Een bommetje in energieland
De sluiting van de Duitse kerncentrales jaagt een schokgolf door energieland. Maar het is te vroeg om kernenergie definitief af te schrijven.
“Kernenergie is een bron van energie als een andere. We zijn dan ook niet verbaasd over de beslissing van de Saoedische regering om nucleaire energie op te nemen in haar energiemix.” Gérard Mestrallet, de gedelegeerd bestuurder van de energiereus GDF Suez, laste tijdens een persreis in het Midden-Oosten een moment in om aan een gezelschap van Franse en Belgische journalisten zijn boodschap te dicteren.
Want terwijl in Duitsland de regering van bondskanselier Angela Merkel besliste om alle zeventien kerncentrales in Duitsland tegen 2022 te sluiten, liet Saoedi-Arabië amper drie dagen later weten dat het tegen 2030 zestien nieuwe kernreactoren wil bouwen. Slechts enkele maanden na Fukushima is de aankondiging op zijn minst verrassend.
De Saoedi’s ramen de kosten op 70 miljard euro. Met de kerncentrales kunnen ze hun energienoden temperen. Van de tien miljoen vaten olie die ze nu elke dag oppompen, verbruiken ze er ongeveer twee miljoen. Volgens de voorspellingen zou dat tegen 2025 oplopen tot vier miljoen vaten, en die olie kan uiteraard niet meer worden geëxporteerd.
Wie de nieuwe reactoren mag bouwen, is nog onduidelijk. GDF Suez is kandidaat, al besliste de Franse president Nicolas Sarkozy recentelijk dat EDF het voortouw moet nemen voor de nucleaire ontwikkelingen, nadat een consortium van Areva, Total en GDF Suez naast een contract in Au Dhabi had gegrepen. EDF, een concurrent van GDF Suez, neemt daarom een belang van 10 procent in de kerncentralebouwer Areva.
De eerste twee reactoren van de Arabieren moeten binnen tien jaar operationeel zijn, ongeveer tegen de tijd dat de laatste Duitse centrale sluit. Al beschouwt niet iedereen dat als een voldongen feit. “Regeringsbeslissingen zijn zelden voor de eeuwigheid”, zegt Dirk Beeuwsaert, executive vice-president Energy Europe & International van GDF Suez. “Zweden heeft op een bepaald moment ook een kernuitstap aangekondigd, om daar vervolgens op terug te komen.”
Ook de Zweedse minister voor Energie, Andreas Carlgren, is niet overtuigd. “De kans is groot dat Duitsland dan elektriciteit van andere landen moet bijkopen. Die zal ofwel afkomstig zijn van kernenergie, ofwel de CO2-uitstoot verhogen.” Om dat laatste bezwaar te counteren, wil Merkel ook het aandeel van steen- en bruinkoolcentrales terugdringen, dat vorig jaar nog goed was voor 43 procent van de Duitse elektriciteitsconsumptie.
Lange termijn
Carlgren gaat ervan uit dat de Duitsers het aandeel van kernenergie in hun bevoorrading – vorig jaar goed voor 22 procent van het stroomverbruik – niet volledig kunnen invullen met hernieuwbare energiebronnen als wind, zon, waterkracht en biomassa. Het aandeel daarvan steeg tussen 2000 en 2010 van 6,4 naar 17 procent, een cijfer dat tegen 2030 sowieso al moest verdubbelen, maar nu zelfs moet verdrievoudigen. Zo opende Merkel een maand geleden Baltic 1 in de Oostzee, een windmolenpark met 21 turbines.
Toch heeft de Duitse bondskanselier de schijn tegen wanneer haar wordt verweten een kortetermijnbeslissing met langetermijngevolgen te hebben genomen. Amper zeven maanden geleden besliste ze de levensduur van de centrales met gemiddeld twaalf jaar te verlengen, terwijl de rood-groene regering-Schröder in 2000 nog had besloten te willen stoppen met nucleaire energie.
Het studiewerk van een commissie die na goed twee weken tot de conclusie kwam dat de kernexit mogelijk is, lijkt minder doorslaggevend in de beslissing dan de gebeurtenissen in Fukushima, de verkiezingswinst in regionale verkiezingen van de groene partij en peilingen die de Groenen op amper 3 procent van de CDU van Merkel zetten.
Andere waarnemers wijzen op chauvinistische reflexen: sinds Siemens zijn nucleaire poot heeft verkocht aan Areva, wordt kernenergie beschouwd als een buitenlandse technologie, in tegenstelling tot wind en zon, waar Duitse bedrijven tot de wereldtop behoren. Het weerhield de nutsbedrijven E.ON en RWE, die volgens een studie van de Landesbank Baden-Württemberg 22 miljard euro dreigen te verliezen, of een kwart van hun marktkapitalisatie, naar de rechtbank te stappen om een schadeclaim in te dienen.
Toch zijn er ook grote voordelen aan het plan. Want het plaatje is duidelijk: er moét fors in groene energie worden geïnvesteerd, en in nieuwe netten, en in slimme oplossingen. Energiespecialist André Jurres, topman van het hernieuwbare-energiebedrijf NPG Energy, vindt het in elk geval “een grootschalig experiment. Duitsland is een van de weinige landen die het innovatieve technische vermogen hebben om op zo’n schaal in zo’n korte tijd hun energiehuishouding fundamenteel te veranderen. De economische impact van deze beslissing kan enorm groot zijn. Door de noodzakelijke investeringen in nieuwe productie, maar ook en wellicht nog belangrijker, door de noodzaak tot innovatie.” Die innovatie kan de eigen industrie een concurrentieel voordeel opleveren, en zo leiden tot meer jobs.
Buitenland
Al neemt dat de zorgen in het buitenland nauwelijks weg. Des te meer omdat onze oosterburen de beslissing unilateraal hebben genomen, zonder het minste overleg met de buurlanden. Nochtans had Daniel Dobbeni, topman van de Belgische hoogspanningsnetbeheerder Elia, enkele weken geleden in Trends nog gezegd dat “de CO2-plannen juist tot samenwerking nopen. Hoe meer hernieuwbare energie, hoe meer je op bepaalde momenten als land afhankelijk zal zijn van anderen. Beslissingen nemen zonder rekening te houden met anderen, wordt zeer gevaarlijk”.
Elia verwacht dan ook negatieve gevolgen voor de Belgische markt. De Duitse beslissing gooit hoe dan ook de Europese energiehuishouding door elkaar. Toen de eerste zeven reactoren werden gesloten, gingen de prijzen op de elektriciteitsbeurs Endex met 8 tot 10 procent de hoogte in, blijkt uit gegevens van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG). Een voorbode voor de consument, want de investeringen in alternatieve energieën zullen de prijzen zeker niet doen dalen. Ook de gestegen prijs voor CO2-certificaten – die de nutsbedrijven moeten aankopen per ton CO2 dat ze uitstoten – zal in de tarieven worden verrekend.
Het grootste gevaar schuilt wellicht in de energiebevoorrading. Volker Wanduch, voorzitter van de Duitse vereniging van ingenieurs, verwacht niet dat onze oosterburen op een dag in het donker zitten, “al zal er wel in sneltempo moeten worden gewerkt aan de versterking van het stroomnet om de alternatieve, groene energie tot bij de gebruiker te brengen”. Dan nog valt een dagje donker niet uit te sluiten: het Europese hoogspanningsnet komt de komende jaren steeds meer onder druk. En, zo liet Elia al weten: “Het zal niet gemakkelijk zijn om altijd een stabiele stroomtoevoer te garanderen”.
Bovendien betekent de afbouw van kolencentrales en het uitsluiten van kernenergie dat Duitsland meer gebruik zal maken van vooral Russisch gas. Wanneer de internationale energieprijzen opnieuw de hoogte ingaan, dreigt de beslissing te wegen op de concurrentiekracht. En hoewel Duitsland in Europa over de sterkste schouders beschikt, is het niet onmogelijk dat een tweede herroeping van de kernuitstap dan tot de mogelijkheden behoort.
In de tussentijd heeft vooral Frankrijk, maar ook Nederland, weinig zin om het voorbeeld van onze oosterburen te volgen. Integendeel, want hun goedkope kernenergie zal wellicht alleen maar concurrentiëler worden. De Belgische politieke wereld verkiest de stresstests af te wachten vooraleer te beslissen over het lot van ‘s lands kerncentrales. Maar zelfs zonder de sluiting van de oudste drie centrales, moet België zijn verouderde productiepark hernieuwen. En daar hangt ook een prijskaartje van enkele miljarden euro’s aan vast .
LUC HUYSMANS
“De economische impact van deze beslissing kan enorm groot zijn” André Jurres, NPG Energy
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier