Jochen Vincke (PwC): ‘We moeten zelfvoorzienender worden, en dat kan niet alleen met diensten’


De Europese duurzaamheidsrapportering is niet echt vereenvoudigd, er vallen alleen minder bedrijven onder, zegt Jochen Vincke, duurzaamheidsexpert van PwC. “Er is nog altijd een duidelijke businesscase voor duurzaamheid te maken.”
Jochen Vincke, partner Sustainability and Management Consulting bij het consultancy-, audit- en taxbedrijf PwC, wordt binnenkort voor het eerst vader. Kijkt hij daardoor anders naar duurzaamheid? “Nee, niet echt. Ik kan me misschien nog iets meer opjagen over hoe de nuance volledig ontbreekt. Ik heb daar altijd problemen mee gehad, maar nu loopt de situatie wereldwijd uit de hand. Ik kan er niet bij dat we in zo’n wereld leven.”
De Europese Unie heeft onlangs met het Omnibuspakket de regels veranderd over hoe bedrijven moeten rapporteren over duurzaamheid en hun waardeketen. In de oorspronkelijke plannen zouden 50.000 Europese ondernemingen moeten voldoen aan de duurzaamheidsrapportering of Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), nu zijn er dat nog slechts 10.000. Enkel voor grote bedrijven met meer dan duizend werknemers en een omzet van meer dan 50 miljoen euro of een balanstotaal van 25 miljoen euro blijft de verplichting gelden. Hun rapportering wordt meer gestroomlijnd, door er dubbel werk uit te halen en ervoor te zorgen dat er minder data nodig zijn. De rapporteringsverplichting wordt uitgesteld tot 2028 voor bedrijven die in 2026 moesten rapporteren, om hen wat meer ademruimte te geven. Kmo’s kunnen vrijwillig rapporteren over hun duurzaamheid.
‘Veel minder bedrijven moeten verplicht rapporteren, maar voor de ondernemingen die dat wel moeten doen, blijft de bureaucratie even groot’
De Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) lijkt inhoudelijk ingrijpender veranderd. Die zorgplichtwetgeving is belangrijk om misstanden uit de productieketens te weren, bijvoorbeeld om te vermijden dat kleren die consumenten in België kopen in Azië via een onderaannemer door kinderarbeid worden gemaakt. Het bereik van de CSDDD-wet wordt verengd, zodat enkel de grootste 6.000 EU-bedrijven en 900 niet-EU-bedrijven met belangrijke activiteiten in de Europese Unie onder de verplichting vallen. Bij de grote bedrijven wordt de due diligence beperkt tot de ondernemingen waarmee een bedrijf direct handeldrijft. Er wordt standaard niet dieper in de keten gekeken. Ook hier krijgen bedrijven tot 2028 om zich aan te passen.
Jochen Vincke, bio-ingenieur milieutechnologie en pleitbezorger van een groene maakindustrie, neemt bij PwC de leiding over duurzaamheid. Hij is dus goed geplaatst om de impact van die veranderingen in te schatten.
Wat vindt u van die wijzigingen?
JOCHEN VINCKE. “Het is een beetje dubbel. We zijn tevreden dat er wordt geprobeerd de administratieve last van bedrijven tot een minimum te beperken. Het enige probleem is de timing. De regels worden veranderd, terwijl heel wat bedrijven al aan het rapporteren waren. Die hebben hun huiswerk wel gemaakt en worden nu eigenlijk gestraft. De slechtste leerlingen van de klas worden een beetje beloond. Daar komt bij dat niet helemaal duidelijk is waarover moet worden gerapporteerd. Iedereen zit een beetje naar elkaar te kijken.”
Bedrijven kunnen wel vrijwillig rapporteren. Zullen ze dat volgens u doen?
VINCKE. “Bedrijven die dicht bij hun consumenten staan en eerstelijnsleveranciers van bedrijven die verplicht moeten rapporteren, zullen dat volgens mij doen. En heel veel ondernemingen wíllen rapporteren over hun duurzaamheid. Het grote verschil is dat Europa eigenlijk had gekozen voor een regelgeving waarbij het alle bedrijven vooruitstuwt. Nu laat het dat weer los door het aantal bedrijven dat onder de verplichting valt, sterk te beperken. We hebben wel tijd gekocht om te kijken naar de inhoud van de rapportering.”
Heel wat mensen zijn tevreden dat de regelgeving versoepeld is. Er komen veel problemen op de bedrijven af, en ze vinden dat de Europese Unie niet voorop moet willen lopen op de rest van de wereld. Wat vindt u?
VINCKE. “Ik vind dat een goed argument, mocht het waar zijn. De waarheid is dat de regelgeving in wezen niet is veranderd, we hebben gewoon heel veel bedrijven uit de scope van de regelgeving gehaald. Veel minder bedrijven moeten verplicht rapporteren, maar voor de ondernemingen die dat wel moeten doen, blijft de bureaucratie even groot. Het ging een beetje verloren in de discussie dat de regels over due diligence ingrijpender zijn veranderd dan die over de duurzaamheidsrapportering. Bedrijven zullen niet langer hun hele waardeketen moeten afdekken.”
‘Wanneer het gaat over circulaire productie, denken bedrijven veel te snel dat ze in één keer hun hele productie circulair moeten maken’
Hoe had de Europese Unie het beter kunnen aanpakken?
VINCKE. “Het duurde lang vooraleer er werd bijgestuurd. De regelgeving was te ver doorgedreven, met zoveel datapunten dat het bijna niet te bevatten was. Als je even verder teruggaat in de tijd, zie je dat veel Europese industrie is weggetrokken naar Oost-Europa en Azië, omdat de lasten op arbeid te hoog waren. We concentreerden ons op de industrie die minder arbeidsintensief was of geautomatiseerd kon worden. Maar een deel van die industrie zijn we later toch verloren, doordat we onze energieprijzen niet onder controle hadden. We hebben te lang op goedkope Russische energie geleefd.
“Het idee dat we alleen op een diensteneconomie zouden overleven, is even hard tegen een muur gebotst. Niet alleen defensie is een uitdaging op dit moment. Ons industriële weefsel is niet zelfvoorzienend genoeg, doordat we lange productieketens hebben, de toevoer van een aantal kritische grondstoffen niet zelf in de hand hebben en we veel industriële kennis en innovatie door offshoring verloren hebben laten gaan. Het is helemaal niet duurzamer om je sneakers in Azië te laten maken. Als je dat in Europa doet, heb je controle over je uitstoot en je omgang met watervervuiling. We moeten zelfvoorzienender worden, en dat kan niet enkel met diensten.”
Iets wat we volledig zelf in de hand hebben, is het toekennen van vergunningen. Maar dat is ook een heel bureaucratisch proces.
VINCKE. “Het is een drama om een vergunning te krijgen voor een nieuwe fabriek, of om uit te breiden. Er zijn zoveel mogelijkheden om tegen de beslissing in te gaan, dat het contraproductief werkt.”
Doen andere Europese landen dat beter?
VINCKE. “Ik heb een klant die in Spanje enorm wordt geholpen om een nieuwe fabriek te bouwen, onder meer met steunmaatregelen om de productie lokaal te doen in plaats van te importeren. De lokale overheden helpen daar mee.”
Enkele jaren geleden sprongen veel bedrijven op de kar van duurzaamheid, maar sinds de oorlog in Oekraïne en de energiecrisis is de polarisering over thema’s zoals het klimaat en diversiteit sterk toegenomen. Merkt u dat?
VINCKE. “Ik zag net een voorbeeld van een QR-code op een verpakking die laat zien waar je chocolade vandaan komt. Dat soort dingen zullen we meer en meer zien verschijnen. Er is nog altijd een sterke businesscase te maken voor investeringen in duurzaamheid. De kosten van de klimaatverandering zijn de jongste jaren bijvoorbeeld sterk toegenomen – denk aan de gevolgen van stormen en overstromingen. Heel wat bedrijven waar wij voor werken, zijn een paar jaar geleden overstroomd (door de waterbom in de Vesdervallei in 2021, nvdr). Wat ik in die discussie over polarisering helemaal niet kan appreciëren, is dat mensen wetenschappelijk bewijs gewoon naast zich neerleggen. Sommigen denken dat wanneer ze hun waarheid maar voldoende herhalen, die ook waarheid wordt.
“Nu bedrijven meer zullen rapporteren over duurzaamheid, zal het ook makkelijker worden om ze op dat gebied te vergelijken. Bedrijven die bij de winnaars zitten, kunnen dan bijvoorbeeld meer investeringen en goedkeuring van hun klanten krijgen. Bedrijven die bij de verliezers horen, kunnen maar beter hun communicatiestrategie voorbereiden om dat uit te leggen. De bedrijven die vooroplopen, zullen de nodige erkenning krijgen.”
‘Er is nog altijd een sterke businesscase te maken voor investeringen in duurzaamheid’
Hoe kunnen we de polarisering overstijgen?
VINCKE. “Het is goed in raden van bestuur een gezonde discussie te hebben over hoever je gaat met duurzaamheid. Er zijn vier zaken, waar je rekening mee kunt houden. In eerste instantie kijken wat volgens de wet nodig is, zodat een bedrijf een license to operate heeft. Welke wetgeving moet je naleven? Waarvan moet je op de hoogte zijn? Waarover moet je communiceren? Of je woke bent of anti-woke. Dat is wat elk bedrijf moet doen.
“Ten tweede heb je duurzaamheidsinitiatieven die steek houden, simpelweg omdat er een mooie businesscase aan vasthangt. Denk aan zonnepanelen installeren op een gebouw. Een ander voorbeeld is nieuw materiaal in een product door tweedegeneratiemateriaal vervangen. Wanneer het gaat over circulaire productie, denken bedrijven veel te snel dat ze in één keer hun hele productie circulair moeten maken. Het is beter dat component per component te bekijken. In een computermuis zit nu bijvoorbeeld gerecycleerd plastic, vroeger niet. Dat haalt de CO2-voetafdruk al enorm naar beneden. Zo zijn er duizenden voorbeelden. In projecten voor klanten hebben we suiker uit tarwe en maïs vervangen door suiker uit hout- of ander afval. Dat zijn zaken waar elk bedrijf achter kan staan.
“Ten derde heb je businesscases die worden gedreven door wat de consumenten en de markt vragen. Denk aan bedrijven als Ecover en Patagonia. Het vierde wat je kunt doen, is je winstgevendheid op middellange termijn te beschermen door lange waardeketens te analyseren en te onderzoeken wat de impact van de klimaatverandering is. Je moet het dak herstellen wanneer de zon schijnt.”
Neem deel aan de Trends Impact Awards
Tot 18 mei kunnen bedrijven – van start-ups tot grote ondernemingen – een project inschrijven voor de vierde editie van de Trends Impact Awards. Dat zijn de duurzaamheidsprijzen die Trends organiseert in samenwerking met twee partners, het consultancybedrijf PwC en de businessschool Antwerp Management School (AMS).
U kunt projecten inschrijven in vijf categorieën, gebaseerd op een nieuw model van AMS: klimaatactie, biodiversiteit, circulaire economie, gelijkheid & inclusie, en gezondheid & welzijn.
Omdat de jury, samengesteld uit vertegenwoordigers van de drie organisatoren, aangevuld met ex-winnaars en externe experts, een holistische kijk op duurzaamheid voorstaat, is er ook een Global Award. Bedrijven kunnen zich daarvoor niet inschrijven. De jury brengt de projecten met de meest systemische aanpak onder in die categorie.
Als uw project wordt genomineerd voor een van de categorieën, kunt u het verdedigen voor de jury. De winnaars worden bekendgemaakt tijdens een event.
Trends Impact Awards 2025
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier