Een draak in het landschap
De Chemin des Dames steekt uit boven het glooiende landschap van de Aisne. Caesar, Clovis en Napoleon overwonnen er hun vijanden. “Het Franse leger leed er een dramatische nederlaag in 1917, vandaar dat hij in de vergetelheid raakte. Ten onrechte.”
In de driehoek tussen de historische steden Soissons, Laon en Reims ligt de Chemin des Dames. De dochters van de Franse koning Lodewijk XV gebruikten de weg om hun gouvernante te bezoeken. Om de tocht comfortabeler te maken, werd hij in 1780 van een steenlaag voorzien en naar deze dames de France genoemd.
“Het plateau vormt een natuurlijke barrière”, vertelt Cyrille Delahaye, gids van de Caverne du Dragon, een oude steengroeve waarvan de Duitsers in de Eerste Wereldoorlog een ondergrondse kazerne maakten. “Door zijn strategische ligging was het altijd al begeerd bij veldheren. Julius Caesar versloeg er de Oude Belgen, Clovis overwon er de laatste Romeinse heerser en Napoleon behaalde in Craonne zijn laatste zege voor zijn ondergang in Waterloo.”
“Zoals je weet, zijn de Fransen gek op Napoleon. In 1914 werd hier nog gefeest om de centenaire van zijn overwinning te vieren. Enkele maanden later was de pret voorbij. Een standbeeld van Napoleon op de sokkel van een molen die in de Grote Oorlog werd vernietigd, herinnert nog aan de keizerlijke zege. Dat hier in 1917 honderdduizenden Fransen en koloniale troepen als kanonnenvlees werden geofferd, bleef onderbelicht.”
U-boot in de heuvels
“De Duitse troepen bezetten de heuvelrug in 1914. Tot april 1917 was het front vrij stabiel. Daarvan profiteerden de Duitsers om zich in te graven. Ze gebruikten daarvoor de kilometerslange gewelven waar eeuwen kalksteen was opgegraven. Ze noemden hun kazerne de Drachenhöhle. De Franse generaal Robert Nivelle koos deze plek om een grootscheeps offensief te lanceren. Hij had geen kans op slagen. Van op de heuvel konden de Duitsers de aanstormende Franse soldaten letterlijk wegmaaien.”
“De Drakengrot kan je het beste vergelijken met een U-boot. De Fransen verstonden niet dat de Duitsers zonder grote bewegingen zo mobiel waren. In korte tijd konden ze mankracht en wapens verplaatsen, buiten het zicht van vliegtuigen om. Ze waren perfect gecamoufleerd in een ondergronds dorp. Je ziet er nog altijd bordjes met Ausgang, de telefoonleidingen en andere relicten. Steeds vaker zijn er archeologen aan het werk. Dat is een nieuwe manier om onderzoek te doen naar de Grote Oorlog die komt overgewaaid uit Vlaanderen.” Een ingetogen monument met rode lichtjes herdenkt de slachtoffers.
Na enkele weken had generaal Nivelle het dorp Craonne in handen en een stuk van het hoger gelegen Plateau de Californie — nu een boswandeling van amper tien minuten — maar dat terrein moesten de Fransen al snel weer prijsgeven. “Craonne is later heropgebouwd, iets verderop. Het oude dorp werd een zone rouge wegens acuut ontploffingsgevaar.” Tussen de bomkraters liggen de funderingen van de huizen. Er staan ook plakkaten met foto’s van voor de oorlog. Een overwoekerd kerkhof is een stille getuige van voor 1914.
“Veel mensen uit de streek zijn gevlucht en nooit meer teruggekomen. De bodem was zodanig verontreinigd dat velen geloofden dat er nooit meer iets zou groeien. In de jaren twintig was het hier de Far West. Ook heel wat ondernemende Belgische boeren kochten hier grond tegen spotprijzen. Het dorp leeft ook voort in een soldatenlied over de massale muiterij als reactie op Nevilles offensief.”
Op het plateau groeien sparren die overleven op een haast kale grond. Standbeelden, kapellen en begraafplaatsen herinneren aan 14-18. Achter de vroegere frontlinie bevindt zich de ruïne van de dertiende-eeuwse cisterciënzerabdij van Vauclair. “Ze was al verlaten sinds de Franse Revolutie, maar in de oorlog werd ook de kerk verwoest.” Nu is ze een romantische plek in het bos.
Filantropische bankiersdochter
Soissons was in de vijfde eeuw de hoofdstad van het Frankische Rijk. Hoewel de stad in de Eerste Wereldoorlog grotendeels in puin lag, zijn belangrijke middeleeuwse gebouwen heropgebouwd, onder meer de kathedraal, waar een Rubens hangt. In de omgeving vind je mooie kalkstenen dorpjes als Longpont of Septmonts waar de tijd stil lijkt te staan. Op elk dak vind je pas de moineaux, zijgevels in trapvorm — geen mens weet waarom.
“Het landschap oogt heel vredig, hoewel je hier overal sporen van de Grote Oorlog vindt”, vertelt gids Marie-Josée Teyssier. “De Chemin des Dames is maar één element in de verdediging van de Aisne, de rivier die zijn naam aan ons departement gaf. Het kasteel van Blérancourt huisvest het museum van de Frans-Amerikaanse samenwerking. Hier woonde de Amerikaanse filantroop Anne Morgan — van de gelijknamige bank. Zij hielp vele wezen en weduwen, niet zozeer met geld, maar met bijvoorbeeld sportactiviteiten of bibliotheken.”
Het monument voor de tot Fransman genaturaliseerde Nederlander Joost van Vollenhoven spreekt tot de verbeelding. “Als gouverneur van Frans West-Afrika protesteerde hij tegen de gedwongen rekrutering van Afrikanen.” Een ander bijzonder indrukwekkend monument is Les Fantômes van Paul Landowski, de Franse beeldhouwer die ook de Christus van Rio maakte. Het staat op de heuvel waar de beslissende Tweede Slag om de Marne zich in 1918 afspeelde. Aan de voet staat la France met een schild. “Vier niveaus hoger — de oorlogsjaren — staan Les Fantômes, acht meter hoge beelden van zeven soldaten van verschillende eenheden die een naakte jongeling omgeven.”
FREDERIC EELBODE IN FRANKRIJK
“In de jaren twintig was het hier de Far West. Ook heel wat ondernemende Belgische boeren kochten hier grond tegen spotprijzen”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier