Een droom van hout
De West-Vlaamse familie Vanden Avenne investeert fors in een nieuwe vennootschap (Spanolux) en in een nieuwe fabriek hartje Ardennen. Het toverwoord heet MDF, wat staat voor de betere vezelplaat, nieuwe marktperspectieven en een Belgische primeur.
Een F-16 van de Belgische luchtmacht scheurt oorverdovend door het hemelgewelf boven de hoogste vlakten van de Ardennen. “Ik heb de indruk dat de piloten van deze straaljets onze fabriek reeds als vast herkenningspunt op hun snelle routes begroet hebben,” schreeuwt Bernard Vanden Avenne het uit aan de grond. Naast hem : een gloednieuwe fabriek waarvan de uitgestrektheid alleen al (om en bij de 500 meter lengte) indruk maakt. Al even indrukwekkend is het investeringsbedrag dat naargelang van de bron schommelt tussen de 2,5 miljard (volgens de investeerders) en de 2,8 miljard frank (officiële cijfers van de Luxemburgse intercommunale Idelux). “Het gaat dan ook om een primeur voor dit land,” zegt Bernard Vanden Avenne. “Het product dat we hier aanmaken, heeft al wel wereldwijd bewezen wat het in zijn mars heeft.”
De klassieke spaanplaat
mag dan nog lang niet op zijn retour zijn, toch maakt het betere soort opgeld. De Vanden Avennes ( Spano, Oostrozebeke, 3,9 miljard frank omzet, 355 werknemers) kijken al sinds midden de jaren tachtig begerig uit naar een fabriek die medium density fibreboard (MDF) aanmaakt, een primeur voor België. Jan Ide, algemeen productiedirecteur, bezocht het voorbije decennium een twintigtal MDF-fabrieken over de hele aardbol. “Aan de basis ligt een product (hout) waar we al ruim een kwarteeuw mee vertrouwd zijn,” zegt Ide. “Alleen biedt MDF veel meer mogelijkheden. MDF is een vezelplaat die bewerkt kan worden, maar ze heeft nooit de nadelen van massief hout. MDF zal dus nooit barsten, scheuren of kwasten vertonen. Het kent veel toepassingen in de meubelindustrie en dat alles tegen een vrij aantrekkelijke prijs.”
De fabriek in Vielsalm ondergebracht in een met 750 miljoen frank opgericht filiaal, Spanolux wordt nu opgestart. Spano gooit zich daarmee op een markt die in Europa gedomineerd wordt door vooral Duitse en Italiaanse producenten. De familie Vanden Avenne wil in Vielsalm jaarlijks 240.000 m3 MDF produceren (waarvan 65 % export). Wie goed toekijkt, ziet bovendien dat op de fabrieksplannen in stippellijntjes een ontdubbeling is voorzien. Commentaar van Bernard Vanden Avenne : “In het opstartjaar denken we dat een omzet van om en bij de 2 miljard haalbaar is. En wat de toekomst betreft : je weet maar nooit welk een vlucht het allemaal neemt. Ja, deze fabriek kan theoretisch verdubbelen in capaciteit.” Maar zelfs nu al zet nieuwkomer Spanolux de hele sector een neus : Vielsalm staat, op een industrieterrein van 22 hectare, voor de grootste fabriek in zijn soort.
MDF zou het snelst groeiende houtpaneelproduct zijn. De MDF-wereldproductie steeg van 6 miljoen m3 in 1991 naar 16 miljoen m3 in 1996. Het aantal nieuwe fabrieken groeide snel, zeker in Europa. In 1996 nam de capaciteit in ons werelddeel toe met 1 miljoen m3 tot 7,514 miljoen. En dat had alles te maken met de aandikkende vraag vanuit de markt. Sinds 1992 steeg de vraag gemiddeld met 12,7 %. Een van de oorzaken voor die snelle groei is het succes van een aantal toepassingen zoals laminaatparket.
Is Spanolux een delokalisering ?
De Belgische MDF-markt was een speeltuin voor buitenlanders. Duitse, Britse en Italiaanse leveranciers hadden in België vrij spel. Nu zullen ze met Spanolux rekening moeten houden. De Vanden Avennes zetten kwaliteit, flexibiliteit als thuisspeler en grote marktkennis (de klantenkring voor MDF loopt parallel aan die voor spaanderplaat) als belangrijkste troeven in. Ondanks het toenemende aanbod zou het geen prijzenslag worden. In het begin van de jaren negentig veroorzaakte het te spectaculair groeiend aanbod een stevige prijsdruk, maar die is inmiddels uit de markt verdwenen.
De Vanden Avennes kregen de vraag al meer dan eens te pareren : is Spanolux geen vorm van delokalisering ? Kon de fabriek, die in deze fase 90 directe jobs schept, echt niet in Vlaanderen neergepoot ? “Jammer genoeg niet,” zegt Jan Ide. “En dat heeft alles te maken met de grondstof. Alle MDF-fabrieken, over de hele wereld, worden gebouwd in bosrijke omgevingen. We hebben een viertal sites bekeken, onder meer ook een in Duitsland. De keuze viel finaal op Vielsalm. Daar vinden we op de Ardense hoogvlakten de fijnspar ofte epicea, een uniforme naaldhoutsoort, in overvloed.”
Spanolux bevoorraadt zich in een 50-50-verhouding bij de bosexploitanten (die particuliere of staatsbossen beheren) én bij de houtzagerijen. En voor beide bronnen hebben de oostelijke kantons van België heel wat te bieden. Pal naast Spanolux heeft bijvoorbeeld de Ierse groep Grainger een houtzagerij staan, die uit de faling van Rombouts werd overgenomen.
Spano haalde in 1994 (zie Trends van 21 april 1994) een milieuprijs voor de aanmaak van zijn eco-vriendelijke spaanderplaten. Is MDF ook milieuvriendelijk ? Vormt het geen aanslag op het Ardense woud ? “Net omgekeerd,” zegt Jan Ide. “Dankzij het duurzaam bosbeheer is de aanwas van hout in de Ardennen beduidend groter dan het verbruik. De aangroei bedraagt jaarlijks 8,7 m3 per jaar en per hectare, terwijl de jaarlijkse kapping slechts 5,4 m3 per hectare bedraagt. Bossen moeten gekapt worden als men ze goed wil onderhouden. Overigens is onze fabriek uitgerust volgens de allerlaatse milieunormen inzake waterzuivering, waterrecyclage, rook- en stofhinder.”
Investeren in het andere België
De provincie Luxemburg afficheert zich graag tweezijdig : als rustbrenger in toeristisch opzicht, als stroomversneller in de economische context onder de stilaan bekende slogan une ardeur d’avance. Onder impuls van Idelux, en met ruggensteun van het Waals Gewest, zijn tientallen zones industrielles uit de grond gestampt, die trouwens aardige bezettingscijfers halen. Europese fondsen zorgen voor het toetje op de taart.
Volgens financieel directeur René Vanden Avenne werden gecumuleerd, en onder de hoede van het Waals Gewest, iets minder dan 20 % subsidies toegekend aan het Vielsalm-project. Spanolux heeft in ieder geval een uitstekende indruk van het investeringsklimaat in het zuidoosten van het land. “Hier veren ze nog recht uit hun stoel om u van dienst te zijn,” zegt René Vanden Avenne. “In Vlaanderen ligt dat wel even anders.”
Vielsalm is een speerpunt
van de Luxemburgse economische politiek. Een rustig toeristisch centrum kreeg aan de buitenrand, kilometers verderop (Burtonville), een nieuwe industriezone waar Spanolux nu quasi het leeuwendeel van de beschikbare grond voor zijn rekening heeft genomen. Het buurtcomité GRAP zorgde wel met een procedure voor de Raad van State voor ongeveer een half jaar vertraging op de werken. GRAP vreesde dat Spanolux zou zorgen voor serieuze hinder, onder meer door het op en af rijden van tientallen vrachtwagens per dag. Het eiste het weigeren van een bouw- en exploitatievergunning. De klacht tegen de bouwvergunning werd inmiddels door de Raad van State verworpen, wat de tweede klacht (die nog moet behandeld worden) zinloos maakt. Zegt Bernard Vanden Avenne : “Op dit vlak verschilt Wallonië blijkbaar weinig van Vlaanderen : het volstaat dat, met alle respect, twee buren hun stem laten horen, en een economische activiteit waar miljarden mee gemoeid zijn, wordt onder druk geplaatst.”
KAREL CAMBIEN
ANDRE EN STEFAAN VANDEN AVENNE, JAN IDE, BERNARD EN RENE VANDEN AVENNE (SPANO) Nieuwe fabriek in Vielsalm is verwezenlijking van een oude droom.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier