Een koopje met een staartje

Willy Van Damme medewerker Trends

Eén van de meest geslaagde operaties van Maurits De Prins is zeker de verkoop op 28 november ’89 van 900.000 van zijn Super Club-aandelen aan de Kempense Steenkoolmijnen, voor 1,35 miljard frank. 300 miljoen frank kommissie zou daarbij betaald geweest zijn.

In de voorgaande afleveringen schetsten we hoe Maurits De Prins en zijn vrienden vrij snel begonnen aan een desinvesteringspolitiek bij Super Club. Eén van de meer opmerkelijke transakties daarin is de plotse verkoop van 900.000 Super Club-aandelen aan de Kempense Steenkoolmijnen (KS), voor een bedrag van 1,35 miljard frank. Een dossier dat sinds begin ’91 door het parket wordt onderzocht.

KS beschikte over heel wat geld. In het kader van de sluiting van de mijnen besliste de regering eind ’86 om KS 28 miljard frank ter beschikking te stellen, bestemd voor het dekken van de exploitatieverliezen, sociale afvloeiingskosten en rekonversie-investeringen.

Met die rekonversie als achtergrond knopen Thyl Gheyselinck, gedelegeerd bestuurder van KS, en Maurits De Prins een relatie aan. Een eerste schriftelijk kontakt grijpt plaats op 23 oktober ’89. De Prins ziet het zoals gewoonlijk groots : “Anderzijds kunnen wij ons formeel verbinden om een investering van minimaal 2.500.000.000 BF te doen,” schrijft hij aan KS zonder melding te maken van een aandelenverkoop. Dit gebeurt wel in een brief twee dagen later waarin gesteld wordt dat “een pakket van 450.000 aandelen aan de vooropgestelde prijs een unieke gelegenheid is.”

Een dag later, op 26 oktober, komt de raad van bestuur van KS tot het besluit dat de gesprekken hierover mogen worden verdergezet. “Als onderdeel van deze transaktie zou de NV Super Club op de terreinen waar het ERC-projekt gepland is een tekenfilm-, televisie- en filmstudio bouwen, wat een minimum investering met zich brengt van 2,5 miljard BF, samen met een latere participatie in het ERC-projekt van 0,5 miljard BF,” zegt het verslag die dag.

Op 17 november komt er dan een derde brief van Maurits De Prins en medebestuurder Charles Cool toe bij KS. “Door onze raad van bestuur… werd besproken. 1. Een definitieve beslissing om over te gaan tot het oprichten van een “state of the art” tekenfilmstudio… zeker in 1990 zal plaats vinden. 2. Een definitieve beslissing om over te gaan tot oprichting van een volwaardige, op Amerikaanse “majors”-lijst geschoeide filmstudio… deze investeringen eerst gepland waren in Spanje maar nu definitief in Vlaanderen… zullen plaatsvinden.”

Vier dagen later, op 21 november, is er dan een nieuwe etappe. Ditmaal niet door Super Club maar door haar bankier, Kredietbank. In een brief aan KS die dag geeft de KB het aandeel Super Club een waarde van 2260 frank. Dit terwijl het aandeel intern bij de bank toen gewaardeerd werd aan 1375 frank. “Het hangt er van af hoe de KS haar vraag aan onze studiedienst over de waarde van dat aandeel heeft gesteld. Wij intern waren zeer voorzichtig want het was een spekulatief aandeel,” verdedigt Remi Vermeiren, gedelegeerd bestuurder van de KB en beheerder van het dossier Super Club, zich.

AANGEPASTE BESTUURSVERSLAGEN.

Nog diezelfde dag 21 november ’89 gaat er vanwege Thyl Gheyselinck een fax naar zijn bestuursleden waarin de koop wordt aangekondigd en herinnerd wordt aan de investeringsplannen. “Van onze kant zou KS onmiddellijk een gedeelte van de aandelen van de heer De Prins in Super Club overnemen,” faxt hij.

Op 28 november slechts één maand na het officieel eerste kontakt wordt de overeenkomst getekend. Het blijkt nu plots om 900.000 aandelen te gaan, het dubbele van het aanvankelijk besproken aantal. De prijs bedraagt 1500 frank per stuk. In totaal 1,35 miljard frank. De overeenkomst is een pure aandelentransaktie tussen enerzijds Maurits De Prins als privé-persoon en anderzijds Thyl Gheyselinck en Gerard Van Acker namens KS. De oorspronkelijke idee van een investering van de kant van Super Club is geen sprake meer. De dag nadien staan de kranten wel vol van de grote plannen van De Prins. “Hollywood aan de Demer,” klonk het vanuit Super Club. Opmerkelijk is dat bij al die persverhalen beide partners zwijgen over die aandelenkoop.

Pas maanden nadien op de volgende raad van bestuur van KS, op 14 maart ’90, krijgen de bestuurders de door Gheyselinck en Van Acker ondertekende overeenkomst met De Prins te zien. Er is geen sprake meer van een investering, maar wel van een aandelenbelegging. “Thyl Gheyselinck vindt de participatie… eerder een belegging,” schrijft De Financieel Ekonomische Tijd op 30 maart.

Vermoedelijk om die kontradiktie tussen de diskussies op de raad van bestuur van KS van 26 oktober ’89 en de overeenkomst van 28 november met De Prins weg te moffelen, treed men in aktie. Zo worden op de raad van bestuur van 14 maart ’90 de referenties naar investeringen door Super Club in het ERC-projekt geschrapt uit de notulen van de vergadering van 26 oktober ’89. Verder wordt de overeenkomst met De Prins bij dat verslag van 26 oktober gevoegd, en wordt daar bijgeschreven dat “de tekst van de ontwerpovereenkomst aan het verslag wordt gehecht”. Dit terwijl deze tekst niet op die vergadering besproken was en er dus geen ontwerpovereenkomst was. Wou men de indruk geven dat alle daden van Van Acker en Gheyselinck door de medebestuurders gedekt waren ? Gerard Van Acker stipt aan dat er tussen Gheyselinck en alle bestuurders over deze affaire faxverkeer was.

BRUTAAL.

Had Thyl Gheyselinck wel echt interesse in die filmstudio’s ? KS zal zich op de buitengewone algemene vergadering van Super Club op 27 december ’89 laten vertegenwoordigen door Charles Cool, medestaander van De Prins. Een bijeenkomst waar KS nochtans de kans had de beloofde investeringen op te volgen.

Zowel politiek, gerecht als pers zullen snel onraad ruiken. Gelijktijdig met de andere onderzoeken rond Maurits De Prins wordt ook KS aangepakt. Wanneer het gerecht echter bij Gheyselinck afstapt worden de onderzoekers brutaal wandelen gestuurd. “Volgens de H. Gheyselinck… diende hij aan het gerecht geen verantwoording af te leggen m.b.t. de door KS daartoe aangewende gelden,” klinkt het. Later zal Gheyselinck de zaak “belachelijk” noemen.

Opvallend is ook de verandering in toon van De Prins, gekonfronteerd met het gerecht. “De raad van bestuur ( nvdr die van Super Club) had in principe gezegd om het projekt op te volgen en Super Club wou op de eerste rij staan zodra het projekt konkreet werd,” is de nieuwe versie. Geen sprake meer van het “formeel verbinden” en de “definitieve beslissing” van voorheen.

Opmerkelijk is ook het feit dat Gheyselinck in een brief van 31 januari ’91 aan de kabinetschef van Norbert De Batselier, toen minister van Ekonomie in de Vlaamse regering, weigert de betaalde prijs voor die aandelen te geven.

Op 31 januari ’90 slechts twee maanden na de aandelenkoop vindt er bij Super Club een nieuwe kapitaalsverhoging plaats aan 781 frank het aandeel, maar liefst 719 frank minder dan KS betaald heeft. Charles Cool toont zich verbaasd : “Daar we in een faze van vermeerdering van kapitaal waren… was ik verbaasd dat deze transaktie ( nvdr de aandelenverkoop aan KS) niet in het kader van deze vermeerdering komt”.

KOMMISSIES.

Vrij snel duiken er allerlei geruchten op. De koop gebeurde immers, zoals Charles Cool zal stellen, “onder voorwaarden die enorm voordelig voor hem ( nvdr De Prins) waren”. Het veiligheidsnet voor KS was de verplichting tot terugkoop door De Prins van 450.000 aandelen aan 4000 frank het stuk, indien er geen beursnotering gebeurde voor eind ’91. Maar wat is de waarde van zo’n overeenkomst die 1,8 miljard frank kost aan een privé-persoon, in dit geval Maurits De Prins. “Wat bij insolvabiliteit van De Prins ?” vraagt het parket zich dan ook reeds begin ’91 af.

Het is opvallend dat een jaar na de feiten de KS-bestuurders Gerard Van Acker, Valère Vautmans, Thyl Gheyselinck en Jos Dillewijns zich nog weinig herinneren van die vergaderingen rond Super Club. Logisch zegt Gerard Van Acker, Thyl Gheyselinck was in feite de enige die goed op de hoogte was want hij onderhandelde alleen met Maurits De Prins.

Ook duikt hier de naam van Eddy Wauters op, toenmalig voorzitter van de KB, bestuurder van Super Club en vriend van De Prins. In een in ’92 door toenmalig KS-voorzitter Peter Kluft uitgedeelde nota, uitgaande van Gerard Van Acker, wordt Wauters genoemd als pleitbezorger bij KS in deze zaak van De Prins.

Zo is er ook de verklaring van Norbert De Batselier die in deze zaak tijdens een voetbalmatch bepaalde voorstellen heeft gekregen, die hij trouwens geweigerd heeft.

Volgens getuigen is bij de hele KS-Super Club zaak sprake van 300 miljoen frank aan kommissies. Het gerecht is hierbij een geldspoor aan het volgen richting de Luxemburgse Europe Finance et Participations sa (EFP), een aandeelhouder van Super Club, waar volgens die gerechtelijke teorie een deel van de KS-kommissies is beland. Zowat alle insiders bij Super Club, én niet alleen vrienden van De Prins, noemen hierbij Jozef Delcroix als volmachtdrager voor EFP. Sommigen noemen ook Leo Delcroix. Beiden ontkennen echter enige betrokkenheid, zowel bij EFP als bij de zaak rond KS. “Gheyselinck luisterde nog niet eens naar de eerste minister. Hoe zou ik hem dan kunnen beïnvloed hebben,” zegt Leo Delcroix.

Twee dagen na konfrontaties tussen Thyl Gheyselinck, Maurits De Prins en de getuigen Jan Maes en Luc Thibaut, werd in de pers melding gemaakt van het feit dat in de KS-affaire een aantal personen in beschuldiging werden gesteld. Dat wijst erop dat het gerecht denkt over voldoende materiaal te beschikken om de zaak voor de strafrechter te brengen. Het is nu nog slechts wachten op de gegevens van EFP die zich verzet tegen het openen van haar boeken. EFP is onlangs, na een voor haar negatieve beslissing van het Luxemburgs Hof van Beroep, hiervoor naar het Luxemburgse Hof van Kassatie gestapt.

WILLY VAN DAMME

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content