Een literair grootbedrijf

Frederic Eelbode medewerker Trends

Aan het einde van zijn leven schreef Maurice Maeterlinck een boek per jaar. Volgens critici was dat puur lucratief. Om den brode hoefde de welgestelde Gentenaar het nochtans niet te doen. Op 10 december is het precies 100 jaar geleden dat hij de Nobelprijs Literatuur kreeg, goed voor 200.000 goudfrank.

De kans dat u ooit Maeterlinck las, is vrij klein. Zijn werk is weggedeemsterd naar de annalen van de literatuurgeschiedenis. “Nochtans was de Gentse Nobelprijswinnaar een ware bestsellerauteur”, vertelt Joris De Zutter. Hij is de conservator van het pas gerestylede Kabinet Maurice Maeterlinck in het Museum Arnold Vander Haeghen in de Gentse Veldstraat.

De schrijver werd in 1862 in een rijk Gents gezin geboren. Vader Maeterlinck was een welgestelde rentenier en het gezin nam zijn intrek in een nieuwbouwwoning in de chique buurt rond het splinternieuwe Zuidstation. “De zomermaanden bracht de familie door op haar landgoed in Oostakker”, zegt De Zutter. “Maurice logeerde ook vaak bij zijn grootmoeder in het middeleeuwse kasteel Rijvissche in Zwijnaarde, wat zeker zijn verbeelding prikkelde.”

Vlaamse auteur

“Zoals alle families uit de burgerij spraken de Maeterlincks Frans. Maurice volgde de humaniora bij de jezuïeten van het Sint-Barbaracollege en aan de universiteit studeerde hij rechten. Een mooie carrière als advocaat of vrederechter in de veilige geborgenheid van de Gentse katholieke bourgeoisie leek verzekerd…”

Maar de advocatuur was niet aan de boomlange, maar nerveuze en erg timide man besteed. ” Je ne plaiderai plus. Je conduis fatalement mes clients en prison“, zei hij zelf. “Op zijn 25ste trok de bourgeois bohémien naar Parijs, waar hij kennismaakte met het symbolisme. In zijn werk komt een mythisch universum tot leven, bevolkt door wonderbaarlijke dieren en planten, en ongenaakbare prinsen, prinsessen en kasteelheren. Een erg irreële wereld. Hij haalde ook inspiratie uit het Vlaamse volkslied en de Middelnederlandse poëzie. Zo vertaalde hij Ruusbroec, zij het vooral via een zestiende-eeuwse Latijnse vertaling.”

Hoewel Maeterlincks moedertaal het Frans was, sprak hij Vlaams, maar dan vooral tegen het huispersoneel en op café. En hij heeft zich wel degelijk altijd een echte Vlaming gevoeld, al moest hij niets weten van het artificiële Standaardnederlands dat toen zijn intrede deed. De francofone Maeterlinck las ook het werk van zijn vriend Cyriel Buysse. ” Quel domage qu’il soit intraduisible. Il serait impossible de transponer la saveur de ce dialogue“, schreef hij over ‘ Het gezin van Paemel‘.

Opwindend liefdesleven

Vlaming of niet, Gent en bij uitbreiding Vlaanderen was snel te klein voor de grote literator. Hij werd een literaire allrounder en schakelde moeiteloos over van het ene genre naar het andere. “Zijn nieuwerwetse stijl brak volledig met het gangbare realisme en werd door critici geestdriftig ontvangen. Een hoogtepunt was Pelléas et Mélisande, een topper in het Parijse theater, maar in het bekrompen Gent van die tijd lag zijn avant-gardistische werk een stuk moeilijker…”, zegt De Zutter.

Maeterlinck was wel het onderwerp van roddels in zijn geboortestad, vooral wegens zijn beruchte liefdesleven. “Zijn grote liefde was de extravagante diva Georgette Leblanc. De operazangeres was een veelzijdige artieste die ook literair actief was. Ze was erg succesvol en de eerste vijf jaar van hun liaison – ze trouwden niet – onderhield zij hem zelfs.”

Toch kon de auteur vrij snel leven van zijn eigen werk, en behoorlijk goed zelfs. “Maeterlinck was geïnteresseerd in vastgoed, hij verhuisde vaak en trok van residentie naar residentie. Hij hield niet van de stad, maar kocht grote kastelen, landgoederen zoals hij dat gewoon was bij zijn ouders en grootouders.”

“In Normandië betrok hij een middeleeuwse abdij en verplaatste zich per fiets of rolschaatsen door de gangen. Georgette wilde van de abdij graag een Maeterlinck-centrum maken, naar het voorbeeld van Wagners Bayreuth, maar dat project kwam nooit echt van de grond, ook omdat de schrijver te schuchter, te wereldvreemd was.”

Na de Eerste Wereldoorlog verliet hij Georgette Leblanc en trouwde met Renée Dahon, dertig jaar jonger dan hijzelf. “In 1935 kochten ze een casino in Nice en bouwden het om tot kasteel Orlamonde – kostprijs 3 miljoen Franse frank. De Vlaamse Nobelprijswinnaar overleed er in 1949. Nu is het een van de meest luxueuze hotels van de Côte d’Azur.”

Het literaire succes van Maeterlinck was sinds de jaren twintig wat weggeebd. “Toch bleef hij als een literair grootbedrijf produceren, hoofdzakelijk essaybundels waarin hij onderhoudende, pseudowetenschappelijke beschouwingen schreef. Tussen 1933 en 1945 verscheen er ieder jaar een boek. Volgens sommige critici deed hij dat eerder uit financiële dan uit artistiek-literaire motieven. Gelukkig verkocht de bestsellerauteur als gewiekste zakenman genoeg om zijn train de vie aan te kunnen houden”, besluit De Zutter.

FREDERIC EELBODE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content