Een shot die loont

Ad Van Poppel medewerker Trends

Lange tijd besteedden voetballers weinig aandacht aan het portretrecht. Het behoorde toe aan de Koninklijke Voetbalbond en daarmee uit. Vandaag komt daar verandering in. De spelers van het nationale elftal nemen hun portretrecht in eigen handen.

De samenwerking tussen Franky Vanderelst en kledingketen JBC is een mooi voorbeeld van de nieuwe manier van werken met de spelers van het nationale elftal, meent Gino Laureyssen (Assist). Samen met de Nederlander Arthur Numan maakte Vanderelst een spotje dat gebruikt wordt in de aanloop naar de interland België-Nederland op 13 juni. Tussen spelers en JBC waren de afspraken goed, ze gaven zich voor de volle 100%. De spelers, het bedrijf en het reclamebureau: iedereen was tevreden. “Het eindresultaat is maximaal,” zegt Laureyssen.

Wie is Gino Laureyssen? Dit voorjaar dook hij plots op in de voetbal- en mediawereld. Samen met Louis De Vries en François Laureyssen is hij partner in het bureau Assist. De Vries is internationaal spelersmakelaar en kent de voetbalwereld in binnen- en buitenland. Binnen Assist wordt van hem een internationale visie verwacht, hij weet hoe de portretrechten in andere landen zijn geregeld en hoe men daaruit een Belgische versie puurt. François Laureyssen – neef van Gino – is gespecialiseerd in televisierechten en merchandising. Gino zelf verzorgt het ‘fieldwork’. Wie vandaag iets met de Rode Duivels wil opzetten, kan niet aan hem voorbij. Hij is ook de woordvoerder in de media.

Elk zijn recht

Lange tijd waren de portretrechten in handen van de Koninklijke Belgische Voetbalbond. Op basis van het contract met de KBVB konden sponsors van de nationale ploeg een beroep doen op spelers voor commerciële activiteiten. Zij stonden er nooit bij stil hoe de zaken geregeld waren en vroegen nooit om een bijkomende vergoeding. Uit onwetendheid wellicht, denkt Laureyssen.

Maar met de komende Europese Kampioenschappen in 2000 werden de spelers zich ervan bewust dat het portretrecht bij hen zou moeten liggen. “Het recht bestaat al langer, in de buurlanden is de situatie geregeld sinds jaren. Bij ons was er echter sprake van wildgroei. Toen men zich boog over de commerciële aspecten in verband met het EK 2000, bleek het hoog tijd om iets te doen. We hadden gesprekken met Sporta, de spelersvakbond die de belangen van de beroepsspelers in goede banen leidt,” zegt Laureyssen.

Wat houdt het portretrecht in? Het is vrij eenvoudig: telkens wanneer een speler wordt ingezet om een artikel te promoten, heeft hij recht op een vergoeding. Ook reclamespots én deelname aan amusementsprogramma’s op teevee vallen onder dat recht. Vooral dat laatste zorgde voor een hele hetze, merkt Laureyssen op. En dat is maar logisch ook: door een speler op te voeren in een niet-nieuwsprogramma, hoopt de zender kijkers te trekken of te houden. Dat levert een interessant marktaandeel op en biedt de mogelijkheid de reclametijd tegen een interessantere prijs te verkopen.

Niet het onderste uit de kan

Dat betekent echter niet dat de situatie eensklaps werd gewijzigd. De partijen gingen in december rond de tafel zitten. “Als we nog iets wilden doen met het oog op het WK, dan was dat nog net op tijd,” aldus Laureyssen. Het belangrijkste was dat de goegemeente wist dat portretrecht bestaat. “We hebben gesproken met Jan Peeters van de KBVB en hij heeft ons gesteund. Hij weet immers ook dat het portretrecht bij de spelers ligt, en niet bij de bond. Een aantal mensen vóór hem heeft van die situatie wel mooi gebruikgemaakt. Peeters is trouwens één van de stuwende krachten achter de nieuwe richting die de bond inslaat.”

Toch wilde men niet meteen overal het onderste uit de kan halen. Sponsors hebben immers contracten met de KBVB waarbij over het inzetten van spelers al afspraken zijn gemaakt. Ook die wil men honoreren. “De sponsors hebben al veel gedaan voor het voetbal en het zou niet fair zijn om ze nu te tackelen,” aldus Laureyssen. Het gaat dus om verworven rechten. “We wilden er geen ruzie over maken. Jammer is dat de sponsors ons toch zien als een vreemde eend in de bijt.” Voortaan moeten de afspraken immers gemaakt worden via Assist. “We hebben er geen probleem mee als de spelers worden geïnterviewd over de wedstrijden van het WK. Dat is vrije nieuwsgaring,” aldus Laureyssen. Het gaat vooral om de amusementsprogramma’s. Op dat vlak lag het contact met zenders en producenten nogal moeilijk, meent Laureyssen. Op een bepaald moment bood Assist eigen ideeën voor programma’s aan waaraan de Rode Duivels mee zouden kunnen doen, maar dat leverde niets op.

In het buitenland

blijken dergelijke zaken veel beter opgelost. “Daar is een aantal miljoenen naar een pot van de spelersgroep gegaan en is er met de spelers doorgenomen wie wanneer in welk programma wordt verwacht. Iedereen is ervan op de hoogte en vanaf het begin is er de volle medewerking. Bij ons gaan de zenders ervan uit: er is nooit voor betaald, dus ook nu niet. We hopen dat de teeveemaatschappijen toch nog naar ons toe zullen komen. We hebben trouwens nooit gezegd: het kost jullie 4 miljoen frank. Wat we doen is vragen: wat is dat voor u waard? Ik kan alleen maar verwijzen naar andere landen waar men er vele miljoenen voor over heeft om spelers in amusementsprogramma’s te kunnen opvoeren.”

Uitbreiding naar clubniveau

Assist houdt zich nu bezig met de portretrechten van de Rode Duivels. Maar dezelfde spelers kunnen ook op clubniveau hun rechten regelen. Assist beheert al de rechten van enkele spelers van PSV. En Assist wil meer. In het najaar stelt het bedrijf een businessplan voor aan clubs en spelers, waarin het voor elke club toont hoe deze zijn spelers kan commercialiseren. “Elke club heeft topspelers, semi-topspelers en waterdragers. Daardoor krijg je ook verschillen in de prijzen die er kunnen worden gevraagd,” aldus Laureyssen. Er zijn tal van mogelijkheden, weet hij, voor de spelers, voor de clubs, voor de sponsors. “Behalve hun trainingen hebben spelers veel tijd en wij kunnen helpen om die in te vullen.” Bovendien zijn voetballers vaak slechts gedurende een korte periode in hun beroepsloopbaan actief op het veld. Via onder meer hun portretrechten kunnen ze extra inkomsten genereren, met het oog op hun latere niet-actieve periode.

De mogelijkheden zijn legio. Elke sponsor van een club kan wel iets verzinnen voor een bepaalde speler. Zo kan de uitbater van een dierenwinkel zijn naam best linken aan die van een dierenvriend en rond die speler een hele actie opzetten, in advertenties. Of in de winkel zelf.

Betekent dit alles dat voetballers tot nu toe commercieel gezien onvoldoende op hun strepen stonden? Neen. Een aantal spelers heeft al heel goed gewerkt, meent Laureyssen, maar het had eigenlijk nog beter gekund. “Veel voetballers laten zich omringen door adviseurs, maar het betreft dan meestal juridische garanties. Een jurist is goed op het juridische gebied, niet op het commerciële vlak.”

De aandacht gaat op dit moment vooral naar de Rode Duivels en het voetbal. Er zijn echter nog tal van andere sporters die commercieel advies goed kunnen gebruiken. Laureyssen wil daarom verder gaan dan het voetbal. “Het portretrecht gaat immers op voor alle beroepssporters. Ons gaat het er vooral om om mogelijkheden te creëren.” Het lijkt erop dat Assist op nationaal vlak evolueert in de richting van IMG van McCormack. “Ik denk ook dat we daar naartoe moeten. Voor de spelers is dat een gouden zaak.”

AD VAN POPPEL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content