende en volgende. Let wel, dat zijn de verminderingen. Het eigenlijke krediet is geplafonneerd op 430 euro per kind (bedrag geldig voor het aanslagjaar 2015).
Vorig jaar waren er 2.748.700 kinderen ten laste in ruim 1,5 miljoen aangiften. Daarvan zijn er 3629 met zes kinderen, 1123 met zeven, 409 met acht en 183 met negen kinderen. Allemaal samen gaf dat een korting van bijna 2 miljard euro. Het speciale terugbetaalbare belastingkrediet, dat daarin is begrepen, overschreed 200 miljoen euro. Het gaat om ruim 200.000 aangiften en een half miljoen kinderen van wie de ouders niet genoeg verdienen — of niet genoeg aangeven — om belasting te moeten betalen. Vroeger was de afrekening voor al die aangiften eenvoudig: ze was nul. Nu zijn dat evenzovele terugbetalingen.
De Vlaamse regering-Bourgeois heeft beslist een gelijke basiskinderbijslag voor alle kinderen in te voeren. Dat komt neer op een shift van de grotere naar de kleinere gezinnen. Het is ook een shift van het kostwinnersmodel van het kroostrijke gezin naar het model van het gelijke basisinkomen voor iedereen. We zouden dezelfde oefening binnen de inkomstenbelasting kunnen maken.
Wat als we de fiscale uitgave van 2 miljard euro gelijk zouden verdelen over alle kinderen in alle aangiften? Dan zou er voor elk kind 720 euro krediet zijn. Grosso modo vindt er een overheveling van 400 miljoen euro plaats van de 250.000 gezinnen met drie tot negen kinderen naar de 1,25 miljoen gezinnen met een of twee kinderen. Dat lijkt me net iets te drastisch om het in één klap door te voeren. Velen zouden een weinig winnen, en weinigen zouden veel verliezen. Tenzij er 400 miljoen euro wordt gevonden om niemand te laten verliezen.
Thuis zou ik het ook moeten uitleggen. Ik heb zes kleinkinderen, verspreid over een gezin van twee, dat 336 euro zou winnen, en een gezin van vier, dat 2544 euro zou verliezen.
De auteur is directeur van de Bijzondere Belastinginspectie.
KAREL ANTHONISSEN
De gelijke basiskinderbijslag voor alle kinderen komt neer op een shift van de grotere naar de kleinere gezinnen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier