Een Belgisch museum voor Ferrari
Die geschiedenis is te danken aan het werk van één enkele man: Jacques Swaters. In 1948 ontdekte Swaters een passie die sindsdien altijd is blijven branden: Ferrari. Hij heeft er al zijn tijd en energie in gestopt en heeft daar allerminst spijt van. “Vandaag, op mijn 78ste, zou ik meteen willen tekenen voor precies hetzelfde leven. Nog nooit ben ik ‘s morgens tegen mijn zin uit bed gestapt. Toen de zaken vierkant draaiden, bleef ik er vertrouwen in hebben: ik overtuigde mezelf ervan dat het alleen maar beter kon gaan.” En het moet gezegd: Jacques Swaters heeft al veel… waters doorzwommen. Zelf zegt hij altijd dat hij al vier levens achter de rug heeft in plaats van één.
De man die 3500 Ferrari’s verkocht
Tijdens zijn eerste leven was hij racepiloot. Racen is voor hem, na de Tweede Wereldoorlog, een manier om zijn levensdorst te lessen. In 1952 behaalt hij zijn grootste succes als piloot: hij wint de Grote Prijs van Berlijn. Aan boord van een Ferrari – hoe kan het anders -, een 500/F2.
Zijn tweede leven begint een paar jaar later, als hij zijn carrière als piloot vaarwel zegt om een renstal op te richten: Francorchamps. Hij leert Enzo Ferrari kennen tijdens de Grote Prijzen. Ze worden vrienden en op die manier smeedt hij een nauwe band met het merk uit Maranello.
Een unieke band die meteen de start is van zijn derde leven: dat van industrieel en Ferrari-vertegenwoordiger. In de jaren vijftig is hij één van de drie bevoorrechten in de wereld die de bolides buiten Italië mogen verhandelen.
Vandaag is Jacques Swaters de oudste nog levende Ferrari-importeur. Wat van hem tegelijk een pionier en een tempelbewaker maakt. In vijftig jaar carrière heeft hij 3500 modellen verkocht, ongeveer evenveel als er momenteel elk jaar van de band rollen. Toch steekt hij niet onder stoelen of banken dat de zaken niet altijd even goed draaiden. “Begin jaren zeventig waren de magere jaren. Ik heb toen verschillende keren aan de rand van het faillissement gestaan.”
Een offer voor Dean Martin
In die tijd dwong de economische crisis hem soms om offers te brengen om zijn garage te laten overleven. “Ik vergeet nooit het moment waarop Dean Martin binnenkwam in de toonzaal. Hij wou een 412P kopen uit mijn collectie. Ik ging akkoord, tot hij me vroeg om er airco in te installeren en de motor te vervangen door een Chevrolet-motor. Ik was ontzet en wou de verkoop afblazen, maar hij bleef maar aandringen tot ik uiteindelijk zwichtte. Hij telde er 20.000 dollar voor neer, in die tijd een echt fortuin. Op die manier kon ik de garage nog enkele maanden laten overleven.
Een grot van Ali Baba
Jacques Swaters leidde zijn laatste leven gelijktijdig met de drie andere. Sinds hij een passie ontwikkelde voor Ferrari, heeft hij als een heuse monnik een archief aangelegd met duizenden documenten. Als archivaris staat hij meteen voor een nieuwe uitdaging. “Enzo Ferrari lanceerde zich in de autoconstructie op een leeftijd waarop velen hun pensioen beginnen te berekenen. Ik wou absoluut in zijn voetspoor treden.”
“Enzo Ferrari was niet geïnteresseerd in het verleden: alleen de toekomst telde voor hem. Wat hij voordien had gepresteerd, was zijn zorg niet meer.” Vandaar dat het merk meteen ook zijn verleden is kwijtgeraakt. Zo vind je in Maranello niet veel meer, behalve technische handleidingen en plannen. Jacques Swaters vond dan ook dat hij een missie had: optreden als getuige voor de komende generaties. “Er is iets in de geschiedenis van Ferrari dat we nooit meer mogen vergeten: het voorbeeld van Enzo Ferrari. Hij was een echt model, een fantastische man op wie we ons allemaal moeten inspireren.”
“Met dit museum willen we ook de mensen de geschiedenis laten ontdekken van een buitengewone ondernemer die bijna al zijn projecten tot een goed einde wist te brengen,” voegt Florence Swaters, zijn dochter, eraan toe. In september 2005 wil Jacques Swaters zijn ‘Galleria’, gewijd aan Ferrari, openen. Ondertussen blijft het museum gesloten voor het grote publiek. “We willen de Francorchamps-garage in Zaventem omvormen tot een voor iedereen toegankelijk museum. Er komen wellicht twee toegangsniveaus: één voor het grote publiek en één voor de professionals, die ook onze computerbestanden zullen kunnen inkijken.” Het wordt een multifunctionele ruimte: “We willen er een restaurant en kinderspelen in onderbrengen, maar bedrijven ook de kans bieden om er seminaries te organiseren.” Een grote, rode vergaderzaal zal de naam ‘Enzo Ferrari’ dragen, een kleinere, gele zaal (geel als eerbetoon aan de kleur van de wagens uit zijn voormalige renstal) wordt de ‘Jacques Swaters’-zaal gedoopt.
Museum voor Moderne Kunst in New York
We hebben de collectie al even mogen bekijken en kunnen zonder aarzelen zeggen dat ze kolossaal en boeiend zal zijn. Ze vat de geschiedenis samen van een heel leven in het teken van Ferrari. Ze herbergt zowel meer anekdotische voorwerpen (speldjes, gommen, flessen wijn en taarten van Wittamer) als kostbare en unieke documenten met de signatuur van Enzo Ferrari. Onuitgegeven autoplannen, meer dan 3000 verkleinde modellen, maar ook duizenden brieven van de grote baas himself. Eén van de treffendste curiosa is de postzegelcollectie die Jacques Swaters over het merk verzamelde. In diverse grote ordners prijken postzegels uit een vijftigtal landen, waaronder verrassende exemplaren uit Afghanistan en Burkina Faso.
De wagens in reële grootte worden ongetwijfeld de publiekstrekkers. Jacques Swaters bezit een sublieme en unieke Ferrari 166 MM uit 1949 (de MM verwijst uiteraard naar de legendarische rally van de ‘Mille Miglia’). Een echt icoon voor verzamelaars… Hij draagt het chassisnummer 0064 en is dus de 32ste Ferrari die ooit werd gebouwd, want er bestonden geen oneven chassisnummers.
Jacques Swaters kocht het pronkstuk van Gianni Agnelli. Die had Enzo Ferrari gevraagd om een street-versie voor hem te bouwen, geïnspireerd op het model dat het ene succes na het andere oogstte tijdens rally’s. Gianni Agnelli stond toen nog niet aan het hoofd van Fiat: het was een playboy die met volle teugen van het leven genoot. Eén jaar na zijn aankoop verkocht hij de auto voor een spotprijs door aan Jacques Swaters. “Het is een symboolwagen, want zijn lijnen verschillen zo sterk van de andere modellen uit die tijd! De toenmalige constructeurs, waaronder Talbot, maakten robuuste modellen, precies zoals vóór de Tweede Wereldoorlog. De 166 MM luidt een bocht in in de automobielgeschiedenis: zijn lijn is zo volmaakt dat het de enige auto is die ooit is binnengeraakt in het Museum voor Moderne Kunst in New York.”
De enige Ferrari ter wereld met vier deuren
Een ander ongelofelijk model is een prototype dat nooit op de markt is gebracht: de Pinin. De naam is bedoeld als hommage aan de carrosseriebouwer van Ferrari, Battista Farina, bijgenaamd ‘Pinin’. De wagen dateert van de jaren zeventig, een periode waarin Enzo Ferrari 49 % van zijn bedrijfsaandelen verkocht aan de familie Agnelli. Op verzoek van die familie boog een directeur-generaal zich over een project om wagens met vier deuren te bouwen en zo te concurreren met Bentley en Mercedes. Dit nochtans zeer vernieuwende model – de portieren zijn zonder stijlen en er is ruimte voor telefoon en gps – is echter nooit ontwikkeld omdat het niet de geest van Ferrari uitstraalde. En zo mag Jacques Swaters zich de gelukkige eigenaar noemen van de enige Ferrari ter wereld met vier deuren…
Michel Verlinden
In het Ferrari-museum van Jacques Swaters zullen bedrijven ook terecht kunnen voor seminaries.
De 166 MM van Jacques Swaters is de enige auto die ooit is binnengeraakt in het Museum voor Moderne Kunst in New York.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier