Een ambacht voor de 21ste eeuw
De hype rond de Antwerpse Mode-Academie was nodig om internationaal erkenning te krijgen. De nieuwe uitdaging bestaat erin dat creatief talent te continueren. En hier staan we zwak. Al hebben gevoel voor mode en bijbehorende ambachten verre wortels in onze contreien.
Isabella, de echtgenote van de Franse koning Filips de Goede, verbaasde zich erover dat vrouwen in de Vlaamse steden rijkelijker gekleed gingen dan zijzelf. En in het Museum voor Schone Kunsten van Antwerpen loopt momenteel een mooie tentoonstelling over kinderen in de portretkunst uit de 15de en 16de eeuw. Hun prachtige kostuums getuigen van de aandacht voor de kwaliteit van rijkelijke stoffen en gevoel voor goede smaak bij de opkomende burgerij in de Lage Landen.
Als Bourgondiërs zijn Vlamingen ook vandaag modebewust. Ze staan open voor nieuwigheden en zijn veeleisend. Volgens ontwerpers nog iets te conformistisch, maar dat kan veranderen: we hebben daarvoor in Antwerpen toptalent in huis (zie blz. 46).
Internationale afnemers van avant-garde in de modewereld zoeken inspiratie in de Scheldestad, die meer innoverend is dan Parijs en Milaan. In de komende maanden wordt dat creatief potentieel van Antwerpen door Walter Van Beirendonck uitgebreid uit de doeken gedaan. De magie werkt. Maar de zuigkracht van Antwerpen werkt vooral in het buitenland. Tot in Japan en Latijns-Amerika. Talent trekt talent aan: ook Duitsers, Joegoslaven en Turken leren hier het vak. De Antwerpse Mode-Academie prikkelt buitenlandse kleding- en modehuizen die graag Vlaamse ontwerpers in dienst nemen.
Voor de eigen confectie-industrie gold de Vlaamse spreuk: geen sant in eigen land. Kledingfabrikant Gysemans uit Rotselaar was de uitzondering. Hij mende van bij de opgang van het Antwerpse modegebeuren eind jaren ’80 de gouden paarden uit de stal van de Zes van Antwerpen. Vandaag klopt het Braziliaanse mode-icoon Icarius in Rotselaar aan om zijn Europese collecties een Vlaamse stempel mee te geven.
Maar mode is grillig. De verruking voor de Antwerpse modeschool waait vroeg of laat over. Het Flanders Fashion Institute en zijn tastbare vertaling in het ModeNatie-gebouw anticipeert op dat modeverschijnsel. FFI hoopt de Antwerpse creatieve pool te bestendigen door een huwelijk uit te lokken tussen Belgische Mode en Belgische industrie naar het voorbeeld van Italië. De Kledingfederatie onderkent het potentieel. Wanneer stapt ook de Textielfederatie mee in de ModeNatie?
Na de creatieve fase stoot de ontwerper in Vlaanderen op een gebrek aan infrastructuur om dat talent te dragen en te consolideren. Het naamkaartje van Vlaamse designers is nochtans een magneet om Belgische modehuizen met een sterk imago in de Benelux, maar wegzinkend in het buitenland, te laten doorbreken in de kleine, geliefde niche van duurdere, vernieuwende, maar draagbare kleding – een niche die complementair kan zijn aan uit de kleren gegroeide Italiaanse modehuizen. Denkt de overheid mee om die Vlaamse ambacht en vakmanschap van een gewisse dood te redden? De Mechelse meubelindustrie verdampte bij gebrek aan vernieuwing en sterk imago. Belgische Mode heeft toekomst, maar nog geen totaalimago en professionele uitstraling. Mode en industrie gaan samen.
Erik Bruyland
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier