Een bruggenhoofd voor innovatie
streamer
In de politiek gaan, ambieert hij niet. Een rol als rector van de KU Leuven ziet hij niet zitten. Nochtans zijn er weinig mensen die de jongste jaren in de Leuvense regio en binnen zijn universiteit meer impact hadden dan Koenraad Debackere (45). De Oost-Vlaming is momenteel algemeen bestuurder van de KU Leuven, zet de lijnen uit bij Leuven Research & Development (LRD) en is voorzitter van het investeringsfonds Gemma Frisius.
Nochtans begon zijn relatie met de Leuvense universiteit pas in 1995. Opleidingsgewijs liggen de wortels van de burgerlijk ingenieur aan de Gentse universiteit, de Vlerick Leuven Gent Managementschool en het MIT in Cambridge-Boston. Voor zijn doctoraat over innovatiemanagement trok Debackere immers twee jaar naar het prototype van de Amerikaanse innovatiecampussen. Daarna volgden opdrachten als onderzoeker voor het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) en gaf hij colleges aan de Erasmusuniversiteit van Rotterdam en de KU Leuven. Ruim dertien jaar later is hij naar eigen zeggen nog steeds gepassioneerd door het object van zijn doctoraatsonderzoek: het structureren en managen van innovatie.
Sinds 1998 probeert hij die theoretische kennis succesvol in de praktijk om te zetten. Dat jaar werd hij directeur van Leuven Research & Development, de cel voor technologietransfer van de KU Leuven. Op dat moment telde de universiteit 22 spin-offs, minder dan tien jaar later zijn dat er al 68. “Dat is een grote verdienste van het beleid dat Debackere voerde,” zegt Martin Hinoul, business development manager voor de technologieregio Leuven. “In de bedrijfswereld was hij al lang Manager van het Jaar geweest.”
Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de hoogleraar vandaag van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) de driejaarlijkse prijs voor wetenschappelijk onderzoek krijgt. Het VBO wil wetenschappelijk onderzoek over de rol die ondernemingen vervullen op economisch, sociaal, juridisch of maatschappelijk vlak aanmoedigen. Het zette de prijs samen op met de Stichting Maurice van der Est en de Stichting Léon Bekaert.
Volgens Rudi Aernoudt, secretaris-generaal van het Vlaamse Departement voor Economie, Wetenschap en Innovatie, opereert Debackere in een niche waar weinig concurrentie is. “Vlaanderen heeft massaal goede onderzoeksinstellingen, maar daar komen onvoldoende concrete toepassingen uit. Debackere probeert die valorisatieparadox op te lossen,” zegt de voormalige kabinetschef van Vlaams minister voor Economie en Wetenschapsbeleid Fientje Moerman (VLD).
Het volstaat niet om de ‘input’ van middelen voortdurend te verhogen met het oog op innovatie. Debackere kijkt naar wat al die middelen opleveren, niet in termen van onderzoeksresultaten maar met nadruk op nieuwe producten, patenten, spin-offs… Die aanpak heeft hij ongetwijfeld gedistilleerd uit zijn jaren in Boston. Al zegt hij daar zelf over: “Het managen van onderzoeksactiviteiten is mijn passie. Technologietransfer is er daar een van. Wat er gebeurt aan het MIT, was voor mij meer een eyeopener dan een te kopiëren succesformule. Je moet het recept aanpassen aan de lokale praktijken. Maar ik heb in Boston wel geleerd om in een competitieve onderzoekssfeer steeds weer te vragen naar de toepassingen en de resultaten van onderzoek.”
Kwantitatief is Debackere zeker geslaagd in zijn missie. Het aantal patenten dat de Leuvense universiteit jaarlijks aanvraagt, is toegenomen tot zeventig à tachtig. Het aantal spin-offs in de regio is opgelopen tot 68 en de universiteit haalt ongeveer 75 miljoen euro inkomsten uit contractonderzoek, terwijl de licentie-inkomsten van de patentenportefeuille schommelen rond 20 miljoen euro. Er is dus wel degelijk return on investment mogelijk in de academische wereld.
Toch brachten sommige spin-offs niet het succes wat ze aanvankelijk in petto leken te hebben. Om een voorbeeld te noemen: Pharma DM, opgericht in 1999, moest zijn ambities bijstellen. Volgens Debackere is dat voor een groot stuk te wijten aan het feit dat de markt van de bio-informatica niet zo boomde als eind jaren negentig werd voorspeld. “Maar dat hoort nu eenmaal bij risico nemen,” zegt hij. “Sommige bedrijven lossen meer hun beloften in dan andere.”
Debackere is een hyperbezet man. Tijd voor hobby’s heeft hij niet. De schaarse vrije uren besteedt hij volledig aan zijn vrouw en drie kinderen. Sinds vorig jaar is Debackere ook algemeen bestuurder van de KU Leuven. Het is de vraag hoeveel hooi een topman op zijn vork kan nemen. Als bestuurder van de universiteit heeft hij nog andere katjes te geselen dan het bevorderen van technologietransfers. Dreigt zijn liefde voor het innovatiemanagement niet op de achtergrond te komen? “Uiteraard heb ik een aantal activiteiten afgebouwd,” reageert Debackere. “Ik geef nog slechts twee colleges en heb alle executive trainings stopgezet. Bovendien nemen enkele mensen mij de last van het dagelijkse bestuur bij LRD uit handen. Paul Van Dun is er nu algemeen directeur en mijn rol als gedelegeerd bestuurder slorpt minder tijd op.”
Roeland Byl
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier