Een bankier van fatsoen
In de Léo Erreralaan in Ukkel betaal je algauw 2 miljoen euro voor een optrekje. Bij de eerste bewoners waren de kunstminnende bankier David van Buuren en zijn vrouw Alice. Na hun dood werd hun art-decovilla een museum in handen van een privéstichting.
In de salon van de villa Van Buuren lijkt het alsof David en Alice zo de trap af kunnen lopen om in de zetel een boek te lezen. “Aan het interieur is niets veranderd sinds de dood van mevrouw Van Buuren in 1973”, vertelt museummedewerkster Muriel De Groef. “Alleen het behang in de salon is brandveilig gemaakt.” Je lijkt als bezoeker vooral te gast bij het echtpaar. Je kan snuisteren in hun spullen en genieten van hun weelderige kunstcollectie. Je moet er alleen een paar plastic overschoenen voor aantrekken.
David van Buuren (1886-1955) was een Nederlandse jood. Hij kreeg zowel een artistieke als een economische vorming en vestigde zich in 1909 in België. Zijn loopbaan bij de private bank Cassel & cie. (1839-1943) speelde zich af te midden van de grote maatschappelijke, politieke en economische ontwikkelingen van de eerste helft van de twintigste eeuw.
“In Antwerpen leerde David de Vlaamse Alice Piette (1890-1973) kennen”, vertelt De Groef. “Zij was een secretaresse en duidelijk van lagere afkomst. David behandelde haar als een soort Pygmalion, hij bracht haar de liefde voor kunst en cultuur bij. Hun uitvalsbasis was de villa in de stijl van de Amsterdamse school, die ze in 1928 betrokken in Ukkel.”
“Die art-decostijl is in Brussel en de rest van België minder bekend”, zegt De Groef. “Hij staat volledig in de schaduw van de art nouveau, die hier enkele decennia eerder floreerde. Typisch zijn laddervensters, steile daken en de rode bakstenen die van binnenuit op elkaar werden gemetseld, waardoor de voegen aan de buitenkant hol lijken. De ogenschijnlijke eenvoud van de muren weerspiegelt de bescheiden persoonlijkheid van de bewoners.”
Pièces uniques
“De Van Buurens waren erg gefortuneerd, maar ze leidden geen exuberant leven. Ze waren spaarzaam, niet gierig – ik zou het eerder echte Hollandse zuinigheid noemen. Zo bestond de enige badkamer van het huis uit een dubbele wastafel en een ligbad, ze was bescheidener dan een gemiddelde dokterswoning uit die tijd.”
Toch waren de Van Buurens ook mondain. “Mevrouw Van Buuren was bevriend met koningin Elisabeth en prins Boudewijn kwam hier dineren. De Van Buurens organiseerden ook concerten. In de muziekkamer staat een originele art-decovleugelpiano. Hij behoorde ooit toe aan Erik Satie en is uitgevoerd in palissanderhout, in dezelfde stijl als de lambriseringen, de wanden, de tafel en de gueridon.”
Aan beide kanten van de muzieksalon zijn er nog twee salons. “Het volledige interieur bestaat uit pièces uniques. David van Buuren stelde het interieur zelf samen nadat hij in 1925 naar de ‘Exposition internationale des arts décoratifs’ in Parijs was geweest. Die expo was het begin van de art deco. De meeste meubels zijn overigens Frans; de toonaangevende decoratieve kunstenaars woonden toen in Parijs. David en Alice ontmoetten hen en het merendeel van de meubels werd ontworpen op basis van hun eigen schetsen.”
“Er is oog voor elk detail. De gordijnen, de tapijten in felle kleuren en zelfs een geborduurde doek voor op de piano zijn speciaal voor het huis ontworpen. Het echtpaar was niet gezegend met kinderen, maar dat is een zegen voor het grote publiek. Alles bleef intact.”
Huiselijke sfeer
In de cosy corner beschikte mevrouw Van Buuren over een comfortabele chaise longue. Erboven hangt Bruegels ‘Val van Icarus’. “Tenminste, dat dacht meneer Van Buuren toen hij het schilderij aan het einde van zijn leven kocht. Recent onderzoek wijst uit dat het om een zeer kundige kopie uit de omgeving van Pieter Bruegel de Oude gaat.”
De architectuur en het interieur van de villa zijn één zaak, de kunstcollectie is op zijn minst even indrukwekkend. De schilderijencollectie omvat werken uit alle periodes van de West-Europese kunstgeschiedenis, maar vooral de collectie moderne werken is indrukwekkend met Kees van Dongen, Vincent van Gogh, Rik Wouters, Gustaaf De Smet, James Ensor en Constant Permeke. Gustave Van de Woestyne neemt een heel bijzondere plaats in. David van Buuren was de grote mecenas en vriend van de Latemse schilder.
“Het museum bezit de grootste Van de Woestyne-collectie: 32 werken”, zegt De Groef. “Aan de muur van de eetkamer hangen zes stillevens die de kunstenaar speciaal voor deze ruimte schilderde.” Aan tafel schoven onder meer Jacques Prévert, René Magritte, Coco Chanel, Ben Gourion en vele anderen van de toenmalige intelligentsia aan. “David van Buuren had een mooie wijnkelder, in die tijd vooral gevuld met bourgognes”, vertelt De Groef.
“De oorlog in 1940 was een breuk. De joodse bankier en zijn vrouw betrokken vijf jaar een suite in het Plaza Hotel in New York. In de VS verzamelde hij aanzienlijke geldsommen ten voordele van de joodse slachtoffers in Europa. In 1945 vonden de Van Buuren hun huis, dat de nazi’s hadden betrokken, ongeschonden terug. Hun kunstwerken hadden ze vóór de oorlog in veiligheid gebracht.”
Een van de mooiste stukken in het huis is de monumentale luchter in de inkomhal. “Een stuk van 800 kilo in glaspasta en brons, gedecoreerd met bloemen en geometrische elementen. Om hem op te kunnen hangen waren speciale balken nodig en moest een geplande verdieping sneuvelen. Op de bovenverdieping beschikte Van Buuren ook over een bureau en een eigen atelier waar hij aan de slag ging als zondagskunstenaar.”
www.museumvanbuuren.com
FREDERIC EELBODE
“De intieme, huiselijke sfeer is een van de grootste troeven van ons museum” Muriel De Groef
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier