Een handicap voor de uitvoer?

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Denken ondernemers alleen aan centen? Neen, ook zij zijn begaan met een betere wereld. Maar hoe lang kan een minister van Buitenlandse Zaken uit profileringsdrang uw buitenlandse partners doen steigeren en onverwacht zakendeals op de helling zetten?

Onlangs effende Export Vlaanderen de weg voor handelsrelaties met Iran. De parlementsverkiezingen van vorige maand, waarbij de conservatieve krachten het aflegden tegen de vernieuwers, versterkten dat perspectief. Tot eind vorige week een onderzoeksrechter de klacht van een Belg van Iraanse afkomst tegen president Rafsandjani ontvankelijk verklaarde. Iran reageerde woedend. De Belgische regering verschuilt zich achter de onafhankelijkheid van de rechtspraak. Maar Louis Michel (PRL-FDF), minister van Buitenlandse Zaken, bond met zijn ‘ethische diplomatie’ ( Pinochet, Haider) de kat de bel aan. Wat als morgen een Koerd de Turkse regering dagvaart, een Tsjetsjeen de Russische interim-president Poetin ter verantwoording roept of een Tibetaan bij het Belgische gerecht aanklopt om Zhu Rongi te vervolgen? Michels diplomatieke aanpak (sommigen spreken van ‘spektakeldiplomatie’) dreigt de buitenlandse expansiestrategie van onze bedrijven voortdurend te doorkruisen. “Ik vrees dat dit beleid op termijn contraproductief zal zijn voor de Belgische belangen,” zegt Eddy Somers, professor Internationaal Recht van de Universiteit Gent.

TRENDS. Sommigen vinden dat Louis Michel België weer op de kaart heeft gezet. Anderen vragen zich af of we straks de handel met Turkije, Rusland, China en Ruanda moeten afblazen?

EDDY SOMERS (UNIVERSITEIT GENT). Zo’n vaart zal het niet lopen. Maar deze methode doet de Belgische diplomatie zeker geen goed. Binnen de kortste keren zullen onze diplomaten nog nauwelijks aan belangenbehartiging kunnen doen, en in plaats daarvan tijd moeten investeren in het blussen van brandjes. In Teheran zijn ze nu al bezig de scherven te lijmen. De kans bestaat ook dat het optreden van Louis Michel vrij snel moeheid zal veroorzaken bij onze internationale partners -‘ come to your senses, mister Michel‘ – of tot reacties in de betrokken landen. Reacties die de Belgische economie schade zullen toebrengen.

Michels ethische diplomatie zou grensverleggend zijn. En kleine landen kunnen het voortouw nemen voor nieuwe ontwikkelingen in internationale rechtsregels. Na de Pinochet-saga zijn dictators gewaarschuwd, zegt men.

Nederland is een poos berucht geweest voor zijn opgeheven vingertje, maar heeft snel ingezien dat zo’n pioniersrol averechtse effecten heeft voor kleinere landen. Men voert nogal makkelijk een emotionele politiek, zonder dat daarbij rationele analyses worden gemaakt. Want hoe men het ook draait of keert, de intentie van Groot-Brittannië om Pinochet aan Spanje uit te leveren, strookte niet met de regels van het internationaal recht. Staatshoofden genieten tot op vandaag van immuniteit, behalve als ze verantwoordelijk zijn voor genocide of misdaden tegen de mensheid. Wil men dit uitbreiden tot wandaden van dictators, dan zal men eerst moeten sleutelen aan een aangepaste, coherente internationale rechtspraak. Michel doet echter alsof hij opereert in een internationaal vacuüm. Men kan de spelregels wijzigen, het geheel van internationale rechtsregels is immers een dynamisch gebeuren. In die zin kan men recht en politiek niet van elkaar loskoppelen. Recht is genormeerde politiek. Je kan de rechtsregels wijzigen via een geconcerteerde actie, bijvoorbeeld op het vlak van de Europese Unie. Maar niet door verbale krachtpatserij. Dan word je koorddanser in plaats van diplomaat.

De idealistische en overwegend verbale aanpak van Louis Michel verbergt, in een wereld die geen aards paradijs is, veeleer een abdicatie van de diplomatie?

Politici vergeten dat ze opereren binnen een internationaal rechtskader. Dat bestel is niet perfect en dus willen ze daar eens flink tegen aanschoppen. De thematiek van de mensenrechten ligt bijvoorbeeld goed in de markt. Toch kunnen niet alle bestaande regels zomaar worden genegeerd. Het inperken van de nationale soevereiniteit kán een nobele doelstelling zijn. Maar als je dat wil hardmaken, moet je ijveren voor een rechtssysteem dat die inperking wereldwijd afdwingbaar maakt. Dat is het wezen van de diplomatie. De huidige pleidooien voor humanitaire interventies zijn volkomen arbitrair. Het is pure spektakeldiplomatie of profileringsdrang die getuigt van machteloosheid. Ik zie meer heil in het Internationaal Strafhof van Rome, dat onlangs met de nodige verdragen werd opgericht. Dankzij dit hof zullen misdadige figuren op een coherente en internationale manier worden berecht.

Er bestaat ter zake geen jurisprudentie. Ook het Tribunaal van Den Haag is een ad hoc-aanpak. Goed bedoeld, maar uiteindelijk kan het de test van een normale rechtsprocedure in een democratische rechtsstaat niet doorstaan. Bijgevolg ondermijnen zulke procedures de morele standaard die het Westen andere landen zo graag voorhoudt.

Het oorlogstribunaal voor Joegoslavië in Den Haag en het Ruanda-tribunaal in Arusha zijn, zoals vele ad hoc-benaderingen, een doekje voor het bloeden. Men kan inderdaad bij heel wat procedures in dit soort overwinnaarstribunalen de wenkbrauwen fronsen. Maar het is, in de huidige stand van het internationale recht, geen uitzonderlijke manier van werken. Daarom kan het Strafhof van Rome, eenmaal het in werking treedt, een mijlpaal worden: met procedures die een eerlijker rechtsgang waarborgen. Het zal tegelijk, omwille van zijn universeel karakter, ook de verdenking van westers imperialisme overstijgen. In zo’n juridisch kader had men de vertoning rond Pinochet kunnen vermijden.

erik bruyland

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content