Bedrijven praten minder over klimaatneutraal worden, maar des te meer over geopolitieke risico’s, stabiele productieketens en energiekosten. PwC Belgium-expert Jochen Vincke ziet hoe de discussie over duurzaamheid verschuift naar de veerkracht van een bedrijf.
Jochen Vincke, bio-ingenieur milieutechnologie en fan van een groene maakindustrie, is bij PwC Belgium dé duurzaamheidsspecialist. Hij is de coauteur van het boek Operating with Positive Impact. How to Navigate ESG Complexity, dat uitlegt hoe bedrijven zich kunnen transformeren tot een organisatie met een positieve impact. Hij zag de afgelopen jaren de noden en prioriteiten van bedrijven veranderen. De golf van enthousiasme na de covidpandemie, toen het ene na het andere bedrijf een strategie aankondigde om klimaatneutraal te worden, is geluwd. De oorlog in Oekraïne, de stijgende energieprijzen, de wispelturige handelstarieven, de steeds grotere impact van de geopolitiek op de productieketens, en de rigoureuze maar tegelijk onzekere Europese regelgeving leidden tot een realitycheck.
Waar liggen de bedrijven op dit moment wakker van?
JOCHEN VINCKE. “Vroeger kwamen bedrijven vooral naar ons met de vraag een duurzaamheidsstrategie op te bouwen om bij te dragen tot een beter leefmilieu. Een Belgische CEO vertelde me daarover dat we evolueren van inspirerend naar pragmatisch. In plaats van naar de klimaatverandering in de brede zin kijken we hoe we onze bijdrage tot de klimaatverandering kunnen verminderen of hoe we ons anders kunnen organiseren om met de gevolgen van de klimaatverandering om te gaan. Die evolutie betekent dat we veel meer gerichte vragen krijgen. Hoe kunnen we onze leverbetrouwbaarheid verhogen door dichter bij huis te produceren? Welke alternatieve grondstoffen kan ik gebruiken? Welk type verpakking is de beste: plastic of karton? En wat met lijm? Amazon herverparkt de producten die het krijgt van een producent niet meer, maar stuurt ze in de verpakking van de producent naar de klant. Dat vermindert de kosten en de CO2-afdruk. Bedrijven zijn nog altijd bezig met zonnepanelen, energie- en waterreductie, maar het wordt minder onder één grote duurzaamheidsstrategie geplaatst.”
‘De regelmatig veranderende Europese regelgeving heeft voor sommige bedrijven vertragend, soms zelfs verlammend gewerkt’
Bedrijven zijn al jaren bezig met duurzaamheid. Is er veel onzekerheid omdat ze ervaren dat er veel is veranderd in de regelgeving?
VINCKE. “De onzekerheid die voortkomt uit de regelmatig veranderende Europese regelgeving heeft voor sommige bedrijven vertragend, soms zelfs verlammend gewerkt. Deadlines veranderen, de inhoud verandert. Dat leidt ertoe dat veel bedrijven de regels even naast zich neerleggen en afwachten. Daarnaast blijven bedrijven met heel wat uitdagingen zitten. Ze verbruiken nog altijd energie en water, en in Europa kost dat enorm veel geld.
“Onlangs hoorde ik een investeerder van een Canadees pensioenfonds uitleggen dat hij het woord ‘duurzaam’ niet meer gebruikt, maar bedrijven vraagt naar wat hun horizon op middellange termijn is, hoe ‘investeerbaar’ ze zijn.”
Wat bedoelde hij daarmee?
VINCKE. “Hij wil zeker zijn dat het bedrijf het op middellange termijn goed blijft doen als hij het fondsen toevertrouwt. Het is een goede insteek om niet te spreken over regelgeving, maar over het afdekken van de risico’s in financiën, menselijk kapitaal en natuur. Je komt dan automatisch bij ingewikkelde thema’s als de klimaatverandering uit.
“Daarnaast raadde hij bestuurders aan regelgeving niet als een stok te zien, maar als een hulpmiddel om hun strategische risico’s in kaart te brengen. Ik vond dat een mooie insteek, helemaal in lijn met het pragmatisme dat ik bij klanten merk. Duurzaamheid is als overkoepelend thema misschien gezakt op de prioriteitenlijst, maar de onderliggende thema’s blijven belangrijk.”
Bedrijven willen veerkrachtig zijn in een almaar sneller veranderende en risicovollere wereld, maar wanneer is een bedrijf veerkrachtig?
VINCKE. “Een veerkrachtig bedrijf brengt de risico’s heel duidelijk in kaart. Dat begint met in te schatten welke risico’s kritisch zijn voor je bedrijf. Dat hangt deels af van de sector waarin je zit. Een analyse maken om te kijken of je magazijnen en productiesites in overstromingsgebied liggen of niet, zal op korte termijn niets opbrengen, maar wel over tien of twintig jaar. Reputatierisico, het klimaat, zeldzame mineralen en andere grondstoffen: die zaken staan heel duidelijk op de radar van bedrijven die bijvoorbeeld afhankelijk zijn van computerchips of batterijen, en ze gaan er proactief mee om. Niet-veerkrachtige bedrijven ondergaan wat op hen afkomt.”
‘Duurzaamheid is als overkoepelend thema misschien gezakt op de prioriteitenlijst, maar de onderliggende thema’s blijven belangrijk’
Bedrijven kloegen over de grote impact van de duurzaamheidsrapportering CSRD en de rapportering over producentenverantwoordelijkheid CSDDD. De intentie was goed. Waar is het in de uitvoering misgelopen?
VINCKE. “De wetgeving was heel uitgebreid en de data die bedrijven moesten aanleveren, waren niet zomaar voorhanden. De meeste bedrijven schoten in een kramp. Alle aandacht over duurzaamheid ging naar de rapportering. Bijna elke sustainability manager sprak erover. Daardoor werd de middellange termijn wat verwaarloosd. Bovendien bevatte de dubbelematerialiteitsanalyse (welke impact heeft het bedrijf op de wereld en welke duurzaamheidsrisico’s in de wereld hebben impact op het bedrijf, nvdr) zoveel risico’s, dat de relevantie ervan niet altijd even groot was. De dubbelematerialiteitsanalyse is heel belangrijk, maar moet in functie van de bedrijfsstrategie gebeuren, niet in functie van de rapportering. Europa heeft de duurzaamheidsagenda willen doorduwen via wetgeving, maar had op een evenwichtigere manier aan de slag kunnen gaan met het beleid, de regelgeving en de incentives om bedrijven te stimuleren.”
Wat had de Europese Unie beter kunnen doen?
VINCKE. “Het idee achter de regelgeving is goed, maar het was gewoon veel wetgeving in korte tijd. Kijk naar de manier waarop de financiële rapportering is opgebouwd. Er zijn ook vele jaren verstreken voor iedereen het eens was over hoe de waardering moest worden berekend, wat je meenam in je balans, enzovoort. Door eerst veel regelgeving te maken en die vervolgens deels terug te draaien door de inhoud aan te passen of een deadline op te schuiven, weten bedrijven niet meer wat ze moeten doen. Dat is jammer. De goede leerlingen die op tijd investeerden, worden gestraft. Ik denk dat voor heel duidelijke tijdslijnen zorgen nu het allerbelangrijkste is.”
‘De goede leerlingen die op tijd investeerden, worden gestraft. Voor heel duidelijke tijdslijnen zorgen is nu het allerbelangrijkste’
In hoeverre zetten vragen van consumenten bedrijven aan tot meer transparantie over de oorsprong van hun producten en grondstoffen?
VINCKE. “Daar was al een deel van het publiek mee bezig, maar de geopolitiek heeft dat zeker versneld. Mensen willen weten uit welk land hun producten komen. Dat kunnen ze nu checken met apps. Lokaal kopen zal aan gewicht winnen. Uit studies blijkt dat 41 procent van de mensen bereid is niet meer te kopen bij bedrijven die niet dezelfde waarden hebben als zij. De bewustwording wordt groter, maar ik denk dat de effecten daarvan pas op middellange termijn zichtbaar zullen zijn. De prijs van producten blijft het belangrijkste thema. Zeker voedingsprijzen zijn vrij hard gestegen door de gevolgen van de covidpandemie. De impact van het klimaat op bijvoorbeeld de opbrengst van gewassen zal alleen maar groter worden, overstromingen zullen toenemen. Net daarom zal het belang van veerkracht voor bedrijven alleen maar toenemen.”