Een moeilijk evenwicht
Ondanks de coronacrisis en de gevolgen ervan voor sommige bevolkingsgroepen, blijft de markt van de nieuwe appartementen goed boeren. De markt heeft intussen zijn dynamiek van voor de lockdown hervonden. De kopers, promotoren, makelaars zijn tevreden. Maar op de middellange termijn zou het lachen hen weleens kunnen vergaan. Wordt het nieuwbouwappartement een slachtoffer van zijn eigen succes?
Het tekort aan nieuwe woningen blijft toenemen. En er zijn geen aanwijzingen dat die situatie in de toekomst zal verbeteren. Erger nog, de opschorting van de procedures voor vergunningsaanvragen gedurende meer dan twee maanden zal het tekort nog vergroten. De verwachting is dat het in de komende zes tot twaalf maanden acuut zal worden. In Brussel, bijvoorbeeld, zijn in de afgelopen jaren bijna 3500 woningen per jaar op de markt gebracht. Dat cijfer is volgens veel waarnemers vorig jaar gedaald tot iets meer dan 1500, en het zal naar verwachting niet toenemen in 2020. Er is in de nabije toekomst geen vooruitzicht op een verbetering. De digitalisering van de vergunningsaanvragen heeft het tempo nog niet versneld. We zijn nog ver van een oplossing voor het probleem van de beroepsprocedures tegen nieuwe projecten en de daaruit voortvloeiende onzekerheid voor ontwikkelaars.
Op middellange termijn kunnen we in een speculatief klimaat terechtkomen.
Moeten we ons daar zorgen over maken? Zeker. Deze situatie houdt het risico in dat het evenwicht tussen vraag en aanbod zoek raakt. De vraag van investeerders blijft zeer sterk, net als de vraag van bewoners van oude woningen die willen verhuizen naar een modern appartement. Als gevolg daarvan zullen de prijzen waarschijnlijk stijgen. Ontwikkelaars kunnen zich op korte termijn in de handen wrijven, want als hun projecten goed doordacht zijn, geraken ze snel uitverkocht. Op de middellange termijn kan die situatie evenwel leiden tot een speculatief klimaat, en dat is iets waar de meeste spelers in de vastgoedketen voor op hun hoede zijn.
Het andere element dat aandacht verdient, heeft betrekking op de typologie van de goederen. Er bestaat een tweedeling tussen de wensen van de investeerders en die van de gemeentelijke of regionale autoriteiten. De eersten hebben een voorkeur voor kleine woningen, studio’s of appartementen met één slaapkamer, de anderen willen grote woningen of appartementen met op zijn minst drie slaapkamers, om gezinnen in de hoofdstad te houden. Er moet dus op worden gelet dat dat niet leidt tot een mismatch op de vastgoedmarkt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier