Een stukje België in hartje Londen
Gaat u vaak op zakenreis naar Londen en bent u de peperdure hotelrekeningen beu? Dan isde Royal Anglo-Belgian Club een handig alternatief. In deze societyclub kunt u overnachten, lunchen, vergaderen én een hele reeks interessante contacten leggen. En dat in het historische hartje van Londen. Enige voorwaarde: members only.
Stellen dat de tijdloze klasse en de gereserveerde glamour er van de overdadig gedecoreerde muren afspat; zou wat overdreven zijn. Maar toch heeft de Royal Anglo-Belgian Club enkele sterke troeven. En dat voor iedereen die professioneel wel eens Londen aandoet.
Deze Brits-Belgische societyclub naar oud Engels model is ideaal gelegen in Knightsbridge, een van de financiële ankerpunten én meest exclusieve winkelstraten in Londen. Van hieruit kunt u genieten van een prachtig uitzicht op Rotten Row en het uitgestrekte Hyde Park. Wie zich bovendien de moeite getroost om een vijftal minuutjes door de gezellig drukke omgeving te struinen, wandelt zo langs Buckingham Palace, Harrods of Belgrave Square. Daarenboven zijn er in het vlakbij gelegen metro- en busstation directe verbindingen met de luchthaven van Heathrow en met het volledige netwerk van de London Underground.
Ook qua prijskaartje lijkt de Royal Anglo-Belgian Club interessant. Iedereen die af en toe naar deze hippe metropool komt, zal kunnen getuigen over de vaak stoute prijzen die voor logies en zakenlunches worden aangerekend. Voor een enkele overnachting in een bedompt businesshotel betaalt u in Londen al gauw 120 pond. En dan zit u vaak nog mijlenver verwijderd van Heathrow of het centrum van de stad.
250 pond per jaar
Deze traditionele social club mag dan al onopvallend verscholen liggen achter een weinig geïnspireerde façade, qua tarieven valt deze club naar Londense normen zeker mee. Zo betalen particulieren er een jaarlijks lidgeld van 250 pond, waarna ze zo vaak als ze willen in een van de 33 cabins – de meeste zijn uitgerust met bad, bureau en televisie – kunnen verblijven. En dat voor een gunstig ledentarief. Belgische bedrijven op hun beurt kunnen opteren voor een zogeheten corporate membership. Die formule gunt ze de mogelijkheid om voor een kleine 1000 pond vier leden in te schrijven, die als full member het hele jaar door van alle faciliteiten kunnen gebruikmaken. En dat zonder bijkomende entrance fee.
Helaas zitten er aan het verkrijgen van zo’n lidkaart enkele onwrikbare voorwaarden vast. Zo moet u als particulier beschikken over de Belgische of Luxemburgse nationaliteit, in Londen wonen of er geregeld op bezoek komen. Bovendien moet u steeds door een erkend lid van de club worden voorgedragen om tot het exclusieve kransje te kunnen toetreden.
Aan de bar van de Royal Anglo-Belgian Club vinden we alvast een joviale David Van Riel, organisator van megamanifestaties, geboren Londenaar én al bijna dertig jaar enthousiast lid van de club. “Ik hou van zo’n traditionele club,” drukt hij ons op het hart. “Ze bespaart me een hoop ellende wanneer ik voor zaken naar Londen trek. En een hoge onkostennota bovendien. Ik kom hier een tiental keren per jaar, en daarmee win ik mijn lidgeld ruimschoots terug. Bovendien is dit een uitstekende plek om rustig bij te praten met vrienden, zakenrelaties of collega’s. Voor een zakenman is zoiets onbetaalbaar, toch?”
Exclusieve wijnen
Leden van de Royal Anglo-Belgian Club – en dat zijn er momenteel een kleine zevenhonderd – kunnen onder meer terecht in de gezellige Belgische bar waar – noblesse oblige – tal van Belgische bieren worden geserveerd. Vlak daarnaast kunt u zich terugtrekken in de rustieke bibliotheek, waar diverse Britse en Belgische kranten en tijdschriften liggen uitgestald onder het wakende oog van koning Albert. Zo kunt u er de De Standaard, De Financieel-Economische Tijd, Le Soir, The Economist en uiteraard ook Trends in alle rust uitvlooien.
Op de eerste verdieping bevindt zich het restaurant. Hier kunt u niet alleen genieten van een degelijke Britse én continentale keuken, maar ook van een weids panorama op Hyde Park. Bovendien beschikt de Royal Anglo-Belgian Club over een excellente wijnkelder, die zich ondergronds een weg boort dwars door de groene long van Londen. Daar verzamelt sommelier Martial Desportes sinds jaar en dag een uitgebreide keur aan exclusieve wijnen. Wie als allereerste wil proeven van een goed glas Hortevie ’95 of Beau-Site ’95 weet met andere woorden waarheen.
Na het nuttigen van een driegangenmenu kunt u verpozen in een van de diverse salons op het gelijkvloers. Die salons worden ook gebruikt voor het organiseren van privé-feestjes, recepties, diners, vergaderingen of lezingen. Geen wonder dat de Royal Anglo-Belgian Club over de jaren heen is uitgegroeid tot de pleisterplaats bij uitstek van alle Belgen die frequent zakendoen in Londen. Zo krijgt de club geregeld kaderleden over de vloer van bedrijven als KBC, Fortis, Brouwerij De Koninck en het advocatenkantoor Allen & Overy, naast een hele reeks diplomaten en academici.
Aristocratisch sfeertje
Net zoals het antieke Rome is ook de Royal Anglo-Belgian Club niet op één dag gebouwd. Haar origines reiken terug tot 1942. In dat jaar richtte de toenmalige Belgische regering in ballingschap op Belgrave Square het Belgisch Instituut op. Het kreeg een ambitieuze missie mee: het propageren van de Belgische cultuur in al haar facetten. Het Belgisch Instituut fungeerde dan ook al gauw als schuiloord en ontmoetingsplaats voor uitgeweken Belgen die de banden met het vaderland wensten te bestendigen. Meteen na de oorlog werd in de marge van het Belgisch Instituut de Royal Anglo-Belgian Club opgericht, een sociëteit die het culturele en economische programma van het instituut wilde voortzetten.
In 1978 – toen de erfpacht op Belgrave Square ten einde liep – verhuisde de intussen behoorlijk populaire club naar haar huidige locatie in Knightsbridge. Sindsdien deelt ze er hetzelfde gebouw met de prestigieuze Royal Thames Yacht Club, een maritieme privé-vereniging die in 1775 werd opgericht door de Duke of Cumberland, een notoir zeilliefhebber én de broer van Koning George III. Geen wonder dat er in de wandelgangen – volgestouwd met exotische memorabilia, statige portretten en militaire trofeeën – nog steeds een wat aristocratisch sfeertje sluimert. Alsof het Britse Imperium over de eeuwen heen nog niets aan soevereine glorie heeft ingeboet.
Gelukkig focust de Royal Anglo-Belgian Club niet zozeer op haar verleden, maar vooral op het optimaliseren van de huidige, vriendschappelijke banden tussen België en Groot-Brittannië. Niet alleen de rijkelijk vloeiende Duvel en Stella ademen een vertrouwd Belgisch sfeertje uit. In de lounge wordt u meteen verwelkomd door een majestueus portret van poolreiziger Baron de Gerlache – jarenlang voorzitter van de club – en een portret van koning Albert, die indertijd als prins de buitenlandse handelsmissies leidde en hier dus vaak over de vloer kwam. Momenteel wordt het erevoorzitterschap van de club waargenomen door prins Filip.
Dansen op een luxejacht
Om de culturele band met België te verstevigen organiseert de Anglo-Belgian Society een hele reeks activiteiten. Zo is er onder meer het jaarlijkse Belgian Ball waar u zich aan boord van een luxeschip aan allerlei beschaafde dansjes waagt in de aanwezigheid van Baron Thierry de Gruben, de huidige Belgische ambassadeur. Uiteraard worden er bij die gelegenheid typisch Belgische lekkernijen opgediend. En dat die uitermate gesmaakt worden, mag blijken uit het overrompelende succes van de Belgian Cuisine Week, een jaarlijks evenement voor gourmets dat in de club zelf wordt georganiseerd. Dit jaar was het de beurt aan ambassadechef Phillipe Gérard om zijn diplomatieke koksmuts aan te trekken en van achter het fornuis een en ander klaar te stomen.
Daarnaast houden tal van eminente gastsprekers in de club lezingen over de meest uiteenlopende culturele, economische of wetenschappelijke thema’s. Zo kwamen in een recent verleden Mark Eyskens, Serge Dorny – artistiek directeur van de London Philharmonic Orchestra – en chirurg Marc Delevalle kond doen van hun ervaringen.
Ook de Belgisch-Luxemburgse Kamer van Koophandel organiseert jaarlijks een handvol evenementen in de club. Alom gesmaakt zijn de Networking Evening – met de medewerking van ex-ambassadeur Lode Willems – en het Taxation Seminar dat wordt gesponsord door het advocatenkantoor Linklaters en zich buigt over de vraag of België nog wel een attractief land is voor multinationals.
“De Anglo-Belgian Club is gewoon heel belangrijk voor al wie zakendoet in Londen,” zegt Umberto Arts, kersvers voorzitter van de Belgisch-Luxemburgse Kamer van Koophandel én general manager van KBC Bank in Londen. “Daarom organiseren we er geregeld network-events. De belangrijkste troef blijft echter dat je er waar krijgt voor je geld. En daarom willen we met onze samenwerking graag nog een stapje verder gaan. Zo zijn we momenteel aan het onderhandelen om samen een nieuw soort corporate membership aan te bieden. Wie lid is van de Kamer zal hier als bonus een pakket faciliteiten aangeboden krijgen. Erg interessant voor kleinere bedrijven.”
Conservatieve huisregels
“Het meest opvallende verschil tussen Belgische en Britse zakenlui zit hem in de manier waarop ze tegen zo’n traditionele club aankijken,” vertelt clubsecretaris en ex-journalist Patrick Bresnan. “Britten zijn huiselijker. Voor hen is de club een thuis buitenshuis. Voor Belgen daarentegen blijft het in eerste instantie een meetingclub, een plek waar je naartoe trekt omdat het functioneel is, omdat je er lekker kunt eten én omdat het nu eenmaal interessant is om je relatienetwerk uit te breiden. Belgen zijn wat dat betreft commerciëler ingesteld. En ik kan het weten. Ik heb tenslotte jaren in Brussel gewoond.”
Bovendien kunnen we ons inbeelden dat nogal wat Belgische ondernemers even zullen moeten wennen aan de behoorlijk conservatieve huisregels. Zo komt u er zonder das, in jeans of op gympen simpelweg niet in. En ook uw laptop, gsm en aktetas kunt u – om bonje te voorkomen – maar beter aan de receptionist toevertrouwen. De club houdt er immers sterk aan te allen tijde de huiselijke rust te bewaren. Tenslotte is en blijft dit een societyclub met standing, geen commerciële bar waar je inderhaast even binnenwipt.
Deze praktische beperkingen hoeven uiteraard niet te betekenen dat zakenlui er niet welkom zijn. Zo beschikt de club sinds enkele jaren over een volledig uitgeruste businessroom waar u naar hartelust kunt chatten, faxen of bellen.
Die versoepeling van het protocol lijkt vooral ingegeven uit noodzaak. De Royal Anglo-Belgian Club mag dan al bogen op een rijke traditie, nieuwe leden kan ze dringend gebruiken. Zo heeft naar schatting ruim 70% van het huidige ledenbestand de kaap van de vijftig jaar overschreden. Om de club wat te verjongen werden er enkele speciale formules uitgewerkt. Zo kunnen jongeren onder de dertig al voor 100 pond lid worden. En dat zonder een bijkomende entrance fee te betalen.
“Het is er zeker niet makkelijker op geworden om nieuwe leden te vinden,” zucht Bresnan. “Jongeren gaan liever naar het theater of de film; een club vinden ze meestal maar iets saai. Bovendien is ook voor zakenlui de noodzaak om in Londen te overnachten er wat minder op geworden. Tenslotte flits je tegenwoordig met de Eurostar in enkele uren heen en weer. Het zakelijk pragmatisme komt ons duidelijk niet ten goede.” Geef toe, vreemde woorden voor een traditionele Brit.
Dave Mestdach [{ssquf}],
Royal Anglo-Belgian Club: 60 Knightsbridge, London SW1X 7LF, 020- 72 35 2121, e-mail:
secretary@ra-bc.com
In het restaurant kunt u niet alleen genieten van een degelijke Britse én continentale keuken, maar ook van een weids panorama op Hyde Park.
Voor jongeren zijn er speciale formules: voor 100 pond kunnen ze al lid worden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier