ECONOMISCHE DIPLOMATIE

Een VS-ambassadeur huldigt in Berlijn een McDonald’s in. Foreign Affairs verkondigt : ” Britain needs diplomats who understand British interests primarily as British business interests.” Zelfs onze noorderburen herontdekken het begrip nationaal belang : “ambassades en consulaten staan primair het Nederlandse bedrijfsleven in den vreemde bij.”

Jan Grauls (49 j.) installeerde zich zopas in het nieuwe Egmont-gebouw van Buitenlandse Zaken met eenzelfde bekommernis : “Wie bilaterale diplomatie zegt, zegt in de eerste plaats economische diplomatie.” Tijdens de jongste “diplomatieke beweging” werd Grauls benoemd tot directeur-generaal van het directoraat-generaal voor de Bilaterale en Economische Betrekkingen één van de vijf directoraten in het hertekende organogram van BZ, onder de leiding van Jan De Bock, de nieuwe secretaris-generaal van het departement. In diplomatieke kringen worden zowel De Bock als Grauls bestempeld als “competent”, zodat vanuit het nieuwe BZ-huis positieve impulsen worden verwacht.

Jan Grauls vindt dat zijn functie fundamenteel verschilt van die van zijn voorganger, omdat de politieke en economische dimensie in de bilaterale contacten voortaan samenvloeien. “Dat moet de coherentie vergroten.” Voor een land dat op export drijft, ziet Grauls Zuidoost-Azië, Latijns-Amerika en Midden- en Oost-Europa als prioritaire regio’s.

Behalve naar een economische dimensie vertaalt Grauls het Belgische, nationale belang in een harmonieus samengaan van de federale belangen en die van de deelgebieden. “Het Belgische imago in het buitenland moeten we smeden in samenwerking met de gewesten en de gemeenschappen.” Economische belangen en federale loyauteit gaan voor hem hand in hand. BZ beschikt daartoe over een nieuw instrument : de zogenaamde rondetafels. Trimestrieel bespreken de betrokken overheden de ministeries van Economische Zaken, van Handel, Landbouw en de respectieve gewestelijke overheden samen met werkgevers en sectorfederaties het bilaterale beleid ten aanzien van een bepaald land. “Op die manier ontstaat een pooling van informatie en dat moet leiden tot een allesomvattend en coherent beeld van de behoeften van onze economie, via handel met het buitenland.”

In samenspraak met de gewesten moet deze nieuwe aanpak zich vertalen in een nieuwe, federale diplomatie op het terrein. Grauls vindt de negatieve beeldvorming over België in het buitenland te verregaand : “Wij dramatiseren ze zelf. Men apprecieert ons vanwege onze culturele openheid en diversiteit, de kwaliteit van onze producten en onze productiviteit, onze havens, onze wegeninfrastructuur, tegenwoordig zelfs vanwege onze telecommunicatie.”

Vader Jan Grauls senior was na de oorlog meer dan twintig jaar secretaris van de ministerraad en un grand commis de l’Etat. Jan Grauls junior studeerde rechten, stapte in 1973 in de diplomatie (Bonn, Tunis, Londen), werd de rechterhand van ambassadeur de Schoutheete bij de permanente vertegenwoordiging bij de EU en was drie jaar lang diplomatiek adviseur van premier Wilfried Martens (CVP). Grauls werd adjunct-kabinetschef van de koning bij het aantreden van Albert II en was tot vorige maand gedurende bijna vier jaar adviseur van Prins Filip.

JAN GRAULS (DIRECTEUR-GENERAAL BZ) Het federale systeem werkt. Ook naar buiten uit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content