‘Een hoed doet mensen stralen’

‘Kleine details maken het verschil’

“De hoed is nooit uit de mode geweest”, zegt Nathan Poignonnec, terwijl hij zijn konijnenvilten stetson opzet. “In andere Europese landen zoals Frankrijk, Engeland en Duitsland zie je tijdens de koude wintermaanden veel mannen en vrouwen met een hoofddeksel. Bij ons kiezen mensen liever voor mutsen of baseballcaps. Maar daar kan snel verandering in komen. Door tv-series zoals Peaky Blinders en omdat steeds meer pop- en filmsterren hoeden dragen, sijpelt de trend stilaan door in de gewone mode. Ik verwacht dat er deze winter weer mannen met hoeden door onze Vlaamse straten zullen lopen.”

“Je eerste hoed koop je het best niet online”, weet Poignonnec. “Je moet hem kunnen opzetten, plooien, schikken. Kleine details maken het verschil. De maat bijvoorbeeld. Als een hoed slecht zit, vergalt dat het hele ontwerp. Vreemd genoeg blijkt het vinden van de juiste maat voor heel wat mensen het grote probleem te zijn. Het overgrote deel van mijn klanten kent hun hoofdomtrek niet als ze hier voor de eerste keer binnenwandelen. Het advies van een ervaren verkoper is bij dit artikel geen overbodige luxe.”

“Ik draag al een hoed sinds mijn kinderjaren”, zegt Poignonnec. “Mijn moeder spoorde me altijd aan om dat te doen. Ze zei dat een hoed een mens mooier kan maken. En nu begrijp ik wat ze daarmee bedoelde. Een hoed benadrukt je karakter en laat zien dat je je durft te onderscheiden van de massa. Mijn raad is dan ook: draag enkel een hoed waar je je goed mee voelt. Op die manier wordt die een verlengstuk van jezelf.”

“Naast wereldnamen zoals Stetson en Borsalino probeer ik zo veel mogelijk Belgische merken aan te bieden”, zegt Poignonnec. “Zo ben ik zeker van de kwaliteit en steun ik onze economie.”

‘We kregen een prins en een koning over de vloer’

“Mijn betovergrootvader was al een hoedenmaker”, vertelt Aurélien Servaes. “Hij had een hoedenfabriek en leverde zijn waren aan winkels in heel België. Later kwam daar een hoedenwinkel bij. En die is vijf generaties later nog altijd in de familie.” Servaes was eigenlijk niet van plan zich in de hoedenbranche te storten. “Ik wilde advocaat worden. Toen ik klaar was met mijn studie, hoorde ik dat mijn grootvader van plan was de winkel te sluiten. Dat kon ik niet over mijn hart krijgen. Ik heb mijn toga aan de haak gehangen en ben in de zaak gestapt.”

“Mijn opa is ondertussen 94 jaar, maar hij staat nog dagelijks in de winkel. Hij helpt me bij de aankoop, de verkoop, het stomen van de hoeden. Elke dag leer ik nieuwe dingen. Dat is fantastisch.” Grootvader Pierre Lemesre zoekt met zorg een hoed uit waarmee zijn kleinzoon op de foto kan. “Of hoeden weer in de mode zullen komen? Ik denk het wel”, zegt Aurélien Servaes. “We krijgen de jongste tijd steeds meer jonge mensen over de vloer. Maar zoals vroeger zal het nooit meer worden. Toen er in de jaren zestig een nieuwe collectie uitkwam, stonden er lange wachtrijen voor onze winkel. Soms was het zo erg dat we de politie moesten bellen. Niet om rebellerende klanten te kalmeren, wel om het verkeer te regelen. Wanneer er in deze straat een verkeersopstopping was, waren wij vaak de oorzaak.”

Ook het vorstenhuis komt geregeld over de vloer bij Hoeden en Petten Lemesre. “Albert en Laurent van België zijn allebei klant bij ons”, werpt grootvader Pierre Lemesre op. “Ons koningshuis heeft meer interesse in petten dan in hoeden. Die zijn makkelijker weg te moffelen tijdens plechtigheden. Of ze onlangs nog hier waren? Onze petten zijn van uitmuntende kwaliteit en gaan jarenlang mee. Ze zullen er dus niet snel een nieuwe nodig hebben.”

‘Hier vind je geen antieke hoeden’

Annie Dauchot van Télescoshop zet de nieuwe collectie winterhoeden in haar etalage. “In het begin verkochten we geen hoeden”, vertelt ze. “We waren eigenlijk een parapluwinkel, en de officiële verdeler van het Duitse merk Télesco. Maar toen in Gent steeds meer hoedenwinkels de deuren sloten en mensen bij ons aanklopten voor een hoofddeksel om zich tegen het gure weer te beschermen, namen we ook hoeden en petten in ons assortiment op.”

Dauchot wil haar klanten zo goed mogelijk dienen. “Daarom maken we er een erezaak van ons aanbod zo groot en divers mogelijk te houden. En dat weerspiegelt zich ook in ons cliënteel. Dat varieert enorm. Zowel in leeftijd als in stijl. Bij ons winkelen niet alleen klassieke zakenmensen, maar ook modebewuste oudere heren, jonge hippe artiesten en ruige muzikanten.”

“Stetson, Borsalino, Mayser… we verkopen alle grote merken. En elk jaar weer de nieuwste collecties. Daar probeer ik goed over te waken. De hoed is tijdloos. Maar je moet er wel voor zorgen dat hij modieus is. Hier vind je geen antieke zaken. Onze klanten komen van heinde en ver. Er zijn mensen die speciaal vanuit Limburg naar hier rijden omdat ze weten dat wij hen aan de juiste hoed zullen helpen. En gelijk hebben ze. Ik zal nooit iemand een hoed verkopen die niet bij hem past. Het is mijn job de mensen te doen stralen.”

Welke hoed dragen deze winter het best? “Kies voor een exemplaar van bever- of konijnenvilt”, zegt Dauchot. “Die hoeden zijn waterdicht en houden mooi hun vorm. Ze zijn iets duurder, maar gaan jarenlang mee. Want een hoed is zoals een paraplu: goedkope exemplaren laten sneller water door. Zodra dat gebeurt, is hij niets meer waard.”