‘Een oneindige groei in een eindig systeem is onmogelijk. Waarom is groei eigenlijk een doel op zich?’
Om zichzelf te redden moet de mens beseffen dat hij niet de heerser over de natuur is, maar een bescheiden onderdeel ervan. De negatieve bijwerkingen van het huidige systeem van groei zijn zo overheersend geworden dat het niet langer houdbaar is, stelt Philipp Blom in een nieuw essay.
De creatieve en ondernemende Europeaan reageerde slim op de Kleine IJstijd, die duurde van 1570 tot grofweg 1700. Hij redde zich niet alleen uit een penibele situatie, hij zorgde voor een aanhoudende groei en welvaart, schreef de Duitse historicus Philipp Blom eerder in De opstand van de natuur. Maar die groei is niet oneindig rekbaar, waarschuwde hij in Wat op het spel staat. Door de klimaatopwarming en de digitalisering van de arbeid, die leidt tot massawerkloosheid en een verlies van zingeving, stevenen we af op een catastrofe. In zijn nieuwe boek, dat Blom schreef op uitnodiging van de jarige Salzburger Festspiele, gaat hij nog dieper in op dat idee. We beleven een scharniermoment in de geschiedenis, stelt Blom. Het enige wat de mens kan doen om het tij te keren, is een stap opzijzetten.
Een oneindige groei in een eindig systeem is onmogelijk. Waarom is groei eigenlijk een doel op zich?
“In de Bijbel staat: ‘Vervult de aarde, en onderwerp haar'”, zegt hij. “Dat was lang een nuttige zelfoverschatting, tot we aardolie gingen gebruiken. Die heeft onze productiviteit ongelooflijk vergroot, maar dat veroorzaakte ook bijwerkingen: milieuproblemen. Die zijn nu zo groot dat ze ons existentieel bedreigen. Mensen ervaren: die onderwerping van de aarde klopt niet meer. Ik handel ernaar, maar het brengt me niet naar mijn doel. Onze technologische reikwijdte, die eerst klein en lokaal was, is nu zo groot en wereldomspannend dat we het systeem hebben veranderd. Jammer genoeg kunnen we in dat nieuwe systeem niet zo goed leven. Dus als we willen overleven, is het in ons eigen belang om te aanvaarden dat we een onderdeel van het systeem zijn, en niet de heerser over het systeem. Dat is voor mij geen moreel punt, maar puur wetenschappelijke logica.”
Bijna een halve eeuw geleden waarschuwde de Club van Rome al voor de grenzen aan de groei. Maar het klassieke economische discours gaat gewoon door. Het blijkt veel sterker dan die waarschuwingen. Misschien omdat het mensen nog altijd welvaart bezorgt?
PHILIPP BLOM. “Het gaat niet alleen door, het wordt steeds dramatischer. De Noordpool verliest een miljoen ton ijs per minuut. Het regenwoud verliest dertig voetbalvelden per minuut. Dat is waanzinnig. Als dit een sciencefictionfilm zou zijn, zouden we zeggen dat Hollywood overdrijft. Je hoeft geen Nobelprijs te hebben gewonnen om te beseffen dat dit ooit eens moet stoppen.”
Maar hoe dan?
BLOM. “De mensen die vandaag beslissen, zijn dertig à veertig jaar geleden afgestudeerd. De universiteit was toen nog een andere omgeving. Als ik vandaag met professoren en studenten spreek, hoor ik wel praktische benaderingen van hoe we de problemen moeten aanpakken. Er wordt nog klassieke economie gedoceerd, maar dat is een beetje zoals theologie, je moet het ook nog willen geloven. Klassieke economie is voor mij zuiver theologisch.”
Economie is een geloof?
BLOM. “Niet alleen een geloof, economie draagt ook een bepaald mensbeeld uit. De economen van de Chicago School zeggen: wij zijn vrij, rationeel en geïnformeerd, en zo kunnen wij vrij ageren op de markt, in competitie met elkaar. Maar kent u één mens die zo is? De vrijheid van de wil en de rationaliteit, daar denkt de wetenschap niet zo veel goeds meer over. En de gelijke toegang tot informatie is een mythe, die hangt heel erg van je sociale situatie af. Er is geen kansengelijkheid, wijzen allerlei studies uit. Die puur theoretische, bijna theologische benadering van de mens en hoe hij functioneert, is geen objectieve wetenschap. We beslissen niet rationeel, blijkt uit alle kiesanalyses en consumentenanalyses.
Bio
– Geboren in Hamburg in 1970
– Historicus, romanschrijver, journalist en vertaler
– Studeerde in Wenen en Oxford
– Schrijft voor tal van Britse en Duitse media, zoals The Times Literary Supplement, The Independent, Frankfurter Allgemeine Zeitung en Die Zeit
– In vertaling verschenen De duizelingwekkende jaren (2009), Het verdorven genootschap (2010), Alleen de wolken (2014), Wat op het spel staat (2017) en De opstand van de natuur (2017) en Een Italiaanse reis (2019)
“Toch heeft dat idee erg lang goed gewerkt, omdat er aardolie was en de stijgende productiviteit ervoor zorgde dat de landen die na de Tweede Wereldoorlog in puin lagen, weer heropgebouwd konden worden en gingen floreren. Maar vandaag zitten we op een ander niveau in onze ontwikkeling. Je kunt niet blijven kunstmatige behoeftes opwekken om die dan te vervullen, als dat desastreuze gevolgen heeft voor de wereld. Een oneindige groei in een eindig systeem is onmogelijk. Waarom is groei eigenlijk een doel op zich?”
En het antwoord op die vraag is?
BLOM. “Iets ingewikkelder, vrees ik. In de naoorlogse tijd stond identiteit vaak gelijk aan consumptie. Je was de sigaret die je rookte, de jeans die je droeg. Dat is een zwak model van identiteit gebleken, een dat neuroses veroorzaakt en niet gelukkig maakt. Er zijn ook andere vormen van identiteit mogelijk. Het zou ook kunnen dat een samenleving je respecteert voor wat je doet voor die samenleving, dat daar je identiteit zit. Zal dat snel gebeuren? Wellicht niet, omdat het huidige systeem voor veel mensen wel nog goed blijkt te werken.
‘Er zijn geen lokale problemen meer. Als wij goedkope hamburgers willen eten, wordt in Brazilië een stuk regenwoud vernietigd.’
“Ik zie bovendien nog een ander probleem: een moderne staat kost veel geld. Goed onderwijs, sociale zekerheid, veiligheid: ik denk niet dat we dat met een idyllische circulaire economie kunnen financieren en ons niveau van maatschappelijke ontwikkeling kunnen behouden. En dat vind ik inderdaad problematisch. Maar het is wel waard om te denken: hoe kunnen wij in een markt functioneren en zo succesvol mogelijk zijn, zonder te veel te nemen?”
Duurzaam produceren dus.
BLOM. “Ja, al probeer ik die term te vermijden. Ik denk wel dat het voor hoogontwikkelde landen als België en Oostenrijk mogelijk moet zijn een echte groene revolutie te starten. Over tien jaar geen fossiele brandstoffen meer, geen milieuvervuiling, we worden een sterk gedigitaliseerde maatschappij die pioniert met milieutechnologie. Dat kan een strategie op relatief korte termijn zijn.”
Maar daarmee redden we het niet op lange termijn?
BLOM. “Nee. Omdat er geen lokale problemen meer zijn. Als wij goedkope hamburgers willen eten, wordt in Brazilië een stuk regenwoud vernietigd. Als wij goedkope spullen laten produceren in Azië, creëren we daar én vervuiling én een middenklasse die ook meer gaat consumeren. Als in Europa de duurzame energiebronnen al goedkoper zijn dan de fossiele, dan moeten we die systemen ook bezorgen aan Azië, zodat men daar de fossiele etappe kan overslaan. Er zijn dus wel strategieën om zo’n verandering te managen, maar je hebt de democratische wil nodig om die te realiseren.”
Maar zelfs als dat lukt, zal dat hoe dan ook gepaard moeten gaan met minder consumptie?
BLOM. “Juist. En dan is er altijd wel iemand die zegt dat je het daar niet over mag hebben. Maar waarom niet, eigenlijk? Ik vind dat infantiel. We maken voortdurend keuzes. Ik woon in Wenen, dus niet in gelijk welke andere stad in de wereld. Ik ben getrouwd met één prachtige vrouw, en dus niet met een andere. Misschien moeten we iedereen vragen: wat is je zo kostbaar dat je het niet wilt opgeven, en wat zijn de dingen die je eigenlijk wel kunt missen? Dan zou je volgens mij verrassende antwoorden kunnen krijgen. Dat mensen best zonder hun tweede auto kunnen bijvoorbeeld. We kampen vaak ook met een gebrek aan verbeelding. We zien de alternatieven nog niet. We hebben een andere maatschappij nodig, waarin we anders omgaan met tijd, met grondstoffen, niet op de hyperkapitalistische manier zoals nu.”
