Een beurscorrectie die iedereen koude rillingen bezorgt
De globalisering heeft het inflatievirus gemuteerd. Weten de centrale bankiers daarom nog wel of hun preventieve inentingen (renteverhogingen) krachtig genoeg zijn om een wereldwijde pandemie te voorkomen? De Europese dokter Trichet is op 8 juni aan zet.
Er is weer groot inflatiealarm afgekondigd. Deze keer laten de hoge olie- en grondstoffenprijzen én een wereldeconomie in topvorm de sirenes loeien. De beurzen hebben het vorige week ervaren. De vrees voor nog meer inflatie en dus een verdere renteverhoging van de centrale banken deed vorige week bloed vloeien op de financiële markten. Het heeft nog vrij lang geduurd vooraleer het strakkere geldbeleid van de centrale banken zich liet voelen op de beurzen en wisselmarkten. Uitstel was echter geen afstel en vorige week was het drummen aan de uitgang van vooral de risicovolle activa en illiquide markten.
Beleggingsadviseur en econoom Boris Cukon relativeert dan ook de inflatieangst: “De inflatievrees wordt erbij gesleurd om de beurscorrectie een naam te geven. De inflatie is niet noemenswaardig hoger dan zes maanden geleden. Het gaat om een correctie die begon in IJsland en die via Turkije andere ontluikende economieën en de grondstoffenmarkten als een lopend vuurtje de westerse beurzen bereikt heeft.”
Gezonde waarderingen (koerswinstverhoudingen van 12 tot 14 liggen in lijn met hun historische gemiddelde) en aanhoudend sterke bedrijfsresultaten zouden daarom snel een bodem moeten leggen onder de correctie. “Maar het is wel een correctie die iedereen koude rillingen bezorgt. Hét gevaar dat op de loer ligt, is dat paniek de voornaamste raadgever wordt. We moeten vooral angst voor de angst zelf hebben,” meent Boris Cukon.
De inflatieoprisping wijst er immers op dat de wereldeconomie op zijn adem getrapt heeft en gas moet terugnemen (zie grafiek). Een tragere groei dient zich dus aan, en dat net op het moment dat centrale banken en overheden op zoek zijn naar een evenwichtigere wereldgroei (lees: de wereldeconomie moet minder afhankelijk worden van het onhoudbaar hoge Amerikaanse handelstekort). Die evenwichtsoefening is zo al moeilijk genoeg en moet nu gebeuren in minder optimale omstandigheden. Dat maakt de markten heel nerveus. Bruuske koersschommelingen lijken daarom helemaal terug van een tijdje weggeweest.
Alweer vals alarm?
Maar is het echt alweer vals inflatiealarm, zoals dat de voorbije jaren steeds het geval was? Overschatten de centrale bankiers het inflatievirus nog maar eens, zoals ze dat nu al jaren doen? Sinds de jaren negentig is de inflatie nooit lager en stabieler geweest, in heel de wereld, met dank trouwens aan dezelfde centrale bankiers. Ze waken onafhankelijk en geloofwaardig over prijsstabiliteit, en dat smoort de inflatie(verwachtingen) in de kiem.
Er is evenwel meer aan de hand: de globalisering van de economie heeft ook het inflatievirus gemuteerd. Dat blijkt tevens uit een nieuw onderzoek van de Bank voor Internationale Betalingen (BIB). Samengevat: de inflatie in de VS of in de eurozone is steeds minder van eigen makelij en steeds meer het gevolg van wat zich op het wereldtoneel afspeelt. Ook de Europese of Amerikaanse inflatie is dus steeds meer made in China.
Een economie botst minder snel op de eigen inflatoire flessenhalzen en kan via de stijgende internationale handel veel meer dan vroeger een beroep doen op goedkope productiecapaciteit elders. Die globale deflatoire krachten helpen sinds de jaren negentig de inflatie onder de knoet te houden, en dat verhaal is nog niet afgelopen. De wereldhandel kan nog verder toenemen. Het lijkt dus te vroeg om voor een echte uitbraak van de inflatie te vrezen. Een tragere wereldgroei zal de inflatiezorgen snel van de voorpagina’s halen.
De Bank voor Internationale Betalingen merkt op dat de centrale bankiers de ingevoerde deflatoire krachten de jongste jaren onderschat hebben. De vervelende vraag is dan: weten de Europese centrale bankier Jean-Claude Trichet & co. nog wel waarmee ze bezig zijn? De BIB waarschuwt dat hun beleid er dus mogelijk compleet naast zit. Als centrale banken bijvoorbeeld onderhuids borrelende inflatie niet detecteren, omdat ze werd weggemoffeld door de deflatoire krachten, dan heeft de Europese Centrale Bank (ECB) te lang op het monetaire gaspedaal geduwd.
Vastgoedzeepbel
De sterke geldgroei en de kredietcreatie in de eurozone zijn op dit moment een ideale voedingsbodem voor overmatige prijsstijgingen (zeepbellen) in een aantal vastgoedmarkten. En er is nog meer slecht nieuws: het vandaag verkeerd inschatten van de onderhuidse inflatiedruk kan op termijn leiden tot hardnekkige inflatie. En dan zijn centrale banken veroordeeld om voor lange tijd achter de feiten aan te hollen. Bovendien: als inflatie uitbreekt, moeten Trichet & co. harder aan de renterem trekken, precies omdat hun impact op de binnenlandse inflatie is afgenomen.
Voelt de voorzitter van de ECB die bui hangen? Het is alvast opvallend hoe Trichet de jongste maanden van het kamp van de inflatieduiven naar de -haviken is overgelopen. De geld- en kredietgroei zijn opvallende elementen in zijn discours, alsof hij een volleerd orthodox monetarist is. En de ECB-vergadering van 8 juni 2006 vindt uitgerekend in Madrid plaats, de hoofdstad van het land met de grootste vastgoedbubbel. Een stevige rentevoetverhoging zou er dus symbolisch zijn. Bovendien lijken de deflatoire krachten, die de inflatie nu al jaren in toom houden, tijdelijk buiten adem te zijn. De wereldwijde outputgap (het verschil tussen de eigenlijke wereldproductie en wat de wereld kan produceren zonder inflatie uit te lokken) is gedicht, dankzij een stevige groei zowat overal ter wereld. Er is niet veel reservecapaciteit meer en dat lokt mogelijk inflatoire spanningen uit. “Als dus de deflatoire krachten op dit moment worden overschat, dan is het monetaire beleid te expansief,” zegt ook het IMF in zijn jongste Outlook. Het IMF adviseert centrale bankiers waakzaam te zijn.
Dollar doet het voor Trichet
De Amerikaanse centrale bankier Ben Bernanke staat voor de grootste uitdaging, om niet te zeggen voor een mission impossible, om de inflatie te bestrijden zonder de stevige Amerikaanse groei te vermoorden. Maar ook zijn Europese confrater Trichet is waakzaam (zie ook Barometer, blz. 22). De ECB verhoogt op 8 juni de rente met 25 of mogelijk zelfs met 50 basispunten. Het ECB-beleid is nog altijd expansief te noemen, terwijl de Europese conjunctuur goed is, zonder daarin te overdrijven. De vertrouwensindicatoren zijn nog uitstekend, maar de sterkere euro begint pijn te doen.
De euro is sinds de vorige renteverhoging in maart 4 % sterker geworden. Dat sust de inflatie, want een sterkere euro maakt de invoer goedkoper, en remt de export en de groei af. “Een stijging van de euro met 4 % is dan ook het equivalent van een renteverhoging van 50 basispunten,” zegt Peter Vanden Houte, hoofdeconoom van ING België.
De wisselmarkt heeft dus al grotendeels het werk van Trichet opgeknapt. Daarom houdt de ECB het mogelijk bij een renteverhoging met 25 basispunten. Een te sterke renteverhoging zou de euro immers nog sterker maken tegenover de dollar – en dan draait vooral de Europese economie op voor de herschikking van de wereldwijde handelsstromen. En al is het misschien de beurt aan Europa om eens economische redder in nood te spelen, de Europese economie is daar spijtig genoeg (nog) niet toe in staat.
Cash schuift deze week de argumenten pro en contra een verdere beursdaling onder de loep (Cash, blz. 28).
Daan Killemaes
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier