Voedselbanken trekken aan alarmbel: ‘Eigenlijk zouden wij niet mogen bestaan’

JEF MOTTAR "Ook in Vlaanderen neemt de armoede toe, ook op het platteland." © BELGAIMAGE
Benny Debruyne
Benny Debruyne Redacteur van Trends

Vorig jaar klopten meer dan 200.000 mensen per maand aan bij de Belgische voedselbanken. Dat zijn er 25.000 meer dan in 2021 – onder wie modale tweeverdieners – en de grootste stijging ooit. Het baart gedelegeerd bestuurder Jef Mottar zorgen, temeer omdat er van de producenten minder voedsel binnenkomt. “Die evolutie is helaas onomkeerbaar.”

Een miljoen Belgen leven in armoede en voor nog eens twee miljoen landgenoten is het elke maand knokken om rond te komen. Dat maakt dat het water stilaan ruim een kwart van de Belgen tot aan of zelfs boven de lippen staat. Allemaal zijn het potentiële klanten voor de voedselbanken. “Het is een misvatting dat armoede een Brussels of Waals probleem is. Of een grootstedelijk probleem. Of een probleem van allochtonen, vluchtelingen en migranten”, zegt Jef Mottar, de gedelegeerd bestuurder van de Belgische Federatie van Voedselbanken. “In Brussel en Wallonië is het armoederisico het grootst, maar ook in Vlaanderen neemt de armoede toe, ook op het platteland. Alleen is de drempel om hulp te zoeken in een klein dorp veel hoger. Er heerst daar meer schaamte en sociale controle, terwijl je in de stad anoniemer woont en dus makkelijker naar het OCMW stapt en aanschuift voor gratis voedsel.”

“De opmars van the working poor is al langer bezig, maar daar zijn het voorbije jaar ook nog eens de torenhoge inflatie en de energiecrisis bij gekomen. Uit onze recentste enquête blijkt dat 40 procent van de lagere middenklasse elke maand snakt naar het volgende loonstrookje. Ik houd mijn hart vast voor 2023, wanneer de laatste vaste energiecontracten wegvallen en de eindafrekeningen in de bus vallen. Als zelfs de gezonde middenklasse het al moeilijk heeft, hoe kan een alleenstaande moeder het dan rooien als ze van een nettoloon van 1.800 euro 800 euro aan huur en 600 euro aan energie moet afstaan?”

“Dit jaar zagen we nog een ander fenomeen opduiken: modale tweeverdieners die niet meer rondkomen. Natuurlijk is daar een minderheid van mensen bij die hun budget niet verstandig beheren, maar het gaat toch om een structureel probleem. In de eerste helft van 2022 steeg het aantal begunstigden met 15 procent, in de tweede jaarhelft zal dat cijfer allicht nog hoger liggen.”

Sociale tewerkstelling

En dus draaien de voedselbanken op volle toeren. Op een grauwe decemberochtend bellen we aan bij een sober kantoorgebouw in Sint-Agatha-Berchem, aan de rand van de Brusselse Ring. Jef Mottar (71) werkt hier al zes jaar keihard sinds zijn pensioen – na een carrière bij Inza en Milcobel – en hij is ook vandaag al druk bezig op het hoofdkwartier. Op vrijwillige basis overigens, want de voedselbanken hebben welgeteld drie werknemers op de payroll. Mottar somt op: “Een coördinator op het hoofdkwartier hier, een depotverantwoordelijke in Charleroi en een chauffeur in Brussel. Voor de rest rekenen we op een netwerk van een kleine 400 vrijwilligers.”

Bovendien werken bij de Belgische Federatie van Voedselbanken ook 35 gesubsidieerde arbeidskrachten. “Het is een goede zaak dat sociale contracten mogelijk zijn. Daardoor kunnen de provinciale voedselbanken meer activiteiten ontplooien en frequenter open zijn. De tewerkgestelden doen bij ons zelfvertrouwen op en verwerven skills die van pas komen om op de reguliere arbeidsmarkt opnieuw hun weg te vinden. De strijd tegen voedselonzekerheid en voedselverspilling – de twee pijlers van de voedselbanken sinds de oprichting in de Verenigde Staten in 1967 – blijft onze missie, maar we leveren met sociale tewerkstelling op een bescheiden manier ook een bijdrage aan de samenleving.”

Lean management

“Toen ik als vrijwilliger begon, zochten de voedselbanken iemand voor voedselveiligheid en -kwaliteit. Maar toen ik negen maanden later werd aangezocht om gedelegeerd bestuurder te worden, kwam naast mijn expertise in levensmiddelen ook mijn bedrijfservaring goed van pas”, zegt Mottar. De exacte vierkante meters aan kantoorruimte, magazijnen of koel- en vriescellen overhandigt hij ons op eenvoudig verzoek op één A4’tje, netjes uitgesplitst per provincie. Idem voor het aantal bestelwagens, koelvrachtwagens en zelfs heftrucks met of zonder weegschaalfunctie. De stockagecapaciteit is tot op de laatste pallet geïnventariseerd en onderverdeeld naargelang het koeling, diepvries of gewone opslag betreft.

JEF MOTTAR
JEF MOTTAR “Lobbyen is voor ons de enige manier om niet langer met ongelijke middelen te kampen.”© BELGAIMAGE

Transparanter, slanker en kostenefficiënter kan een vzw haast niet werken. Los van de minimale loonkosten kan Mottar ons tot ver na de komma vertellen hoeveel geld er binnenkomt en buitengaat. Dat levert indrukwekkende cijfers op. Zo bedroegen de werkingskosten per kilogram uitgedeeld voedsel in 2021 exact 0,288 euro. Als je weet dat de geraamde handelswaarde per kilo gemiddeld 3,383 euro bedroeg, mag je gerust spreken van een sterk staaltje lean management. De kosten zijn haast verwaarloosbaar als je die afzet tegen de ruim 22.000 ton voedsel met een totale handelswaarde van goed 75 miljoen euro. “De rekensom is eenvoudig: alles wat we binnenkrijgen, gaat naar onze begunstigden – al noem ik hen liever ‘klanten’. Het is zaak onze kosten tot een minimum te reduceren.”

Met meer dan 1.000 kubieke meter koelruimte, meer dan 1.500 kubieke meter vriescellen en 15.000 vierkante meter kantoor- en opslagruimte rijzen de energiekosten ook voor de voedselbanken de pan uit. “Voor dit jaar voorzien we een stijging met ruim 400.000 euro. De werkingskosten lopen op van 3,6 naar 4 miljoen euro. Alleen al voor elektriciteit gaan we uit van een verdrievoudiging. We proberen ons tegen de stijgende kosten te wapenen, bijvoorbeeld door te investeren in zonnepanelen, maar elke extra euro gaat ten koste van onze klanten. En de diepvries- en koelcellen, waarin per unit tot wel 100 pallets kunnen worden opgeslagen, vreten 24 uur per dag energie. Daar is geen ontkomen aan.”

Too Good To Go

De energiecrisis is niet de enige donkere wolk boven de voedselbanken. De coronacrisis heeft de strategie van veel voedselproducenten ingrijpend veranderd. “Terwijl het voordien een ramp was niet in de winkelschappen te liggen met je producten, is het tegenwoordig zaak vooral niet te véél te produceren en met overschotten te blijven zitten. Daar hebben de energiekosten, de grondstoffenprijzen en de loonindexeringen natuurlijk alles mee te maken. Ik heb jarenlang een zuivelbedrijf geleid, ik snap die logica volkomen. Maar voor ons betekent het dat er via de producenten beduidend minder voedsel binnenkomt. En die evolutie is, helaas voor ons, onomkeerbaar. Sinds enkele jaren hebben we een bescheiden inkoopprogramma om de lacunes op te vullen, maar dat valt onmogelijk structureel vol te houden.” Naast de verminderde aanvoer is er nog een tweede fenomeen waarmee de voedselbanken in toenemende mate moeten concurreren. Dat zijn de bedrijven die surplussen opkopen en commercialiseren, zoals Too Good To Go. Sinds de oprichting in 2015 is de app van dat Deense techbedrijf wereldwijd aan een snelle expansie bezig. Daar zitten kleine spelers bij, maar ook mastodonten als Carrefour, Delhaize, Unilever en Starbucks. In België alleen al zijn zo’n 7.000 retailers en fabrikanten lid van het digitale platform.

“Het is dus zeker geen marginaal gegeven meer. En net zoals de nieuwe strategie van de voedselproducenten logisch en legitiem is, geldt dat ook voor de retailers en de producenten die gebruikmaken van Too Good To Go”, zegt Mottar. “Maar voor ons maakt het de zaken niet makkelijker. Wie de voedselbanken voorziet van gratis donaties, kan de btw recupereren. Maar als je je waar nog kunt verkopen aan Too Good To Go, al is het met een stevig verlies, kun je niet enkel de 6 procent btw recupereren maar ook de verliezen inbrengen in de vennootschapsbelasting. Dan is de keuze snel gemaakt.”

Fiscale incentives

Waarmee het verhaal van de voedselbanken onvermijdelijk een politieke dimensie krijgt. “Lobbyen is voor ons de enige manier om niet langer met ongelijke middelen te kampen. Wij pleiten voor fiscale incentives om donaties te stimuleren. Ooit was de btw-aftrek een nuttig instrument om de bevoorrading van de voedselbanken te garanderen, maar de verhouding is helemaal scheefgetrokken. Eigenlijk worden donaties fiscaal gediscrimineerd. Dat zal de komende jaren pijnlijk voelbaar worden”, stelt Mottar.

Want er is nog een derde donderwolk die zich samenpakt. Vanaf 2024 voorzien de Belgische overheden als onderdeel van de nieuwe Europese budgetten voor de aankoop van voedsel een bedrag dat 35 procent lager ligt dan de voorbije jaren, en dat terwijl de aankoop van basisvoedsel intussen ongeveer een kwart duurder is geworden en de vraag naar hulp met nagenoeg 30 procent is toegenomen in vergelijking met vóór de coronapandemie. De weerslag dreigt gigantisch te worden. Van de 22.000 ton voedsel die wij verdelen, is maar liefst 7.500 ton aangekocht met Europees geld. Daarom trekken we zo hard aan de alarmbel. Wat we niet binnenkrijgen, zullen we ook niet kunnen uitdelen. Terwijl de nood nog nooit zo hoog geweest is.”

1 miljoen

Belgen leven in armoede.

4 miljoen

euro per jaar bedragen de werkingskosten van de Belgische Federatie van Voedselbanken.

Belgische Federatie van Voedselbanken in het kort

? Actief als vzw sinds 1985

? Groepeert 9 provinciale voedselbanken en ruim 650 caritatieve verenigingen

? Verdeelt ruim 22.000 ton gratis voedsel en hygiëne-producten per jaar

? Telt 350 à 400 vrijwilligers, naast de duizenden vrijwilligers van aangesloten verenigingen

? Drie vaste werknemers

? Hielp meer dan 200.000 begunstigden per maand in 2022

? Eén op de drie begunstigden is jonger dan 24 jaar

? Eén op de drie begunstigden is een alleenstaande ouder

? Om hulp van de voedselbank te krijgen is een OCMW- of CAW-attest noodzakelijk

‘Ik houd niet van liefdadigheid’

“Zoals veel andere vrijwilligers sta ook ik enkele weekends per jaar bij de ingang van een supermarkt”, vertelt Jef Mottar. “We spreken bezoekers van de supermarkt persoonlijk aan om een of meer maaltijden te doneren. Uit onze cijfers blijkt dat we 40 keer meer ophalen als we mensen aanspreken dan wanneer we gewoon onze flyers aan de ingang of bij de kassa leggen. Honger raakt mensen als ze er fysiek mee geconfronteerd worden.”

“Soms reageren winkelende klanten geërgerd. Er zitten toch veel profiteurs bij, hoor je dan. En ja, misbruiken zijn nooit uit te sluiten. Maar die blijven beperkt en zijn geen reden om de meerderheid van de echte behoeftigen niet te helpen. Niemand lijdt voor zijn plezier honger en je mag niet onderschatten hoe hoog de drempel is om toe te geven dat je een beroep moet doen op voedselhulp.”

“Ik betaal al genoeg belastingen en sociale bijdragen, zeggen mensen ook weleens. Het klopt dat de Belgische belastingdruk hoog is en eigenlijk zou de overheid van een welvarend land het armoedeprobleem structureel moeten oplossen. Maar als dat niet geval is, is dat dan een excuus om mensen in nood niet helpen? Toen ik zes jaar geleden aantrad als gedelegeerd bestuurder, drukte ik de hoop uit dat de voedselbanken overbodig zouden worden. Ik meen dat ook: eigenlijk zouden wij niet mogen bestaan. Ik houd ook niet van het woord ‘liefdadigheid’. Daar kleeft een neerbuigende connotatie aan. Maar mochten de voedselbanken er vandaag mee stoppen, dan staat de overheid niet klaar. Dat is de realiteit.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content