Corona is een nieuw voorbeeld van een uitwas van onze maatschappij die te diep de natuur is binnengedrongen
Dat klinkt een beetje vaag.
BLOM. “Dat besef ik, het is ook bewust. Ik wantrouw mensen die beweren dé oplossing te hebben. Ik heb wel een idee van de richting. We moeten naar een wereld waarin de mens zichzelf ziet als een onderdeel van de natuur, niet als een heerser over de natuur. Dat wordt een maatschappij met heel andere waarden, en hoe die eruit zal zien, dat moeten wij samen gaan uitmaken. Alleen hebben we er nog niet de woorden voor. Hoe leg je uit wat een koets is aan iemand die nog nooit een straat, een wiel en een paard heeft gezien? Iedere realiteit heeft zijn eigen taal en eigen beelden nodig. Om over die nieuwe maatschappij na te denken, moeten we de juiste woorden en beelden vinden.”
En die zijn er nu nog niet?
BLOM. “Gedeeltelijk wel. Corona is een nieuw voorbeeld van een uitwas van onze maatschappij die te diep de natuur is binnengedrongen.”
U schrijft dat we in een overgangsfase zitten, waarbij niet noodzakelijk het beste verhaal wint, maar degene die zijn verhaal het beste kan verkopen. Daar schuilt een groot gevaar in.
BLOM. “Dat is nooit anders geweest. In een vacuüm probeert iedereen de macht te grijpen. En wees maar zeker dat de leukste vent het niet zal halen. Soms heb je geluk, maar heel vaak niet. En soms komt er zelfs een Hitler of Stalin naar boven. En dan heb je mensen in het publiek die zeggen: ‘O, wat geestig!’ Of: ‘O, wat vreselijk!’ Maar er zijn meerdere deelnemers, iedereen is uitgenodigd om een actieve rol te spelen in dit wereldtheater.”
‘Er zijn natuurlijk ook voldoende mensen die de verandering proberen te voorkomen, omdat het huidige systeem voor hen wel werkt’
En dat moet iedereen ook doen?
BLOM. “Volgens mij wel. Je kunt wel wijzen naar de politiek of de elite, maar je kunt ook gelijkgezinden verzamelen en tegenwicht bieden aan die mensen die geen belang hebben bij een duurzame ontwikkeling van de maatschappij. Want er zijn natuurlijk ook voldoende mensen die de verandering proberen te voorkomen, omdat het huidige systeem voor hen wel werkt. Sommigen weten dat het anders moet, maar ‘ in the meantime there’s a lot of money to be made‘, zoals een investeerder me ooit zei. Dat is het cynisme van veel vijftigers en zestigers.”
Soms bespeur ik voorzichtig optimisme, maar nu klinkt u weer als een doemdenker.
BLOM. “Dat vind ik gewoon onzin. Doem is weer zo’n religieus beeld, daar ga ik altijd tegenin. Kijk naar de data. Die heb ik niet verzonnen. Ik weet als historicus dat dingen snel kunnen veranderen. We hebben zo ingegrepen in de natuur, dat we ons nu moeten aanpassen, of we verdwijnen. Dat is geen doemdenken, dat is systemisch denken. Ik probeer de dingen rationeel en koel te bekijken, maar iedere nieuwe wetenschappelijke studie over klimaatopwarming is erger dan de vorige. Dan moet je op een bepaald moment je conclusies trekken.”
U verwijst in het essay even naar Gretha Thunberg. Kan zij de motor zijn van een nieuw verhaal?
BLOM. “Kijk wat ze heeft gedaan! Kinderen laten hun grootouders nadenken over het eten van vlees en vragen hun ouders waarom ze zo’n grote auto nodig hebben. Wat puur theoretisch was, krijgt een gezicht, waardoor mensen worden gedwongen om na te denken. Ja, zo kan iets nieuws beginnen.”
Straks wordt u toch nog een optimist!
BLOM. ( Lacht) “Dan toch eerder een falende pessimist.”
Philipp Blom, Het Grote Wereldtoneel. Over de kracht van de verbeelding in crisistijd, De Bezige Bij, 144 blz., 17,99 euro
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier