Een Limburgs monument
In een geklasseerde molen kookt Bert Meewis met overtuiging robuust gekruide bereidingen.
Trends-lezer René Peeters uit Maaseik vindt dat de Limburgers in deze rubriek stiefmoederlijk behandeld worden en vestigt onze aandacht op restaurant De Slagmolen. Dus trokken wij naar Opglabbeek om de proef op de som te nemen. We werden vriendelijk onthaald door Karlijn Libbrecht die ons een tafeltje aanwees in de landelijke eetzaal, met uitzicht op (en lawaai van) de open keuken waar eigenaar/chef-kok Bert Meewis de pollepel zwaait.
De verzorgde spijskaart van De Slagmolen bevat culinaire trekpleisters zoals gebakken ganzenlever met gekarameliseerde appel (750 fr.), salade van kreeft met appelvinaigrette (850 fr. voor een halve kreeft, 1400 fr. voor een hele), kalfszwezerik en witloof met witloofjeneversaus (900 fr.). In het seizoen is wild hier troef : fazant op Brabantse wijze, fazant “Fine Champagne” (beide 900 fr.) en hazenrug Harlekijn (975 fr.). De wijnkaart vermeldt uitsluitend Franse wijnen ; vooral de witte Bourgogne is goed vertegenwoordigd.
Wij kozen het degustatiemenu met aangepaste wijnen (2600 fr.) ; vooraf kregen we een mini-garnaalkroketje en gestreepte zeebarbeel met champagnevinaigrette. Een glaasje goudgetinte Muscat de Saint-Jean de Minervois kondigde de komst van ganzenlever aan. De terrine was perfect, maar de spiegel van perengelei mierzoet : zo’n smaakverlammend gerecht kan beter geserveerd worden na de hoofdschotel.
Vervolgens proefden we een hartig soepje van mosselnat, visbouillon en room met garnituur van groenten en zeeboeket, begeleid door een fris-fruitige Bordeaux Sauvignon Marquis d’Alban. Dan verscheen een plak royaal gezouten kabeljauw, aan één kant in olijfolie gebakken en verder gegaard onder de grill, opgediend met kalfsjus en eekhoorntjesbrood.
Als tussendoortje was er een zalvend-zachte en suikerzoete sorbet van wilde bramen met parfum van kaneel. Daarna volgden delicate Schotse lamskoteletjes in rozemarijnsaus met een mengeling van bonen, maïs en cantharellen, begoten met een zuiderse Bergerac Château Theulet ’93. De maaltijd werd besloten met appeltaart, vers gedraaid vanille-ijs en vanillesaus.
De Slagmolen dateert uit de zestiende eeuw en was oorspronkelijk een koolzaadmolen, die rond 1850 werd omgebouwd tot bloemmolen. Het gebouw is geklasseerd, de omliggende Bosbeekvallei is beschermd natuurgebied. Bert Meewis kreeg een voortreffelijke opleiding : na de koksschool in Koksijde deed hij stages in gereputeerde eethuizen zoals De Barrier (Houthalen), Kasteel St.-Paul (Lummen), Belle Epoque (Leuven) en La Côte Saint-Jacques (Joigny). Hij werkte in ‘t Fornuis en Sir Anthony Van Dyck (beide in Antwerpen) en in Scholteshof (Stevoort).
PIETER VAN DOVEREN
Bert Meewis en Karlijn Libbrecht Jong talent in een oude molen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier