IsoFabric isoleert onze huizen met oude jeans

ISOFABRIC "De bouwsector is op zoek naar lokale, verantwoorde alternatieven."

IsoFabric wil textiel uit de sociale economie recycleren tot hoogwaardige isolatiematerialen. Het project maakt deel uit van een circulair en wederzijds ondersteunend proces, op het kruispunt van de crisis in de textielsector en energie-efficiëntie in woningen.

Elk jaar wordt in België 14 kilo textiel per inwoner weggegooid. Dankzij de netwerken van de sociale economie (Spullenhulp, Oxfam, Kringwinkel, Terre) wordt ongeveer de helft van die kleding ingezameld. Maar slechts een klein deel – 5 tot 15 procent, afhankelijk van het netwerk – kan tweedehands worden doorverkocht. De rest stapelt zich op in magazijnen, wordt naar het buitenland gevlogen of meteen verbrand.

“Het bedrijfsmodel van de inzameling is deels gebaseerd op tweedehands verkoop. Maar met de explosie van fast fashion is de kwaliteit gekelderd. Het resultaat is dat sociale-economiebedrijven bezwijken onder tonnen onverkoopbaar textiel”, zegt Judith Van Parys, medeoprichter van IsoFabric. De selectieve inzameling van textielafval is in Europa verplicht sinds 1 januari.

“Tegelijkertijd is de bouwsector verantwoordelijk voor meer dan 20 procent van de uitstoot van broeikasgassen. In Brussel loopt dat aandeel op tot 50 procent”, vertelt Adrien Liénard, een andere oprichter van IsoFabric. “Vanuit milieuoogpunt is isolatie zinvoller als het gemaakt is van duurzame materialen. Maar de meeste van de huidige isolatiematerialen (glaswol, polystyreen, steenwol) zijn petrochemische producten, geïmporteerd en energie-intensief om te produceren.

Uit die twee observaties ontstond IsoFabric, na een ontmoeting met de directie van Spullenhulp in 2022. De oprichters van IsoFabric, allemaal voormalige werknemers van de coöperatieve bank NewB, waren op zoek naar een project met een sociale impact. “De directeur ontving ons drie uur lang en gaf ons een rondleiding in het sorteercentrum”, vertelt Adrien Liénard. “Het was frappant om al die bergen kleding te zien en te beseffen dat er geen afzetmarkt voor was.” Uit dat gesprek groeide een idee. Wat als dit ‘verloren’ textiel gebruikt zou kunnen worden om huizen te isoleren? Het idee was niet nieuw. In Frankrijk en Duitsland bestaan al twintig jaar isolatiepanelen op basis van gerecycleerd katoen. Maar in België produceerde nog niemand dat soort isolatie uit lokaal ingezameld textiel.

‘Met de explosie van fast fashion is de kwaliteit van de ingezamelde kledij gekelderd. Sociale-economiebedrijven bezwijken onder tonnen onverkoopbaar textiel’

Zonder masker

IsoFabric begon met het ontwerpen van een thermische en akoestische isolator op basis van gerecycleerd katoen. Het principe is om 100 procent katoenen kleding terug te winnen, die te rafelen en vervolgens samen te voegen tot halfharde panelen. Die behalen uitstekende prestaties, vergelijkbaar met die van minerale wol. Het biedt een uitstekend akoestisch comfort, een zacht gevoel en er zijn geen schadelijke stoffen. De isolatie is ideaal voor omgebouwde zolders, muren of valse plafonds.

“De professionals die het hebben getest, waarderen vooral het snijgemak en het feit dat ze het zonder masker of handschoenen kunnen hanteren”, zegt Judith Van Parys. Het materiaal werd ook getest in het laboratorium tijdens een eerste proefproject, met een heel positieve feedback.

Vanuit milieuoogpunt zijn er veel voordelen. In tegenstelling tot glas of steenwol, die gesmolten moeten worden op 1.400 graden Celsius, wordt gerecycleerd textiel verwarmd tot 120 graden. De productie is dus tien keer minder energie-intensief. Aan het einde van hun levensduur kunnen de panelen bovendien opnieuw worden gerecycleerd om andere soorten isolatie te produceren. Het bedrijf wil nauw samenwerken met de sociale economie, in het bijzonder met maatwerkbedrijven. “Onze ambitie is een nieuwe schakel in de keten te zijn, als aanvulling op de verenigingen die textiel inzamelen en sorteren”, zegt Judith Van Parys.

Nog geen eigen fabriek

De Belgische markt voor isolatie op basis van biologische grondstoffen staat nog in de kinderschoenen, met ongeveer 10 procent van de totale markt, waarvan 80 procent bestaat uit geïmporteerde producten. IsoFabric hoopt die leemte op te vullen door een lokaal, circulair en competitief alternatief aan te bieden.
“Vandaag komt de meeste isolatie van biologische oorsprong uit Polen of Frankrijk. Er is nog altijd geen grootschalige Belgische productie. Onze ambitie is daar verandering in te brengen”, zegt Adrien Liénard. Om dat te bereiken heeft het jonge bedrijf al 300.000 euro aan overheidssubsidies ontvangen, waaronder 200.000 euro van het Waals Gewest als onderdeel van het herstelplan (innovatieve projecten voor energierenovatie) en 100.000 euro van het Brussels Gewest.

De volgende stap is opschalen. Voorlopig heeft IsoFabric nog geen eigen fabriek. Het geplande model is gebaseerd op uitbesteding aan bestaande industriële partners in een straal van 400 kilometer rond Brussel. Het bedrijf is verantwoordelijk voor de logistiek, de certificering en de marketing. Op termijn wil het echter een productie-eenheid opzetten in België, waarbij het materiaal mogelijk gedeeld wordt met andere spelers in de sociale economie.

“We weten dat de industriële fase aanzienlijke investeringen zal vergen. Vandaar onze stapsgewijze strategie. We moeten de haalbaarheid bewijzen, architecten en werkmensen overtuigen en dan de nodige fondsen verzamelen om het zelf te produceren”, besluit Christophe de Wouters, de derde oprichter van IsoFabric. De producten moeten in 2026 op de markt komen. Het team richt zich nu op het aantrekken van architecten, ontwerpbureaus en kleine en middelgrote isolatiebedrijven om het aantal testprojecten te vergroten.

Hoewel de eerste feedback bemoedigend is, blijven de oprichters voorzichtig. “Tussen algemeen enthousiasme en commercieel succes moet altijd een hindernis worden genomen. Maar we voelen dat het tij aan het keren is. De bouwsector is op zoek naar lokale, verantwoorde alternatieven.” Als het project slaagt, kan het tonnen textiel recycleren, bouwgerelateerde uitstoot verminderen, de lokale werkgelegenheid ondersteunen en een product aanbieden dat niet schadelijk is voor de gezondheid.

Partner Expertise